Round two
Vanochtend mocht ik op audiëntie bij de oncoloog. Oncologie zit sinds 3 weken in een aparte vleugel van het ziekenhuis. Om het ziekenhuis binnen te mogen meldt je je bij de hoofdingang, via de intercom geeft je aan waar je moet zijn en dan wordt je door de portier binnen gelaten. Ik besluit om de lift links te laten liggen aangezien daar twee mensen volledig in beschermende kleding in staan. Met de trap lukt het ook wel ondanks dat ik nu iets sneller kortademig ben. In de nieuwe vleugel wordt de Alexander Monro kliniek gevestigd, op het gebied van borstkanker top of the bill. Het nieuwe meubilair is juist geplaatst en ik ben de eerste die op een van de nieuwe banken plaats neemt. Ach ja, dan heb ik die primeur dan toch gehad.
Er moet eerst bloed geprikt worden, de laborant komt naar de afdeling om te prikken, ze doet eerst een vers mondkapje voor maar ik mis de handschoenen……if ben ik nu echt een tikkeltje paranoia aan het worden?? Ook zij luistert naar mijn (goedbedoelde) aanwijzingen dat ze het best op mijn hand kan prikken omdat het in mijn elleboogplooi echt niet lukt. En ja hoor, in een keer raak! De oncoloog is tevreden en omdat de bijwerkingen van de orale chemotherapie erg meevallen besluit ze im ondanks dat ik het DPD enzym mis de dosering te verhogen naar 75% van de totale hoeveelheid. Dit om toch te proberen maximaal in te zetten om het resultaat zo optimaal mogelijk te laten zijn.
Ik merk dat ik er toch behoorlijk tegenop zie. De eerste week is gewoon overleven en staat het leven op standje zero. Niks voor mij, ik ben altijd bezig. En natuurlijk weet ik waar ik het voor doe en weet ik ook dat dit van voorbijgaande aard is, maar toch. Op zich is de eerste kuur me meegevallen na die eerste week. Alleen mijn handpalmen en voetzolen beginnen steeds pijnlijker te worden, dit is een bijwerking van de orale chemo. Vaak gaat dit weer over maar er zijn ook mensen waar dit niet meer verdwijnt. sowieso ben ik benieuwd of ik helemaal ongeschonden uit de strijd kom. Gelukkig is chemotherapie de laatste jaren maatwerk geworden en is er steeds meer aandacht om patienten met zo min mogelijk restverschijnselen te laten overleven. Maar aan sommige dingen ontkom je gewoon niet, die moet je nemen zoals ze komen. We zien wel waar het schip strandt, eerst de volgende gifbeker maar weer eens leegdrinken, volle kracht vooruit en gaan met die banaan.