Amor vincit omnia 47
47
De gevraagde hulp kwam. Vrij snel al. Een heel vriendelijke mevrouw kwam praten. Ze luisterde naar ons beiden. Was een verkennend gesprek met toch al meteen een tip voor Joke. Probeer eens om je emoties in een cirkel te tekenen, met elk zijn eigen kleur. Probeer ze zo een plaatsje te geven, te erkennen, er een gesprek mee aan te gaan. Het heeft namelijk nog geen nut om Joke een zandzak te geven om er tegen aan te boksen. Dat wordt dan een aaitje in plaats van er heerlijk tegen aan te meppen, met het gevaar dat ze zelfs KO wordt geduwd. Zulke gesprekken helpen. Ze helpen je om alles weer in perspectief te zien. Maar helpen ze ook met het kunnen aanvaarden van je vuil te voelen? Als je stomazak lekt? Dat je het gevoel hebt nooit meer te ver weg kunnen gaan? Dat je misschien altijd verschoning bij je moet hebben? Dat je vlakbij altijd een wc voor handen wilt hebben? Aanvaarden dat je leven nooit meer dezelfde zal zijn? Dat je lichaam onherstelbaar beschadigd is? Ik hoop het van harte. Want in deze fase zit Joke nu. Ze vindt zich een huilebalk, en voelt zich daar schuldig naar mij toe om. Want voor mij is er ook van alles veranderd. Zo kwaad, zo teleurgesteld, zo verraden. Verder was het min of meer loslaten van het zoveel mogelijk naar binnen proppen van calorieën veel beter. Er gaat nu meer vast voedsel naar binnen dan tot voor kort. Wat we ook veranderd hebben, is de nacht. Ben je normaal broodje nuchter als je opstaat, voor Joke geldt nu een ander regime. Elke keer dat ze wakker wordt om naar het toilet te moeten of om de stomazak te legen, maak ik een opkikkertje voor haar. Zo kiepert haar zoutspiegel niet steeds als een zandloper om. Het resultaat is een iets fitter ogende Joke. Ze loopt al iets minder wiebelig, en is in mindere mate draaierig na een marathon naar de wc en terug. Ook slaapt ze sinds een paar dagen overdag een stuk rustiger. Soms maakt ze wel een ruk van twee uur. De nachten blijven dus gestoord, maar er is wel iets in de veranderd. Dan komt er uit de stomazak datgene wat wij en de heren en dames artsenij graag zien. Een mooie stevige brij. Redelijk droog. Als dat overdag ook zo zou zijn, dan is het verlies via de stoma tot een aanvaardbaar niveau gekomen. Dan is misschien krachtvoer niet meer nodig, of in ieder geval geen drie flesjes meer. Die drie nemen al dusdanig veel eetcapaciteit in beslag, dat het daarna schipperen is met de rest. Hoe is dat toch mogelijk? Als ik het op z’n Janboerefluitjes zou moeten uitleggen, dan zou ik zeggen dat het minder vocht aanbieden in de nacht tot een verbetering van de stoma productie leidt. Of is het toch iets anders?
Er zijn al meer visites langs geweest, wat ook gezellig was. Een maatje bracht zelfs een rollator mee. Tjonge, nog net geen eenenvijftig, en dan al voor de tweede keer zo’n ding nodig hebben. Ik dacht dat het na Jokes fietsongeluk lang niet meer nodig zou zijn.
De gevraagde hulp kwam. Vrij snel al. Een heel vriendelijke mevrouw kwam praten. Ze luisterde naar ons beiden. Was een verkennend gesprek met toch al meteen een tip voor Joke. Probeer eens om je emoties in een cirkel te tekenen, met elk zijn eigen kleur. Probeer ze zo een plaatsje te geven, te erkennen, er een gesprek mee aan te gaan. Het heeft namelijk nog geen nut om Joke een zandzak te geven om er tegen aan te boksen. Dat wordt dan een aaitje in plaats van er heerlijk tegen aan te meppen, met het gevaar dat ze zelfs KO wordt geduwd. Zulke gesprekken helpen. Ze helpen je om alles weer in perspectief te zien. Maar helpen ze ook met het kunnen aanvaarden van je vuil te voelen? Als je stomazak lekt? Dat je het gevoel hebt nooit meer te ver weg kunnen gaan? Dat je misschien altijd verschoning bij je moet hebben? Dat je vlakbij altijd een wc voor handen wilt hebben? Aanvaarden dat je leven nooit meer dezelfde zal zijn? Dat je lichaam onherstelbaar beschadigd is? Ik hoop het van harte. Want in deze fase zit Joke nu. Ze vindt zich een huilebalk, en voelt zich daar schuldig naar mij toe om. Want voor mij is er ook van alles veranderd. Zo kwaad, zo teleurgesteld, zo verraden. Verder was het min of meer loslaten van het zoveel mogelijk naar binnen proppen van calorieën veel beter. Er gaat nu meer vast voedsel naar binnen dan tot voor kort. Wat we ook veranderd hebben, is de nacht. Ben je normaal broodje nuchter als je opstaat, voor Joke geldt nu een ander regime. Elke keer dat ze wakker wordt om naar het toilet te moeten of om de stomazak te legen, maak ik een opkikkertje voor haar. Zo kiepert haar zoutspiegel niet steeds als een zandloper om. Het resultaat is een iets fitter ogende Joke. Ze loopt al iets minder wiebelig, en is in mindere mate draaierig na een marathon naar de wc en terug. Ook slaapt ze sinds een paar dagen overdag een stuk rustiger. Soms maakt ze wel een ruk van twee uur. De nachten blijven dus gestoord, maar er is wel iets in de veranderd. Dan komt er uit de stomazak datgene wat wij en de heren en dames artsenij graag zien. Een mooie stevige brij. Redelijk droog. Als dat overdag ook zo zou zijn, dan is het verlies via de stoma tot een aanvaardbaar niveau gekomen. Dan is misschien krachtvoer niet meer nodig, of in ieder geval geen drie flesjes meer. Die drie nemen al dusdanig veel eetcapaciteit in beslag, dat het daarna schipperen is met de rest. Hoe is dat toch mogelijk? Als ik het op z’n Janboerefluitjes zou moeten uitleggen, dan zou ik zeggen dat het minder vocht aanbieden in de nacht tot een verbetering van de stoma productie leidt. Of is het toch iets anders?
Er zijn al meer visites langs geweest, wat ook gezellig was. Een maatje bracht zelfs een rollator mee. Tjonge, nog net geen eenenvijftig, en dan al voor de tweede keer zo’n ding nodig hebben. Ik dacht dat het na Jokes fietsongeluk lang niet meer nodig zou zijn.
1 reactie