Vertrouwen

Ik heb iets met het cijfer 7. Ben geboren op de zevende, en jaren later was Marijn mijn verjaardagscadeau op diezelfde zevende. Joost en Hans zijn van de veertiende, inderdaad, twee keer zeven. En zo nog een paar dingen. Ik vind dat wel speciaal..
De zeven is ook van de zeven magere en de zeven vette jaren. En na zeven magere, hoop ik nu heel erg op zeven vette, die dan nu ongeveer zouden moeten beginnen. Ik hoop op in ieder geval zeven, hoeft niet eens heel vet. Maar ik heb daar nog niet altijd evenveel vertrouwen in.

Zeven jaar geleden, in 2013, begon het gedoe met mijn lijf. In die afgelopen zeven jaar is er sowieso heel veel gebeurd in ons hele leven, en niet alleen met mijn lijf.
De behandeling van de kanker in mijn lijf is klaar. Voor nu in ieder geval, ik had het daar al even over in mijn vorige blog. Nu is het wachten op de controles. Op de eerste, eind mei, en dan weer in augustus. Hopen dat het weg blijft, dat ik schoon blijf. Dat andere dingen niet gaan opspelen. Dat ik geen corona oploop, met mijn longen. Dat het lukt mijn leven weer op te pakken. Niet het oude, want dat lukt en hoeft niet meer, maar weer verder met het nieuwe, waar ik ook veel zin in heb.
En er zijn dagen in de week dat ik dat goed kan. Maar er zijn ook dagen in de week dat ik het helemaal niet kan. Dat het overdag niet wil. Dat ik ’s nachts droom dat het mis gaat. Dat de kanker terug komt. Dat ik corona krijg en niet in milde vorm. En daar dan allemaal variaties op, die dromen. Onnodig om te zeggen dat van slapen dan niet meer zo veel meer komt… En dat helpt niet.

Ten tijde van de behandeling dacht ik, ik heb dat geloof ik ook al eerder genoemd, als het klaar is ga ik opbouwen. En dat is ook zeker zo. Maar wel heel anders dan ik gedacht had. Lichamelijk ben ik aan het opbouwen, sinds een maand of twee en dat voelt goed. En daar ben ik blij mee, het grootste gedeelte van de de week. Buiten de vermoeidheid om, die toch fors aanwezig blijft, voelt mijn lijf goed, ondanks mijn spieraandoening, en heb ik er best wel vertrouwen in. Met mijn hoofd is het iets anders.

Want er zijn ook dagen in de week dat vertrouwen er veel minder is. Helemaal niet zelfs. En dat zit vooral in mijn hoofd.
Dan ben ik bang. Bang voor wat er gaat komen, bang voor de onderzoeken, bang voor weer een keer slecht nieuws. Iets met drie keer is scheepsrecht…
Dan ben ik teleurgesteld. Teleurgesteld dat het niet gaat zoals ik hoopte, wilde. Teleurgesteld in mezelf, in dat ik dit stuk, het herstel, en het verwerken, eigenlijk veel zwaarder vind dan de behandeling op zich. Dat ik ‘het’ niet kan. En tegelijkertijd weet ik dat die teleurstelling nergens op slaat. Ik hoor van vriendinnen in vergelijkbare situaties dat ze ook ervaarden dat ‘erna’ zwaarder is dan ‘tijdens’. Sommigen zelfs nu nog. Dat die angst voor het volgende onderzoek normaal is, dat je daar een manier voor gaat vinden, maar niet nu meteen. Dat dat niet kan, dat ik dat niet moet willen. Iets met indalen en verwerken…
Maar toch, ik baal. Als dat het goede woord is. Ik baal dat het zo gaat, ik baal dat ik er zo op reageer, dat ik niet flinker ben. En daarbij helpt deze tijd, thuis, in soort (voor mij verlengde) isolatie en in verhouding weinig mensen zien, niet altijd.

Dat vind ik moeilijk. Zachtgezegd. Wil het niet, eigenlijk. Zeker nu niet. Er zijn er zoveel nu die het veel erger hebben…
Maar het is er, het stapelt, soms en het kost altijd energie. Energie die ik liever ergens anders voor gebruik. En ik vind het lastig om toe te geven dat ik dat voel. Ik vind mezelf dan toch snel een zeur, een klager. Het heeft lang genoeg geduurd (iets met zeven magere jaren..) en ik wil weer gewoon een leuke vrouw zijn.
Dus ik blijf ermee lopen. Het duurt nooit heel erg lang, gelukkig, en overdag is het al veel minder erg dan s nachts, maar toch, het is er, en het drukt dan. En meestal als ik zo’n dag heb en ik heb een afspraak, zeg ik die af. Ben toch niet gezellig dan vind ik, en rommel een beetje thuis. Ik vind het dan wel vervelend, lastig, om te zeggen dat het weer niet gaat. Zou het wel moeten doen soms, want het helpt, weet ik ook wel. Net als schrijven, dat helpt dan ook. Schrijven omdat ik het dan van me af schrijf, het op een rijtje zet, en omdat dat oplucht.
En daarom dus ook nu deze blog.

Want die twee dingen als hulpmiddel, praten en schrijven, kwamen gisteren ter sprake met een lieve vriendin. Die ik af had willen zeggen (vannacht weer zo’n nacht…) maar wat ik toch niet heb gedaan. En die dus mijn huilbui kreeg. Maar dat helemaal niet erg vond, en er was. Met wie ik ook over andere dingen heb gekletst. Die me ook op een rijtje hielp krijgen wat me helpt in zo’n geval en wel vond dat ik het er gewoon over kon hebben en het ook gewoon op kon schrijven. Wilden mensen het niet lezen (wat ze niet dacht maar goed), so what, daar deed ik het toch niet voor? Beetje vertrouwen hebben in de mensen om je heen, noemde ze het ook wel…

En gelijk heeft ze. En dus krijgen jullie bij deze mijn vertrouwen, door middel van deze blog. Even mijn hart luchten. Dank voor jullie vertrouwen. En ik ben heel benieuwd hoe dat voor jullie is en wat jullie doen?
Dank voor het luisteren, en tot de volgende keer. Want ook dit hielp!

1 reactie

Heel goed dat je het hier uit. Daar is deze site toch voor. Hier vindt niemand dat je zeurt en mocht iemand het niet willen lezen, dan klikt die persoon gewoon weg.

Het valt allemaal niet mee. Blijf schrijven, blijf praten. Laat je echte vrienden delen in je verdriet, dan kunnen ze je steunen. 

Sterkte ermee,

Hanneke

Laatst bewerkt: 28/04/2020 - 11:12