Kinderwensen en laserstralen
Samen met Lydia zat ik op ons balkon naar voorbijrijdende fietsers te kijken, drie verdiepingen lager. Veel hadden wij niet op het moment te doen; Ik was gestopt met werken en samen met Lydia was ik gestopt met vrijwilligerswerk. Met enige regelmaat kwam er ook een moeder met een kind achterop voorbij. Dat kon ook realiteit voor ons worden. Er moest hier nog wel een keus in gemaakt worden... Gisteren hoorden wij dat over een maand mijn eerste chemo ingepland stond, daarna waren er nog om de twee weken vijf te gaan en de behandeling zou afgesloten worden met 15 tot 20 bestralingen, afhankelijk van hoe het allemaal zou gaan lopen. Als er een kind zou komen, moesten deze behandelingen wel aanslaan. Dat zou vast goed gaan. Toch? Stadium 2, had de internist gezegd. Dat is goed te behandelen, maar toch is er een kleine kans dat het mis kan gaan. Vast niet.
"Schat, we moeten het er over hebben..." Lydia staart voor zich uit, ik twijfel of ze het wel gehoord heeft, of wel wil horen. "Ik had het tegen jou hoor." Ze kijkt mij kort aan. “Ja, ik weet het. Ik weet gewoon nog steeds niet helemaal hoe ik me erover voel.” Ik wel. Ik wilde het kind. Ik zag mijzelf wel vader worden, ik vond dat ik daar wel geschikt voor was. Wat als Lydia dit echt niet wil... Wat ik moet ik dan zeggen? Wat moet ik dan voelen? Nadat Lydia weer een tijdje in de verte had lopen staren, sprak ze weer. “Ik wil gewoon nog steeds geen kinderen, maar ik wil niet egoïstisch zijn in mijn keus. Ik heb jouw mening, maar zelfs zonder jouw mening denk ik niet dat ik ooit gehoor had gegeven aan mijn gevoel.” Het duurde even voordat het binnenkwam. Wellicht lag het aan mijn chaotische manier van denken. Ik pakte haar hand zachtjes vast. "Dus we gaan er mee door?" "Deze keer ben ik zoveel ouder, en getrouwd. Ik heb jou, onze ouders, onze broers en zussen. Maakt niet uit wat er gebeurt, ik zal het nooit helemaal alleen hoeven doen.” Een gevoel van geluk komt over mij heen. Even vergeet ik wat er komen gaat, maar focus mij op het feit dat ik vader word. Ik lach zachtjes en geef Lydia een zoen. Zij glimlacht ook, maar haar blik herinnert mij weer aan het feit dat ik kanker heb. Zij heeft het er duidelijk overal moeilijker mee dan ik.
Daar lag ik dan. Een zachte, verwarmde plaat gemaakt van kunststof werd over mijn hoofd en schouders heen gedrukt. Hoewel de bestraling pas maanden later zou beginnen, werden er een week voor de eerste chemo al voorbereidingen getroffen. In mijn hoofd dacht ik er aan om als grap de ademhaling van Darth Vader na te doen, maar de masker van kunststof belemmerde mijn vermogen om te spreken. Het voelde ergens heel rustgevend om een warm ingepakt gezicht te hebben en ik werd er wat slaperig van. Dat kon er ook aan liggen dat ik een uur geleden flauwgevallen was. Een verpleegster, die waarschijnlijk nieuw was, ging het infuus inbrengen. Na wat gepor met naalden lukte dit, maar ze vergat het kraantje dicht te zetten. Een warme stroom bloed liep over mijn arm naar beneden. Ik was gefascineerd van de hoeveelheid bloed, maar was niet onder de indruk. Het zien van bloed deed mij überhaupt niet veel. De verpleegster was het bloed met een doekje van mijn arm aan het vegen toen ik mij spontaan duizelig begon te voelen en het bloed uit mijn hoofd voelde wegstromen. "Mag ik een glas water, ik voel mij niet zo goed." De verpleegster draaide zich om wat water te pakken. "Meneer Vogels? ...Meneer Vogels?" Ineens stond er een man over mij heen gebogen. "Meneer