Chemische Oorlogsvoering
Chemical Warfare
Ok, daar zit ik dan. Zondagmorgen. Early bird. Even tijd om terug te kijken op afgelopen weken…op de rollercoaster die chemotherapie heet.
Die rollercoaster vertrok eigenlijk al op 1 September, toen ik van de dokter telefonisch te horen kreeg dat het mis was. Alhoewel ik topfit ben (of in ieder geval, was) heeft iets in mij dus besloten om ongecontroleerd foute cellen aan te maken. Met een fikse uitgezaaide tumor in mijn borst als gevolg. Stadium III. Volgens Maarten v/d Weijden, Olympisch zwemkampioen en overlever van een andere vorm van kanker, een kwestie van ongeluk, van simpele pech. En met die gedachte kan ik wel wat. Al die mensen om je heen die goedbedoelend hun betoog afsteken over dat je het gevecht moet aangaan en positief moet blijven. Volgens hem doe je daar de mensen mee tekort die het uiteindelijk niet gered hebben…hebben zij dan niet hard genoeg ‚gevochten’? Uiteindelijk is het namelijk heel nuchter zo dat de medicatie wel…of niet aanslaat. Dat die chemische cocktail die ik nu telkens mag genieten, wel of niet zijn vernietigende werk doet.
Maar wees gerust hoor. Mensen die me kennen, weten dat ik gelukkig ook nog eens heel positief ben. En natuurlijk helpt dat. Voornamelijk voor mijn omgeving. Want hoe dan ook, het is voor hen een stuk makkelijker om te dealen met iemand die er duidelijk zijn schouders onderzet. Logisch. En het geeft zelf ook voldoening. Dus relativeer ik me te pletter. Op sommige dagen is het echt zwaar. En dan probeer ik het maar te ondergaan. Tegen de stroming inzwemmen heeft namelijk geen enkele zin. Sommige dagen zijn een uitdaging. Op zo’n dag sta je s’morgens op en begin je vol goede moed en uitgeslapen aan een bord pap. En om dan bij hap 3 al te realiseren dat die lepel ineens 4 kilo lijkt te wegen…dat het me de energie ontbreekt om simpelweg te slikken. En dan heb je de hele dag nog voor je. Da’s gek hoor. En dat in maar 2,5 week tijd. Inmiddels ben ik bijna aangeland bij kuur 2. Ik zat laatst aan tafel met zoon Tim. En hij stelde zich zo voor in zijn puberbrein dat er eigenlijk een atoombom op die tumor moest. En samen kwamen we tot de conclusie dat we niet aan de nucleaire maar aan de chemische oorlogsvoering waren begonnen. Inmiddels heeft mijn lijf de eerste 13 zakken chemo mogen verwerken. In mijn oorlog geen chloor of mosterdgas maar Bleomycine, Etoposide en Cysplatine en 49 liter natrium chloride om die goedjes zo voorspoedig mogelijk langs mijn nieren te spoelen. Met een fijne batterij aan pillen erbij om de misselijkheid te bestrijden in de loopgraven.
En zoals bij een echte oorlog vallen hier waarschijnlijk ook slachtoffers, onschuldige…collateral damage. Iedere dag is er inmiddels wel een slachtoffer te betreuren. Vorige week hebben we mijn smaak als eerste mogen begraven. Daar waar mijn eetlust nog steeds prima is (ik eet als een bootwerker) is het daadwerkelijke eten nu steeds meer en meer een teleurstellende ervaring. Voorbeeld: van de week pizzanight met Tim…wat een lekker vooruitzicht. En guess what? Ik heb echt 2 keer moeten kijken of ik niet in plaats van de Spicy Chicken Tandoori Pizza…per ongeluk aan de kartonnen doos was begonnen. Getverdegetver. Alles smaakt anders, naar papier, naar grond. Voorbeeldje: eet gezond, eet een appel. Nou, alstie inmiddels smaakt naar een rauwe aardappel ben je er zo mee klaar hoor ;-).De dag erop sneuvelde mijn eerste haar. Ja, niet lachen. Ook deze kale vent gaat dus kaler dan kaal. Hopen dat mijn wenkbrauwen en wimpers nog een beetje ontzien worden, maar verder is het gelukkig voor mij een simpel en tijdelijk ongemak. (Maar ik me heel goed voorstellen dat dit voor andere patiënten heeel confronterend is). En de astma ziet bij de afgenomen weerstand zijn kans om me weer lekker benauwd te maken.
Maar bovenal is het die onverstelbare vermoeidheid. Natuurlijk weet je, en hoor je altijd dat mensen met kanker zo moe zijn. Mijn lijf is zo druk bezig om op alle mogelijke manieren te dealen met die tumor…er is bijna geen energie over voor wat dan ook.Dus zijn er momenten dat ik even geen bezoek wil. Dat ik even niet de telefoon opneem. En ik hoop dan op jullie begrip. Ik ben waanzinnig blij met ieder kaartje, ieder whatsappie of welk teken van compassie dan ook. Dat helpt me namelijk echt! Maar ik moet het in mijn tempo tot me nemen. De ene dag gaat het wel, de andere dag gewoonweg even niet. Uit onverwachtse hoeken krijg ik een teken van leven. Uitnodigingen uit verre landen. Oude vriendschappen worden nieuw leven ingeblazen. Veel lieve mensen om me heen die me verrassen met een steuntje in de rug, op welke manier dan ook. En dat koester ik. Morgen ga ik naar het ziekenhuis voor de volgende onderzoeken. Kijken hoe mijn longen ervoor staan bij al dat chemogeweld. En dan woensdag weer opname. 7 Dagen aan mijn inmiddels vertrouwde infuuspaal. The war continues. I will survive!
