Maandag de 2oe

Op mijn telefoon komt een melding in beeld: Nieuwe informatie staat klaar in uw online dossier. Let op! Op deze pagina kunnen uitslagen staan die nog niet met u besproken zijn.
Ik voel een lichte schok in m’n onderbuik. De uitslagen van de scans en de biopten zijn bekend. Zal ik alvast kijken of er uitzaaiingen zijn gevonden of niet?

‘Niet doen, Britt’ zegt Bart. ‘Straks lees je het verkeerd of begrijp je het niet en verloopt het gesprek morgen met de chirurg heel anders.’
‘Ja, hebt gelijk, maar misschien heel snel even kijken?’
‘Nee, doe het nou maar niet’
‘Alleen de uitslag van de biopten dan’ zeg ik terwijl ik het dossier open. En vluchtig lees ik:
Type kanker: Adenocarcinoom
Differentiegraad: goed/ matig gedifferentieerd (laaggradig)

Laaggradig? Wat betekent dat? Dokter Google maar even openen.
Kwaadaardige tumoren worden meestal in 3 graderingen ingedeeld:

  • Graad 1: Laaggradig. De kankercellen lijken op gezonde cellen van het orgaan waarin ze zijn ontstaan. De kankercellen groeien meestal langzaam.

Oké, dus de tumor groeit langzaam. Is het misschien toch een soort uit de kluiten gewassen poliep? Nee, want er staat een type kanker genoemd in het rapport. Ook al heb ik geen idee wat dit voor mij eigenlijk betekent ben ik toch een soort van opgelucht. Het is gelukkig geen extreem agressieve vorm, Graad 3.
Verder staat er ook dat de kans klein is dat ik het Lynch syndroom heb. Desondanks is de jonge diagnoseleeftijd reden om een erfelijkheidsonderzoek op te starten bij de klinisch geneticus.

‘Zullen we toch de scans ook bekijken?’ vraag ik aan Bart.
‘Ik zou het niet doen, maar je moet het zelf weten.’ zegt hij.
Ik twijfel even. Wel of niet?
Shit, ik durf het niet. Nee, ik doe het toch niet. We gaan gewoon morgen het gesprek afwachten met de chirurg.

Dinsdag 21 juni
‘Ik begin meteen met het goede nieuws’ zegt de chirurg. ‘Er zijn geen uitzaaiingen in de longen en lever gevonden.’
‘Oh gelukkig!’ roepen Bart en ik uit terwijl we elkaar opgelucht aankijken. Had mijn huisarts toch gelijk dat het hem heel sterk leek als dat wel het geval zou zijn.

‘Alleen heeft de tumor een grootte van ongeveer 3 centimeter en is deze door de darmwand heen gegroeid. Ook is er een verdachte lymfeklier in de buurt gezien. Dit hoeft niet te betekenen dat daar ook kankercellen in zitten, maar we nemen geen risico. De tumor zit op ongeveer 5 centimeter vanaf de uitgang. Dat is net op de grens of we de aansluiting wel of niet kunnen maken.’

‘Wat houdt dat precies in voor mij?’, vraag ik aan haar.

 ‘Het stukje darm waar de tumor zit moet ertussen uitgehaald worden. Als er onvoldoende ruimte overblijft om het weer aan elkaar te maken, leggen we een permanente stoma aan. Als het wel aan elkaar vast gemaakt wordt maar met onvoldoende ruimte in de endeldarm, zou je iedere 5 minuten naar het toilet toe moeten en dat doe ik je niet aan. Maar ik geef niet snel op hoor!’ zegt ze resoluut. ‘Er bestaat nog een ander soort therapie om de darm op te rekken, maar daar hebben we het later wel over. Nu eerst zorgen dat de tumor kleiner wordt zodat er zo weinig mogelijk tussenuit gehaald moet worden.’

Ze vervolgt haar verhaal met het behandelplan: Chemoradiatie.
Eerst krijg ik 28 bestralingen in combinatie met chemo in tabletvorm. Ik schrik een beetje van het aantal. 28 klinkt wel heel veel.

De bestraling moet ervoor zorgen dat de tumor zoveel mogelijk slinkt. En de chemopillen zorgen ervoor dat de celdeling stopt en de tumor nóg beter reageert op de bestraling. De eerste bestraling staat al ingepland; dinsdag 12 juli gaat het hele circus beginnen.

5 dagen in de week naar het ziekenhuis voor de bestraling, de weekenden even rust. Maar de chemopillen moeten wel 7 dagen per week ingenomen worden. 3 pillen bij het ontbijt en 3 pillen bij het avondeten.

Na de 28 bestralingen volgt een rustperiode van 5/6 weken zodat de bestraling nog kan doorwerken. Daarna volgt de operatie. Als de tumor dusdanig geslonken is dat er genoeg ruimte is om de aansluiting te maken, krijg ik na de operatie eerst een tijdelijke stoma om de darmen goed te laten herstellen en de kans op complicaties te verminderen. Daarna zal nog een hersteloperatie volgen om de tijdelijke stoma weg te halen.
Mocht er nou niet genoeg ruimte zijn, dan krijg ik direct een permanente stoma.

De gedachte dat ik een stoma moet (tijdelijk of permanent) maakt me niet echt vrolijk. Maar ja, welke andere opties heb ik? Linksom of rechtsom, die rot kanker moet eruit. En wel zo snel mogelijk. Dus ik laat het wel allemaal over me heenkomen.

‘Hierna heb je nog een afspraak met de casemanager. Zij zal alles nog eens rustig met jullie doornemen en alle vragen die jullie hebben beantwoorden. Maar voordat je daar naartoe gaat wil ik eerst nog even een inwendig onderzoek doen’, zegt de chirurg.

Inwendig onderzoek? Gaat ze dan doen wat ik denk dat ze gaat doen?
Ja hoor, de blauwe latex handschoenen heeft ze al aangetrokken en een pot vaseline staat klaar op het kastje naast het bed waar ik op mag liggen. ‘Broek en ondergoed mogen uit. Ga maar liggen en blijf rustig doorademen.’

Meine Gute! Hebben ze hier ook geen roesje voor?!

1 reactie