De uitslag
Uiteindelijk word ik pas vrijdagochtend gebeld. Daardoor heb ik nog meer het idee dat het allemaal wel meevalt. Mooi niet dus. De dokter bevestigt nogmaals dat het niet goed is en dan valt ook voor het eerst dat oh zo gevreesde woord: kanker. We spreken af dat ik die middag nog langs kom en ik hang op.
Ik ben volledig verdoofd en kan het niet echt begrijpen. Ik bel mijn man op zijn werk en hij komt naar huis. Dan snel mijn zoontje aankleden en naar mijn ouders. Er wordt gehuild en gevloekt. De tijd kruipt voorbij maar eindelijk kunnen we naar het ziekenhuis. Ik krijg de naam van de tumor: adenocarcinoom en de verschillende behandelmogelijkheden komen in sneltreinvaart voorbij. De dokter kijkt nog op het oog naar de grootte en schat dit tussen de 2,5 en 3 cm. Hij besluit me door te verwijzen naar het UMComdat ze daar ervaring hebben met besparende operaties en robotoperaties. Hij belt direct op. Ik kan drie dagen later, op dinsdag terecht.
In eerste instantie gaat het redelijk met me en ben ik ook positief. Maar in het weekend raak ik in paniek. Wat als er uitzaaiingen zijn. Wat als ik doodga. Wat als ik mijn zoontje niet zie opgroeien. Het grijpt me allemaal naar de keel. Gelukkig heb ik veel steun aan mijn man en familie en kom ik het weekend door.
Op maandag besluit ik te gaan werken omdat ik gek word thuis. Het is wel heel raar. Ik ben best erg ziek, maar voel me niet ziek. En het is ook raar om met mensen over mijn ziekte te praten. Het woord kanker is toch heel beladen.
Dan is het dinsdag. Ik moet om half negen in het ziekenhuis zijn. Ik krijg een mri van mijn bekken, bloedonderzoek en een inwendig onderzoek. In eerste instantie is er ook nog sprake van onderzoek onder narcose maar daar zie ik zo tegenop dat ze proberen om dat te voorkomen en dat lukt gelukkig. Er worden nog wel twee biopten afgenomen om de daadwerkelijke grootte van de tumor te bepalen.
Het lukt de arts wel om me gerust te stellen. De kans op uitzaaiingen op afstand schijnt heel klein te zijn. Zo klein dat ze zelfs geen longfoto maken. Er kunnen wel uitzaaiingen in de lymfeklieren zitten. Maar ook die kans is te overzien, rond de 15%.
Met een redelijk positief gevoel ga ik naaf huis. Vrijdag kunnen we de definitieve uitslag verwachten en weet ik ook het behandelplan. Weer afwachten. Weer die onzekerheid. Het is slopend.
Ik ben volledig verdoofd en kan het niet echt begrijpen. Ik bel mijn man op zijn werk en hij komt naar huis. Dan snel mijn zoontje aankleden en naar mijn ouders. Er wordt gehuild en gevloekt. De tijd kruipt voorbij maar eindelijk kunnen we naar het ziekenhuis. Ik krijg de naam van de tumor: adenocarcinoom en de verschillende behandelmogelijkheden komen in sneltreinvaart voorbij. De dokter kijkt nog op het oog naar de grootte en schat dit tussen de 2,5 en 3 cm. Hij besluit me door te verwijzen naar het UMComdat ze daar ervaring hebben met besparende operaties en robotoperaties. Hij belt direct op. Ik kan drie dagen later, op dinsdag terecht.
In eerste instantie gaat het redelijk met me en ben ik ook positief. Maar in het weekend raak ik in paniek. Wat als er uitzaaiingen zijn. Wat als ik doodga. Wat als ik mijn zoontje niet zie opgroeien. Het grijpt me allemaal naar de keel. Gelukkig heb ik veel steun aan mijn man en familie en kom ik het weekend door.
Op maandag besluit ik te gaan werken omdat ik gek word thuis. Het is wel heel raar. Ik ben best erg ziek, maar voel me niet ziek. En het is ook raar om met mensen over mijn ziekte te praten. Het woord kanker is toch heel beladen.
Dan is het dinsdag. Ik moet om half negen in het ziekenhuis zijn. Ik krijg een mri van mijn bekken, bloedonderzoek en een inwendig onderzoek. In eerste instantie is er ook nog sprake van onderzoek onder narcose maar daar zie ik zo tegenop dat ze proberen om dat te voorkomen en dat lukt gelukkig. Er worden nog wel twee biopten afgenomen om de daadwerkelijke grootte van de tumor te bepalen.
Het lukt de arts wel om me gerust te stellen. De kans op uitzaaiingen op afstand schijnt heel klein te zijn. Zo klein dat ze zelfs geen longfoto maken. Er kunnen wel uitzaaiingen in de lymfeklieren zitten. Maar ook die kans is te overzien, rond de 15%.
Met een redelijk positief gevoel ga ik naaf huis. Vrijdag kunnen we de definitieve uitslag verwachten en weet ik ook het behandelplan. Weer afwachten. Weer die onzekerheid. Het is slopend.