Gebroken, verslagen en kwetsbaar
Het plaatsen van de stent in mijn bovenste holle ader was bijzonder te noemen.
Ik ben altijd al zeer geïnteresseerd geweest in de werking van het menselijk lichaam. Mijn longen had ik al van binnen kunnen bekijken en nu zou ik bij kennis zijn wanneer er een 'stuk kippengaas' mijn ader ingeduwd zou worden.
Mijn belangstelling had er tijdens de bronchoscopie voor gezorgd dat ik niet totaal in paniek raakte. Ik kon zien wat er gebeurde, en wilde het ook zien, waardoor ik een focus had.
Deze instelling bleek ik ook nodig te hebben bij het plaatsen van de stent. Mijn voorbereiding op de ingreep was minimaal. Het plaatsen van een stent in een ader is geen dagelijkse kost. Het bleek ook veel (professionele) belangstellende te trekken.
Ik had vooraf te horen gekregen dat de stent door mijn lies naar binnen zou gaan. Al direct bij aankomst in de OK werd verteld dat ze de stent door mijn arm naar binnen zouden brengen.
Hier brak bij mij al wat angst uit. Een stent die geplaatst moet worden vlakbij het hart is de grootste ader in het lichaam. Dit betekent dat de stent ook groot is. Dit betekent dat zo'n groot ding door mijn fijne ader in mijn arm gepropt gaat worden.
Adem in, adem uit....
een informatief gesprek hoe de ingreep ongeveer zou gaan verlopen volgde. En ik werd geprepareerd. Mijn arm gestrekt op een plank, terwijl ik op een niet zo comfortabel 'bed' lag. Aan mijn linkerzijde een aantal grote schermen waarop de röntgen te zien zouden zijn.
Naast de radioloog en zijn assistent die de ingreep zouden uitvoeren was er iemand van de producent van de stent voor advies, 2 geïnteresseerden die normaal stenten plaatsen in kransslagaders en nog een geïnteresseerde longarts. Ik voelde me een studie-object.
In het begin van de plaatsing ging het allemaal vrij rustig. Ik voelde het invoeren van de katheter, de contrastvloeistof die ingebracht werd. Mooi was te zien hoe de contrast door de ader ging en 'verdween' in het hart. Voor de beeldvorming: je ziet geen weefsel op de röntgen, dus de contrast was nodig om te bepalen waar de vernauwing zat en waar het hart begint. Er is dus heel even beeld bij het inspuiten van het contrast en daarna is het beeld weer weg.
Vandaar dat er met viltstift streepjes op het beeldscherm gezet werden. Dan wisten ze waar de stent moest komen te zitten. Dit betekende ook dat ik absoluut niet mocht bewegen omdat de streepjes dan niet meer op de juiste plaats zouden staan.
Er werden verschillende katheters in de ader geduwd. De een om afstanden te meten, de ander om de stent mee op te voeren.
Omdat de stent erg groot was moest er een soort mof in mijn arm geduwd worden. Het voelde alsof ze de boel steeds verder probeerde op te rekken. Alsof ze een gat van een centimeter moesten hebben.
Ik durfde ook niet naar rechts te kijken waar ze de boel in mijn arm aan het duwen waren. Ik was bang dat wanneer ik het zou zien ik compleet in paniek zou raken. Want hoe is het om bewust te zien dat ze iets je arm in aan het duwen zijn, wat 1 erg pijn doet en 2 voor je gevoel echt niet gaat passen.
Dus mijn blik bleef op de schermen.
Het naar binnen schuiven van de stent voelde alsof er een rasp door mijn ader geduwd werd. