Radiatieschade prostaatkanker

Ik ben van begin mei tot half juni 2018 bestraald , 19 x,  De periode direct daarna verliep volgens de prognose bijna probleemloos. Begin maart 2019 kreeg ik (pijn)problemen met mijn endeldarm en de blaas. Mijn behandelaars hebben daarvoor tot nu toe geen adequate oplossingen aangedragen. Vorige week hoorde ik voor het eerst van hyperbare zuurstof therapie. Mijn MDL arts, die een colonoscopie heeft uitgevoerd waaruit de radiatieschade blijkt,  is nog terughoudend hiermee en schreef me (weer) mezalasine zetpillen voor. De informatie die ik tot nu toe heb kunnen vinden over deze therapie spreekt mij aan. Mijn vraag is:  Vooropgesteld dat ik in aanmerking zou komen, wat is er dan in zijn algemeenheid tegen het ondergaan van de Hyperbare Zuurstof Therapie? Waar is de terughoudendheid van mijn arts dan waarschijnlijk op gebaseerd? Ik zou in de discussie met mijn arts hierover graag wat meer de diepte ingaan. 

Antwoord

De hyperbare zuurstoftherapie is in Nederland op diverse plaatsen beschikbaar, en wordt naar mijn weten door de meeste verzekeraars vergoed. Het is wel een intensieve therapie, je bent er enkele weken mee bezig, en soms moet je toch een stuk reizen. De ervaringen met vermindering van klachten zijn over het algemeen goed. Vaak blijft er wel iets van klachten over. Er is in Skandinavie een vergelijkende studie gedaan onder patienten met radiatie cystitis, die ook laat zien dat de klachten minder worden. Het betreft dus patienten met blaasklachten. Ik voeg de Engelstalige uitkomst aan het einde van dit antwoord toe, wellicht heeft u er iets aan in uw discussie met uw MDL arts. Bijwerkingen van de therapie worden ook genoemd, ze zijn licht, en betreffen een veranderd gezichts- of gehoorvermogen. Maar het gaat uitdrukkelijk om blaasklachten. In een overzichtsanalyse over radiatie proctitis (ontsteking aan de endeldarm) van het Cochrane  Instituut werd in 2016 ook geconcludeerd dat de hyperbare zuurstoftherapie wel degelijk gunstige effecten zou kunnen hebben, maar dat het niet tevoren bekend is bij wie.

Of 223 patients screened between May 9, 2012, and Dec 20, 2017, 87 patients were enrolled and randomly assigned to either hyperbaric oxygen therapy (n=42) or standard care (n=45). After excluding eight patients who withdrew consent directly after randomisation (one in the hyperbaric oxygen therapy group and seven in the standard care group), 79 were included in the intention-to-treat analyses (n=41 in the hyperbaric oxygen therapy group, n=38 in the standard care group). Median time from randomisation to visit 4 was 234 days (IQR 210–262) in the hyperbaric oxygen therapy group and 217 days (195–237) in the standard care group. The difference between change in group mean of EPIC urinary total score at visit 4 was 10∙1 points (95% CI 2·2–18∙1; p=0∙013; 17∙8 points [SD 18∙4] in the hyperbaric oxygen therapy group vs 7∙7 points [15∙5] in the standard care group). 17 (41%) of 41 patients in the hyperbaric oxygen therapy group experienced transient grade 1–2 adverse events, related to sight and hearing, during the period of hyperbaric oxygen therapy.
 

Laatst bewerkt: 21/11/2022 - 10:46

Dank u wel voor uw reactie. Ik ga hier zeker iets mee doen.

M.vr.gr.   Jan van Benten

Laatst bewerkt: 21/11/2022 - 10:46

Veel success, we horen graag van uw bevindingen indien u die wenst te delen.

Laatst bewerkt: 21/11/2022 - 10:46