Het DNA is je erfelijk materiaal. Het DNA bestaat uit genen. Die genen bepalen hoe je eruitziet, hoe je lichaam werkt en bijvoorbeeld hoe groot de kans is dat je bepaalde ziektes krijgt.
Lees op deze pagina over:
Wat is DNA?
In iedere cel van je lichaam zit DNA. Het DNA ziet eruit als lange draden die om elkaar heen gedraaid zijn. In het DNA zit informatie over al je erfelijke eigenschappen. De volgorde waarin de informatie op het DNA ligt, heet ook wel de code. Bij iedereen is de volgorde anders. Dat betekent dat iedereen een eigen en unieke code heeft.
Een ander woord voor een draad DNA is DNA-streng.
Chromosomen en DNA
Het DNA zit als het ware verpakt in pakketjes: de chromosomen. In elke cel van je lichaam heb je 46 chromosomen.
Wat is een gen?
Op de DNA-draad zit informatie. Een stukje informatie heet een gen. Een gen is dus een stukje DNA met informatie over een eigenschap, bijvoorbeeld over hoe je eruitziet of hoe je bent. Bijvoorbeeld de kleur van je ogen of je bloedgroep. Je hebt ook genen die ervoor zorgen dat je cellen hun werk goed doen. Ze geven bijvoorbeeld een signaal wanneer een cel moet delen of juist moet stoppen met delen.
In totaal heb je ongeveer 20.000 genen. De meeste genen heb je dubbel. Want je erft van bijna ieder gen een versie van je moeder en een versie van je vader.