3. Onbevredigend goed nieuws op de Eerste Hulp
Bij de aanmelding op de SEH wordt mij om mijn verwijsbrief van de huisarts gevraagd. Die heb ik echter nooit gekregen. Ik maak in mijn smartphone een actielijst aan en zet erop dat ik daar dus kennelijk achteraan moet. Ik kon toen nog niet bevroeden dat - in het kader van de actieve rol van de patiënt in zijn eigen zorgtraject - dit nog een hele lange actielijst zou gaan worden.
Ik ontvang een polsbandje en wil plaatsnemen in de gelukkig lege wachtkamer. Zitten blijkt natuurlijk van de pijn niet te gaan. Dus loop ik rondjes door de wachtkamer. “Patiënten mogen niet drinken of eten” staat er op de twee automaten met frisdranken en versnaperingen. Jammer, want ontbeten had ik nog niet. Ik zie wel een stopcontact hoog boven de automaat, dus daar gaat mijn oplader en smartphone in.
Dan begint het wachten. Zonder afleiding van een smartphone. Alleen in gedachten, in Corona-tijd op de SEH. Geen plek waar ik wil zijn. Maar tegelijkertijd ook weer wel: hier gaat men mij immers eindelijk vertellen waarom ik zo’n pijn in mijn buik en rug heb en gaan ze het oplossen. Gespannen, onzeker maar dus ook een vorm van berusting is wat ik voel.
Ik word naar binnen geroepen door een vriendelijke triage verpleegster. Kort doe ik mijn verhaal en worden de eerste metingen gedaan; bloeddruk, zuurstof, temperatuur. Eenmaal in de onderzoekskamer wordt er bloed geprikt en word ik verzocht in een potje te plassen. Dat blijkt niet makkelijk te gaan - ik heb immers nog niets ontbeten - en het gaat uiteindelijk dus ook niet zonder knoeien, dus neem ik ondanks alle pijn in mijn rug de moeite om de vloer met papieren doekjes schoon te vegen. De verpleegster komt op dat moment binnen en is verbaasd over deze ijverige patiënt. Ze krijgt mij zover om op het smalle bed te gaan liggen.
Liggend op bed pak ik mijn telefoon en hou mijn vriendin via Whatsapp op de hoogte. Zij is druk met onze dochter, onze jonge puppy, het organiseren van opvang en haar hele drukke baan. De afgelopen weken waren voor haar topzwaar, ik lag bijna permanent in bed of op de bank zodat ik nauwelijks hulp kon bieden maar eerder hulpbehoevend was. Zij wil - misschien zelfs nog wel meer dan ik - een diagnose, een oplossing, dat ik herstel.
Ik maak kennis met de SEH-arts. Een aardige, vrolijke, rustige en empathische vrouw van mijn leeftijd. Ik neem mij voor te zorgen dat ik haar aan mij bindt, daarmee hopend op de beste hulp mogelijk. Zij hoort mijn verhaal aan en snapt mijn wanhoop: een man van 40 hoort met zijn dochter druk in de weer te zijn en niet wekenlang plat op zijn rug te liggen. Ik stel ook wedervragen, haar vader was journalist dus het lag niet direct voor de hand om geneeskunde de gaan studeren. Maar ze voelt zich inmiddels als een vis in het water. Ik merk dat we een fijne klik hebben: resultaat over en weer bereikt.
De SEH-arts laat mij weten dat er een CT scan wordt afgenomen van mijn abdomen om te kijken waar die stekende pijn in mijn buik nou vandaan komt. Kort daarop loop ik mee naar de CT scanner en binnen enkele minuten is de scan achter de rug. Daarna loop ik weer terug naar de onderzoekskamer en is het wachten op de uitslag.
Het begint inmiddels tegen 14 uur te lopen, mijn vriendin heeft tot dan een belangrijke zoom call en zou mij daarna bellen. De SEH-arts komt na enige tijd binnen; ik kan door het mondkapje niets opmaken over de boodschap die ze komt brengen. Het blijkt goed nieuws te zijn en slecht nieuws te zijn. Het goede nieuws is dat er niks ernstigs te zien is op de scan. Het slechte nieuws is dat daarmee de conclusie moet zijn dat de pijn in de spieren zit, nog niet over is en ze mij met niet meer dan extra pijnstillers en het advies vooral te blijven bewegen naar huis stuurt.
Ik weet niet wat ik moet zeggen. Ik had namelijk alles verwacht, maar niet dit. Voorzover een diagnose überhaupt voldoening hoort te geven doet deze dat zeker niet. Terug naar huis met pijnstillers en weer terug op de bank… Dat kan toch niet het plan zijn? Mijn vriendin appt me dat deze diagnose niet juist kan zijn. En dat ik deze dus vooral niet moet accepteren. En moet blijven aandringen. Maar hoe dan? Wat dan? De SEH-arts heeft het toch samen met de radioloog bekeken? De SEH-arts snapt mijn frustratie maar is ook duidelijk: dit is het, helaas. Ik weet zonder medische kennis niet wat ik hier tegenin moet brengen. Onbevredigend is een understatement en past niet bij hoe ik mij voel. Alsof ik weet dat er iets fout zit maar niet weet wat - waardoor ik niet bij machte ben iets te doen. Dat frustreert me niet alleen. Het idee niet in staat te kunnen zijn in te grijpen maakt me ook klein.
Ik maak dus aanstalten om dan maar mijn spulletjes bij elkaar te rapen terwijl op dat moment voor de zoveelste keer de telefoon in haar jas rinkelt.
”Neem maar op, hoor.” zeg ik. Dat doet ze. Het is muisstil dus ik kan bijna woordelijk horen wat er aan de andere kant wordt gezegd. “Is die patiënt nog bij jou? Stuur m nog niet weg….”