'Gezellig' bij de dokter

"Doe je shirt maar uit.", zei dokter Wahid. Ik voelde mij bij dat verzoek altijd wat onzeker. Ik hield mijn buik lichtjes in en hield mijn borst wat omhoog om met dat gevoel van onzekerheid te compenseren. Niet dat ik dik was, ik was juist zo mooi afgevallen de afgelopen tijd zonder er al te veel moeite voor te doen. Hij voelde mijn okselbult. "Hmmm. Dat is inderdaad een flinke bult." Hij fronste. Hij zou zich vast heel hard aan het concentreren zijn, gezien mijn magere introductie: "Ik heb al een tijdje een bult in mijn oksel en het internet zegt spannende dingen daarover. Ik wil zeker weten of het niets ernstigs is". Hij voelde vervolgens achter mijn sleutelbeen. "Hmmm. Hier heb je ook nog een bult." "Oh?". Ik was verrast en nieuwsgierig tegelijkertijd. Hij kantelde zijn hoofd naar achter om beter door zijn glazen te kijken en voelde onder mijn kaaklijn. Na vervolgens de andere kant van mijn lijf en mijn liezen (gelukkig mocht ik mijn broek aanhouden) zonder resultaat gevoeld te hebben ging dokter Wahid weer rechtop zitten in zijn bureaustoel. Hoe optimistisch ik ook altijd was, ik kon het niet laten om de zorgen van mijn vrouw serieus te nemen en terug te denken aan de enge verhalen op internet. "Ik kan geen diagnose geven, maar het is wel belangrijk om er zo snel mogelijk achter te komen wat deze abnormale vergroting van je lymfeklieren veroorzaakt. Ik stuur je vanmiddag nog naar het ziekenhuis voor een echo en een bloedonderzoek." Hij pakte zijn telefoon en belde het ziekenhuis op om direct afspraken te maken. Met de serieuze toon in zijn stem was zijn accent een stuk minder zonnig en ook een stuk minder verstaanbaar. Ik ving daarbij het woordje 'spoed' op. Mijn gezicht kreeg drukte daarbij een non-verbale "Oh?!" uit. Na het maken van de afspraken werd ik weer op pad gestuurd. Hij schudde mij de hand. "Nou, ik hoor het wel...". Hij klonk niet meer zo opgewekt als bij het ophalen uit de wachtkamer. Waar was dat warme gevoel gebleven? Bemoedigend...

Ik kwam mijn appartement binnen en werd begroet met een opgewekte en zenuwachtige "...en?!". "We moeten vanmiddag naar het ziekenhuis." Ik probeerde het luchtig te brengen maar dat werkte averechts. "Wat? Echt? Meen je dat?". Ik zag aan haar uitdrukking hoe de officieuze zorgen die wij de avond ervoor gecreëerd hadden veranderden in officiële zorgen. Zonder er over na te denken vond ik het blijkbaar ook nog nodig om te zeggen dat dokter Wahid het woordje 'spoed' had laten vallen bij het maken van de afspraken. "Oh... Schat...".

In het ziekenhuis was duidelijk dat er spoed was. Ik had voorrang gekregen bij het bloedprikken terwijl er aardig wat wachtenden voor mij waren. "Ze zijn wel bloedserieus hé, Lydia?". Ze kon mijn humor niet waarderen. We waren aan het wachten op de echo. "Wat als nou blijkt dat je kanker hebt?" Ik vond deze vraag vervelend en probeerde mijn onsuccesvolle standaardreactie op moeilijke vragen van Lydia: "Dan komt het vast wel goed." Ik wist door haar geïrriteerde blik dat ze er verder over in discussie wou, maar ik voelde mij daar ongemakkelijk bij en wilde oprecht dat het echt niet complexer zou zijn dan 'Het komt vast wel goed.' "Wat als je kanker hebt? Hoe gaan we dat doen met je de nieuwe opleiding die je wilt beginnen? Met mijn nieuwe opleiding?" "Ummm... Ik weet het niet schat...". "Denk na dan!?". Dit ging vaak zo bij moeilijke onderwerpen, maar ik kon niet onder deze discussie uitkomen. "Meneer Vogels?" Ik grinnikte naar Lydia vanwege de timing van de verpleegster. Lydia kon de timing waarschijnlijk minder waarderen. "Ik zie je zo!".

Ik zat in een donkere ruimte met als enige inrichting twee stoelen en een echo-apparaat. "Hmmm. Sfeervol.". Er was dan wel niemand om mijn sarcasme mee te delen maar het nam voor mezelf wat lading weg van de situatie. Een donkere vrouw kwam binnen. Het was zo'n gezellige flinke Afrikaanse vrouw, alleen zonder het gezellige. Ik kreeg geen brede witte glimlach terug en dat was ik niet gewend. Ach, zo leer je nog eens vooroordelen af. Ze begon met het maken van echo's. "Oh, dit heb ik nog niet eerder gezien." Ze keek mij vragend aan. Ik gaf op vriendelijke wijze een 'Weet ik veel?' blik terug. "Ik stuur de beelden even door naar de radioloog zodat hij ze kan onderzoeken. Dan komt hij zo langs met zijn bevindingen." 'Zo' was een half uur lang in mijn eentje in een donkere ruimte, in het gezelschap van een echo-apparaat. De donkere vrouw kwam tussendoor nog even terug om, nu ineens wel met een brede witte glimlach, excuses te maken dat het wat langer duurde. "Hij komt er zo aan hoor!". Die glimlach maakte haar niet ineens alsnog een gezellige vrouw en compenseerde niet met het matige gezelschap dat het echo-apparaat mij geboden had. Ik bedacht me dat Lydia waarschijnlijk steeds bezorgder werd in de wachtruimte. Uiteindelijk kwam de radioloog met zijn niet zo verlossende woorden: "Een echo kan niet voldoende laten zien om tot een diagnose te komen. Aanstaande maandag heb je een afspraak bij interne geneeskunde, deze zullen verder onderzoek gaan doen." Wat was dat een fijne opening van het weekend...