2. Val ik in de prijzen?

Zomer 2017.
Zoals ik in de vorige blog al aangaf, was ik door de huisarts verwezen naar urologie in het Amphia, vanwege oplopende PSA en de recente bijbalontsteking. Weerom onderging ik de inmiddels bekende prostaatonderzoeken, waaronder ook weer een aantal biopten.
5x links, 5x rechts, troelala. Was dat nou een liedje?
Ach, niet geschoten is altijd mis. Daar kom ik later, in de volgende blog nog op terug…..

Na alle onderzoeken was er enkele weken later (half september 2017) een afspraak met de uroloog voor de uitslag. En ja, nu viel ik in de prijzen. Weliswaar geen hoofdprijs, maar toch wel een aanmoedigingstroostprijs (3 x woordwaarde). En uit die troostprijs (4 verschillende), mocht ik er zomaar eentje uitkiezen.

De uroloog begon het gesprek met me te melden dat in de loop van dat gesprek er ook een oncologisch urologieverpleegkundige bij zou komen zitten. De onrust in me groeide nu toch wel, want waarom die oncologische verpleegkundige bijzit? Was dat onlogisch, of had het een onco-logische reden? Dat bleek al rap toen de uroloog me de uitslag gaf van de biopsie. In één van de 10 biopten waren kankercellen aangetroffen. Oeioeioei! Maar…., volgens de uroloog niet van agressieve aard.
Gleasonscore: 3+3=6. En de PSA dus nog 17 en nog wat achter de komma. Het zei me allemaal nog niet zoveel. Maar ja, daarvoor kwam dus nogal logisch, die oncologische urologieverpleegkundige om de hoek kijken, om het gesprek samen met de uroloog verder te voeren.

Ik kreeg maar liefst 4 mogelijke behandelopties waar ik uit kon (mocht) kiezen:
1. Niets doen en onder controle houden, dus de zogeheten Active surveillance, met regelmatige/periodieke PSA-controle, echo en biopsie.
2. Opereren en prostaat verwijderen (met Da Vinci-robot) met zo nodig nabehandeling in de vorm van bestraling, als er uitzaaiingen bleken te zijn.
3. Externe bestraling, gedurende 7 tot 8 weken, 5 dagen p/w een bestraling.
4. Interne bestraling of te wel, Brachytherapie.

Wat de uroloog betreft kwam keuze 1 (Active surveillance) op de laatste plaats in het rijtje om te kiezen. Was dus volgens haar niet de beste optie. En de Brachytherapie had wat haar betreft een goede kans om op de eerste plaats te komen. De uroloog zou, na haar (interne) teambespreking, de diagnose en behandeladviezen naar de huisarts sturen.

Daarmee was voor de uroloog het gesprek gedaan en had ik aansluitend een gesprek met die oncologische urologieverpleegkundige. Die verpleegkundige overlaadde me met geschenkjes (dank u, dank u)  in de vorm van informatie over de 4 verschillende behandelopties, boekjes, brochures, allemaal leesvoer, maar beter niet voor de late uurtjes, voor het slapen gaan. Je zou er wakker van kunnen liggen.

Met al die informatie op zak en een nieuwe afspraak voor begin oktober met de uroloog, om te melden welke keuze ik had gemaakt vertrok ik huiswaarts. De verpleegkundige mocht ik eerder bellen na de teambespreking van uroloog en oncoloog, mocht er n.a.v. dat teamoverleg nog iets zijn gewijzigd wat betreft behandelopties.

En dat deed ik dan ook enkele dagen later, na dat bewuste teamoverleg. De verpleegkundige meldde me dat er wat behandelopties niets was gewijzigd. Ze vertelde me dat wanneer ik kies/besluit voor optie 1 (Active surveillance) of optie 2 (Opereren/prostaat verwijderen) er dan vooraf een MRI-scan zou worden gedaan, om te zien of er geen uitzaaiingen waren. Zou ik kiezen voor optie 3 (Externe bestraling) of optie 4 (Brachytherapie), dan zou er vooraf een CT-scan worden gemaakt. De Brachytherapie was volgens de uroloog een goede optie, omdat de prostaat weinig vergroot was. Bij een sterk vergrote prostaat zou dat geen goede optie zijn.

Na dit telefoongesprek kwamen bij mij tal van vragen naar boven, afwegingen wat te kiezen.
Maar ook; was dit nu wel de juiste diagnose ? M'n eerdere ervaring met urologie in dit ziekenhuis, maakten dat ik extra alert was.
Dus ging ik de digitale boer op. Meer informatie vinden over de voor’ s en tegens, over de diagnose- stelling etc. Over die speurtocht meer in het volgende blogbericht.