Chemotherapie bij nierbekkenkanker
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofonChemotherapie kan bij nierbekkenkanker een aanvullende behandeling zijn vóór de operatie . Het kan ook een aanvullende behandeling zijn na een laserbehandeling of operatie. Als je niet meer kunt genezen, kan chemotherapie helpen om de ziekte remmen en klachten verminderen.
Lees op deze pagina verder over:
- Chemotherapie voor de operatie
- Chemotherapie in de blaas (blaasspoeling) na een operatie
- Chemotherapie via een infuus na de operatie
- Chemotherapie als je niet meer beter kunt worden
- Bijwerkingen van chemotherapie
Chemotherapie voor de operatie
Ziet de arts op de CT-scan een vergrote lymfeklier, dan kan dit wijzen op uitzaaiingen. Je kunt dan vóór de operatie chemotherapie krijgen via een infuus.
Chemotherapie in de blaas (blaasspoeling) na een operatie
Na een operatie, waaronder een laserbehandeling, krijg je soms nog een blaasspoeling met medicijnen tegen kanker. Hierdoor wordt de kans kleiner dat de tumor terugkomt in de blaas.
Bij een blaasspoeling brengt de arts mitomycine-C of epirubicine in de blaas. Dit gebeurt via de blaaskatheter die al bij de operatie is ingebracht. Het medicijn is opgelost in een vloeistof. Is het medicijn ingebracht, dan mag de katheter er weer uit. Je mag dan naar huis.
Na de blaasspoeling plas je de vloeistof gewoon uit. Of gaat de vloeistof uit de katheter. Dit gebeurt binnen 1 tot 2 uur. De mogelijke resten medicijnen kunnen schadelijk zijn voor anderen. Daarom krijg je in het ziekenhuis een aantal adviezen en leefregels mee.
Mitomycine en epirubicine kunnen bijwerkingen hebben, zoals:
- een allergische reactie van de huid
- soms: bloed in de urine, vaak moeten plassen, pijn bij het plassen
Chemotherapie via een infuus na de operatie
Heb je een hoog risico op het ontwikkelen van uitzaaiingen, dan kun je chemotherapie via een infuus krijgen na de operatie. Uit onderzoek blijkt dat chemotherapie de kans op terugkeer van ziekte verkleint.
Chemotherapie als je niet meer beter kunt worden
Bij uitzaaiingen kan chemotherapie helpen om de ziekte te remmen en klachten te verminderen. Je kunt er niet door genezen. De arts bespreekt de voor- en nadelen van chemotherapie met je.
Kies je voor chemotherapie, dan krijg je meestal een behandeling met de medicijnen gemcitabine en cisplatin. Mensen bij wie de overgebleven nier niet goed meer werkt, kunnen carboplatin krijgen in plaats van cisplatin.
Je kunt ook besluiten dat je niet met chemotherapie behandeld wilt worden.
Bijwerkingen van chemotherapie bij nierbekkenkanker
Chemotherapie kan bijwerkingen geven. Je kunt last hebben van:
- haaruitval
- misselijkheid en overgeven
- darmklachten
- een verhoogd risico op infecties en bloedingen
- vermoeidheid
- neuropathie
Ben je misselijk of geef je veel over? Dan kun je hier meestal medicijnen voor krijgen. Vraag je arts hiernaar.
Ben je klaar met de chemokuur, dan worden de bijwerkingen meestal minder, maar je kunt na de behandeling nog lang moe blijven.
Chemotherapie, bijwerkingen en tips
Hoe werkt chemotherapie?
Chemotherapie is een behandeling met cytostatica. Dit zijn medicijnen die kankercellen doden of hun celdeling remmen. Deze medicijnen verspreiden zich via het bloed door je lichaam. Ze kunnen op bijna alle plaatsen de kankercellen bereiken.
Chemotherapie doodt helaas ook gezonde cellen. Daardoor krijg je waarschijnlijk last van bijwerkingen.
Behandeling met chemotherapie is in de vorm van een kuur. Je krijgt een periode medicijnen en een periode niet. Vaak bestaat de behandeling uit een reeks chemokuren.
Chemotherapie, wat is het en hoe krijg je chemotherapie?
Chemotherapie en vruchtbaarheid
Door chemotherapie kun je minder vruchtbaar of onvruchtbaar worden. Ben je jong en heb je een kinderwens? Dan verwijst de arts je vóor de behandeling door naar een fertiliteitsarts. Met hem of haar kun je bespreken welke mogelijkheden er zijn om je vruchtbaarheid te behouden. Vraag als het nodig is zelf om een verwijzing.