Zorgen voor mezelf is ook hulp vragen
Ik heb me gister voorgenomen goed voor mezelf te zorgen. Goed voor mezelf zorgen betekent dat ik moet aangeven wat ik wel en niet nodig heb. Ook al vind ik dat soms lastig. Ik voel me sterk en strijdbaar.
Met mijn nieuw opgedane energie en vechtlust douche ik zelf,
ruim ik mijn eigen natte handdoeken op en zorg dat er weer schone liggen. Het
zorgt dat ik wat te doen heb, en ik weet hoe hard het werken is voor de verpleegkundigen.
De ochtend begint trouwens niet met wassen, het begint met het uitdelen van de pillen… Daarna ontbijt. Ik heb mezelf aangewend om in een stoel te ontbijten. Het maakt dat ik me wat minder patiënt voel. Ik lig al zo veel in bed. Lezen kan ik niet echt. In mijn hoofd maalt het, en ik ben al weken warrig en vergeetachtig.
Ik kan amper lopen. De 12 kg vocht in mijn lijf zit rond mijn
romp en bovenbenen. Hierdoor raken mijn knieën elkaar wanneer ik loop. De
medicatie die ik krijg zorgen ook voor pijnlijke gewrichten. Ik weet dat dit
tijdelijk is, en weet tegelijkertijd ook dat dit voor sommige mensen de
dagelijkse realiteit is.
Ik draag een joggingbroek van Arnoud, mijn eigen kleren kan ik niet in. Mijn gympen kan ik net aan, mijn opgezette voeten prop ik er in. Het weekend ga ik overdag naar huis. Arnoud komt me ophalen, de honden zitten in de auto. Die zijn zo blij om mij weer te zien. Wat is Jesper gegroeid! Hij was amper 14 weken oud toen ik het ziekenhuis in ging. In deze tijd gaat het zo hard. In het bos kom ik amper vooruit. Ik schuifel voetje voor voetje over het bospad. Wat is het heerlijk om buiten te zijn!
Thuisgekomen schrijf ik een mail aan mijn familie, vrienden en iedereen die meeleeft.
‘En dat volhouden doe ik met jullie hulp, het is echt zo fijn om te weten dat ik in jullie gedachten ben. Al die positieve energie doet me erg goed. De kaartjes, berichtjes en prachtige bloemen die ik gekregen heb zijn echt fantastisch. Bezoek doet me ook erg goed, maar het is me snel te veel (van praten en zeker lachen word ik benauwder) vandaar dat ik dat erg doseer. Maar ik ben er nog lang niet, en wanneer ik uit het ziekenhuis kom begint de grootste strijdt echt, dan zie ik jullie allemaal graag thuis wanneer het kan. Hoe moeilijk het voor mij altijd geweest is om hulp te vragen doe ik het nu, het is letterlijk van levensbelang. Dit kan ik niet alleen.’
Mijn hele leven had ik mensen van me af gehouden. En hoe had ik nu iedereen nodig. En ja, nu werd het ook voor de ander spannend. Mensen van wie ik het niet verwachtte lieten bijna wekelijks iets horen. En er waren mensen die opeens niet meer bereikbaar waren. Mensen waar ik jarenlang mee gewerkt had die niets van zich lieten horen. Ik vond dat moeilijk.
Mijn wereld was opeens heel klein geworden. Alles draaide om mij en de kanker. Of beter gezegd, om beter worden. Dingen die geregeld moesten worden of gekocht moesten worden om zo goed mogelijk door de chemo’s te komen. Zal ik mijn haar verliezen door de chemo? En hoe is dat dan? Zou ik dan een pruik nemen, of mutsjes? Zal ik heel misselijk zijn en overgeven zoals je dat in films ziet?
Waar zit de kanker? Hoe lang heb ik al kanker? Hoe ziet de behandeling eruit, krijg ik alleen chemo? En dan erna, hoe gaan de controles? Wat is de kans op volledige remissie? Kan ik nog kinderen krijgen na de behandeling?
Zoveel vragen en zo weinig duidelijke antwoorden…………
----------------------------------------------
Voordat ik ziek werd was ik werkzaam als leiderschapscoach. Ik merkte in mijn eigen verwerkingsproces dat het lastig was juiste begeleiding te krijgen. Omdat ik voel dat ik andere (ex)kankerpatiënten kan helpen heb ik mijn praktijk omgegooid. Ik richt mij nu helemaal op coaching na kanker.
---------------------------------------------