1. De laatste Peking Eend?
Het zal medio 2020 zijn dat ik mijn renmaatje vertel dat we even geen rondjes meer door het park kunnen rennen.
Telkens als ik op een van mijn voeten neerkom doet t pijn bovenin mijn rug. De rug even wat rust geven en een betere bureauhouding aannemen en het gaat vast vanzelf over. Ik was al niet erg sportief dus erg vond ik het allerminst.
Rond november / december 2020 merken we dat het week na week steeds iets is verergerd. Dat gaat zo langzaam dat het eigenlijk ongemerkt gebeurt. Ik meld me bij de fysio met de opdracht om die rug eens flink te kraken en al datgene los te maken wat vast zit of pijn doet.
Enthousiast gaat de jonge dame - kort geleden afgestudeerd - ermee aan de slag. De twee behandelingen doen flink pijn - en dat krijgt ze ook van mij te horen - maar ik vraag haar om dat juist als een aanmoediging te zien en vooral door te gaan. Dan halen we er maximaal resultaat uit, toch?
Na drie behandelingen zonder effect praat ze op me in: is dry needling niks voor u? Daarmee zijn die knopen vast wel goed los te krijgen - en mijn collega doet toevallig dry needling! Ik laat haar weten dat dry needling mij teveel een commerciële gimmick lijkt en opteer voor haar alternatief van manuele therapie bij haar andere collega. We nemen vriendelijk afscheid van elkaar.
De manueel therapeute, een vriendelijke oudere en ogenschijnlijk zeer ervaren dame legt mij in twee behandelingen meermaals in de knoop. Echt helpen doet het niet.
Een derde afspraak zeg ik af - ik heb nu ook flinke buikpijn en die wil ik eerst maar eens even aankijken. Het is een pijnscheut ter hoogte van de galblaas, net onder de laagste rib aan de rechterkant. Het doet zich alleen voor als ik ga zitten. Het is dan wel een hele scherpe pijn.De pianoles zeg ik maar voorlopig af. Ook als ik in bed lig en ik trek mijn knieën op, dan komt die pijn terug. Staan, lopen en platliggen gaat probleemloos.
Godzijdank is het Coronatijd en heb ik alleen maar Zoom-meetings. Dat mijn camera dan wel eens “niet werkt” is een zegen: zo kan ik platliggend op een matje op kantoor toch mijn besprekingen doen.
Omdat al deze veranderingen zo langzaam hun intrede doen heb ik er zelf nauwelijks erg in. Ik lig eigenlijk vooral plat, de hond uitlaten lukt nog net. Het maakt dat ik mij lui voel; ik draag niks meer bij aan het huishouden. Ik werk inmiddels ook al niet meer op kantoor maar met een laptop vanuit bed.
Dat is het moment dat mijn vriendin (uit)eindelijk aan de bel trekt: ga nou naar de huisarts met die snijdende buikpijn.
Dus meld ik mij medio januari 2021 op een maandag bij de huisarts - die overigens geen mondkapje draagt - met “plotselinge buikpijn. O ja, ik heb ook rugpijn maar dat heeft er niks mee te maken want dat heb ik al maanden en zal wel door een verkeerde zithouding komen.”
De huisarts loopt zijn standaardprotocol af: het kunnen geen galstenen of blinde darm zijn, dus eerst maar eens een laxeerpoedertje (Macrogol en zouten) nemen - er zit waarschijnlijk een verstopping in je darmen die deze snijdende pijn veroorzaakt.
Donderdag merk ik nog steeds geen verschil dus bel ik de huisarts maar kom er niet doorheen. De apotheek laat weten dat ik allang verschil had moeten merken, dat poeder werkt namelijk erg snel. Omdat ik de huisarts vrijdag ook niet te pakken krijg beland ik zaterdag - tegen bijbetaling - bij de weekenddienst van de huisartsenpost. Aldaar neemt de vriendelijke dame een urinetest; galstenen zal het inderdaad niet zijn maar wellicht wel zogeheten gruis? Dat kan ook eenzelfde soort pijn opleveren. Zij adviseert mij na het weekend terug te gaan naar mijn eigen huisarts.
Terug bij mijn huisarts is maandag de buikpijn bij zitten is inmiddels niet te harden. In de wachtkamer en onderzoekskamer moet ik een aangeboden stoel afslaan. Ik kan alleen nog staan en lopen, het gaan liggen op een onderzoekstafel gaat eigenlijk niet. Ik voel me nu toch echt patiënt. Ik krijg 50mg diclofenac voorgeschreven en er wordt bij het diagnostisch centrum een foto en echo besteld van de rechteronderkant van de buik.
Als ik de huisarts over de telefoon tegen de het diagnostisch centrum hoor zeggen dat woensdag “prima” is, voel ik me niet gehoord. Waarom lijkt het dat ik zoveel weerstand voel en zo hard voor mezelf moet opkomen als ik - iemand die zelden bij de huisarts komt - eens een keer met een echte klacht kom? Moet ik de pijn die ik heb soms aandikken? Ik dacht dat ik assertief was, maar dat blijkt anders uit te pakken wanneer ik voor mijn gezondheid afhankelijk ben van een ander. Dat voelt toch anders - zwakker, kleiner - dan wanneer ik een parkeercontroleur moet overtuigen het voor deze keer door de vingers te zien.
Als ik het diagnostisch centrum zelf aan de lijn krijg omdat men mij wat instructies vooraf wil geven, benadruk ik opnieuw de pijn - ik mag nu gelukkig binnen het uur langskomen. Ik doe inmiddels alles lopend: autorijden of in een taxi zitten lukt immers niet meer.
Van de ellende besluit ik mezelf ‘s-avonds te verwennen met een bezorgmaaltijd Geroosterde Peking Eend van Restaurant Nam Kee. Zittend op mijn knieën op de grond verorber ik de maaltijd van de eettafel alsof het mijn laatste avondmaal is.
De eend is nog niet op of of ik wordt plots duizelig - en heel kortaf tegen mijn vriendin die de vette eend veroordeelt want aanziet voor de oorzaak van wat zij vermoedt de boosdoener te zijn: een maagzweer. Ik moet mijn ogen dicht doen en probeer mezelf af te sluiten voor alle prikkels die ik hoor, zie en voel.
Daarna val ik flauw; ik red het nog net naar de WC waar mijn vriendin mij overeind houdt. Zij belt de huisartsenpost.