Vogels... Hoe gaat het met u?" Ik trok mijzelf weer omhoog in mijn stoel en wreef de achterkant van mijn hoofd. "Het gaat prima, een beetje slaperig." "U viel even weg, de verpleegster kon nog net voorkomen dat u uit uw stoel gleed." Dat was vreemd. Ik was nog nooit flauwgevallen. Na wat vragen van de dokter en een excuses van de verpleegster, die ik niet nodig vond, vond de dokter dat er weer verder gegaan kon worden. Ik wreef bij het opstaan uit de stoel mijn schouders, die om een of andere reden wat beurs voelden. De verpleegster zag dit. "Ik moest met al mijn kracht proberen u in uw stoel te houden, dus wellicht zijn uw schouders daarom wat gevoelig." Ik grinnikte. Ik kon in mijn hoofd het beeld voor me zien. Arme verpleegster. Voor Lydia was het nog minder leuk, ik was ineens een half uur weg bij een ingreep van minder dan tien minuten. Toen ik weer naar de wachtkamer liep zag ik een blik van opluchting na flinke bezorgdheid. "Gaat het wel schat?!". "Zo, het masker is hard geworden." Ik werd uit mijn herinnering gehaald toen het masker weer verwijderd werd. Er was een perfecte afdruk ontstaan van de bovenste helft van mijn bovenlichaam. Mijn hoofd leek extra groot en mijn schouders breder dan normaal.
Ik leek wel in een sciencefiction verhaal beland te zijn. Het masker deed mij natuurlijk al denken aan een welbekend sciencefiction verhaal uit een sterrenstelsel hier ver, ver vandaan, maar de lasers die in combinatie met een lichaamsscan over mij heen bewogen lieten mij voelen alsof ik in een droom beland was. Via het eerder geplaatste infuus werd er weer contrastvloeistof in mijn lichaam gespoten, met weer gloeiende lichaamsdelen als gevolg. Via de scan werden twee rode laserlijnen gebruikt om de locatie van de te tatoeëren stippen te bepalen, zo kon er in de toekomst steeds precies op dezelfde plek bestraald worden. Een souvenirtje, die stippen. Ik zou zelf nooit een tatoeage nemen, maar nu ik toch drie kleine had, overwoog ik er alsnog een. Misschien als ik straks beter ben? Ik betrapte mezelf op mijn positieve manier van vraagstelling. Als ik straks misschien beter ben?
Wil je Lydia's kant van het verhaal? Klik hier.
"Schat, we moeten het er over hebben..." Lydia staart voor zich uit, ik twijfel of ze het wel gehoord heeft, of wel wil horen. "Ik had het tegen jou hoor." Ze kijkt mij kort aan. “Ja, ik weet het. Ik weet gewoon nog steeds niet helemaal hoe ik me erover voel.” Ik wel. Ik wilde het kind. Ik zag mijzelf wel vader worden, ik vond dat ik daar wel geschikt voor was. Wat als Lydia dit echt niet wil... Wat ik moet ik dan zeggen? Wat moet ik dan voelen? Nadat Lydia weer een tijdje in de verte had lopen staren, sprak ze weer. “Ik wil gewoon nog steeds geen kinderen, maar ik wil niet egoïstisch zijn in mijn keus. Ik heb jouw mening, maar zelfs zonder jouw mening denk ik niet dat ik ooit gehoor had gegeven aan mijn gevoel.” Het duurde even voordat het binnenkwam. Wellicht lag het aan mijn chaotische manier van denken. Ik pakte haar hand zachtjes vast. "Dus we gaan er mee door?" "Deze keer ben ik zoveel ouder, en getrouwd. Ik heb jou, onze ouders, onze broers en zussen. Maakt niet uit wat er gebeurt, ik zal het nooit helemaal alleen hoeven doen.” Een gevoel van geluk komt over mij heen. Even vergeet ik wat er komen gaat, maar focus mij op het feit dat ik vader word. Ik lach zachtjes en geef Lydia een zoen. Zij glimlacht ook, maar haar blik herinnert mij weer aan het feit dat ik kanker heb. Zij heeft het er duidelijk overal moeilijker mee dan ik.