Ok, daar zit ik dan. Zondagmorgen. Early bird. Even tijd om terug te kijken op afgelopen weken…op de rollercoaster die chemotherapie heet.
Die rollercoaster vertrok eigenlijk al op 1 September, toen ik van de dokter telefonisch te horen kreeg dat het mis was. Alhoewel ik topfit ben (of in ieder geval, was) heeft iets in mij dus besloten om ongecontroleerd foute cellen aan te maken. Met een fikse uitgezaaide tumor in mijn borst als gevolg. Stadium III. Volgens Maarten v/d Weijden, Olympisch zwemkampioen en overlever van een andere vorm van kanker, een kwestie van ongeluk, van simpele pech. En met die gedachte kan ik wel wat. Al die mensen om je heen die goedbedoelend hun betoog afsteken over dat je het gevecht moet aangaan en positief moet blijven. Volgens hem doe je daar de mensen mee tekort die het uiteindelijk niet gered hebben…hebben zij dan niet hard genoeg ‚gevochten’? Uiteindelijk is het namelijk heel nuchter zo dat de medicatie wel…of niet aanslaat. Dat die chemische cocktail die ik nu telkens mag genieten, wel of niet zijn vernietigende werk doet.
Maar wees gerust hoor. Mensen die me kennen, weten dat ik gelukkig ook nog eens heel positief ben. En natuurlijk helpt dat. Voornamelijk voor mijn omgeving. Want hoe dan ook, het is voor hen een stuk makkelijker om te dealen met iemand die er duidelijk zijn schouders onderzet. Logisch. En het geeft zelf ook voldoening. Dus relativeer ik me te pletter. Op sommige dagen is het echt zwaar. En dan probeer ik het maar te ondergaan. Tegen de stroming inzwemmen heeft namelijk geen enkele zin. Sommige dagen zijn een uitdaging. Op zo’n dag sta je s’morgens op en begin je vol goede moed en uitgeslapen aan een bord pap. En om dan bij hap 3 al te realiseren dat die lepel ineens 4 kilo lijkt te wegen…dat het me de energie ontbreekt om simpelweg te slikken. En dan heb je de hele dag nog voor je. Da’s gek hoor. En dat in maar 2,5 week tijd. Inmiddels ben ik bijna aangeland bij kuur 2. Ik zat laatst aan tafel met zoon Tim. En hij stelde zich zo voor in zijn puberbrein dat er eigenlijk een atoombom op die tumor moest. En samen kwamen we tot de conclusie dat we niet aan de nucleaire maar aan de chemische oorlogsvoering waren begonnen. Inmiddels heeft mijn lijf de eerste 13 zakken chemo mogen verwerken. In mijn oorlog geen chloor of mosterdgas maar Bleomycine, Etoposide en Cysplatine en 49 liter natrium chloride om die goedjes zo voorspoedig mogelijk langs mijn nieren te spoelen. Met een fijne batterij aan pillen erbij om de misselijkheid te bestrijden in de loopgraven.
En zoals bij een echte oorlog vallen hier waarschijnlijk ook slachtoffers, onschuldige…collateral damage. Iedere dag is er inmiddels wel een slachtoffer te betreuren. Vorige week hebben we mijn smaak als eerste mogen begraven. Daar waar mijn eetlust nog steeds prima is (ik eet als een bootwerker) is het daadwerkelijke eten nu steeds meer en meer een teleurstellende ervaring. Voorbeeld: van de week pizzanight met Tim…wat een lekker vooruitzicht. En guess what? Ik heb echt 2 keer moeten kijken of ik niet in plaats van de Spicy Chicken Tandoori Pizza…per ongeluk aan de kartonnen doos was begonnen. Getverdegetver. Alles smaakt anders, naar papier, naar grond. Voorbeeldje: eet gezond, eet een appel. Nou, alstie inmiddels smaakt naar een rauwe aardappel ben je er zo mee klaar hoor ;-).De dag erop sneuvelde mijn eerste haar. Ja, niet lachen. Ook deze kale vent gaat dus kaler dan kaal. Hopen dat mijn wenkbrauwen en wimpers nog een beetje ontzien worden, maar verder is het gelukkig voor mij een simpel en tijdelijk ongemak. (Maar ik me heel goed voorstellen dat dit voor andere patiënten heeel confronterend is). En de astma ziet bij de afgenomen weerstand zijn kans om me weer lekker benauwd te maken.
Maar bovenal is het die onverstelbare vermoeidheid. Natuurlijk weet je, en hoor je altijd dat mensen met kanker zo moe zijn. Mijn lijf is zo druk bezig om op alle mogelijke manieren te dealen met die tumor…er is bijna geen energie over voor wat dan ook.Dus zijn er momenten dat ik even geen bezoek wil. Dat ik even niet de telefoon opneem. En ik hoop dan op jullie begrip. Ik ben waanzinnig blij met ieder kaartje, ieder whatsappie of welk teken van compassie dan ook. Dat helpt me namelijk echt! Maar ik moet het in mijn tempo tot me nemen. De ene dag gaat het wel, de andere dag gewoonweg even niet. Uit onverwachtse hoeken krijg ik een teken van leven. Uitnodigingen uit verre landen. Oude vriendschappen worden nieuw leven ingeblazen. Veel lieve mensen om me heen die me verrassen met een steuntje in de rug, op welke manier dan ook. En dat koester ik. Morgen ga ik naar het ziekenhuis voor de volgende onderzoeken. Kijken hoe mijn longen ervoor staan bij al dat chemogeweld. En dan woensdag weer opname. 7 Dagen aan mijn inmiddels vertrouwde infuuspaal. The war continues. I will survive!
3 reacties
Heel veel sterkte in de komende ronde!