Daar lag ik dan. Een zachte, verwarmde plaat gemaakt van kunststof werd over mijn hoofd en schouders heen gedrukt. Hoewel de bestraling pas maanden later zou beginnen, werden er een week voor de eerste chemo al voorbereidingen getroffen. In mijn hoofd dacht ik er aan om als grap de ademhaling van Darth Vader na te doen, maar de masker van kunststof belemmerde mijn vermogen om te spreken. Het voelde ergens heel rustgevend om een warm ingepakt gezicht te hebben en ik werd er wat slaperig van. Dat kon er ook aan liggen dat ik een uur geleden flauwgevallen was. Een verpleegster, die waarschijnlijk nieuw was, ging het infuus inbrengen. Na wat gepor met naalden lukte dit, maar ze vergat het kraantje dicht te zetten. Een warme stroom bloed liep over mijn arm naar beneden. Ik was gefascineerd van de hoeveelheid bloed, maar was niet onder de indruk. Het zien van bloed deed mij überhaupt niet veel. De verpleegster was het bloed met een doekje van mijn arm aan het vegen toen ik mij spontaan duizelig begon te voelen en het bloed uit mijn hoofd voelde wegstromen. "Mag ik een glas water, ik voel mij niet zo goed." De verpleegster draaide zich om wat water te pakken. "Meneer Vogels? ...Meneer Vogels?" Ineens stond er een man over mij heen gebogen. "Meneer Vogels... Hoe gaat het met u?" Ik trok mijzelf weer omhoog in mijn stoel en wreef de achterkant van mijn hoofd. "Het gaat prima, een beetje slaperig." "U viel even weg, de verpleegster kon nog net voorkomen dat u uit uw stoel gleed." Dat was vreemd. Ik was nog nooit flauwgevallen. Na wat vragen van de dokter en een excuses van de verpleegster, die ik niet nodig vond, vond de dokter dat er weer verder gegaan kon worden. Ik wreef bij het opstaan uit de stoel mijn schouders, die om een of andere reden wat beurs voelden. De verpleegster zag dit. "Ik moest met al mijn kracht proberen u in uw stoel te houden, dus wellicht zijn uw schouders daarom wat gevoelig." Ik grinnikte. Ik kon in mijn hoofd het beeld voor me zien. Arme verpleegster. Voor Lydia was het nog minder leuk, ik was ineens een half uur weg bij een ingreep van minder dan tien minuten. Toen ik weer naar de wachtkamer liep zag ik een blik van opluchting na flinke bezorgdheid. "Gaat het wel schat?!". "Zo, het masker is hard geworden." Ik werd uit mijn herinnering gehaald toen het masker weer verwijderd werd. Er was een perfecte afdruk ontstaan van de bovenste helft van mijn bovenlichaam. Mijn hoofd leek extra groot en mijn schouders breder dan normaal.
Ik leek wel in een sciencefiction verhaal beland te zijn. Het masker deed mij natuurlijk al denken aan een welbekend sciencefiction verhaal uit een sterrenstelsel hier ver, ver vandaan, maar de lasers die in combinatie met een lichaamsscan over mij heen bewogen lieten mij voelen alsof ik in een droom beland was. Via het eerder geplaatste infuus werd er weer contrastvloeistof in mijn lichaam gespoten, met weer gloeiende lichaamsdelen als gevolg. Via de scan werden twee rode laserlijnen gebruikt om de locatie van de te tatoeëren stippen te bepalen, zo kon er in de toekomst steeds precies op dezelfde plek bestraald worden. Een souvenirtje, die stippen. Ik zou zelf nooit een tatoeage nemen, maar nu ik toch drie kleine had, overwoog ik er alsnog een. Misschien als ik straks beter ben? Ik betrapte mezelf op mijn positieve manier van vraagstelling. Als ik straks misschien beter ben?
Wil je Lydia's kant van het verhaal? Klik hier.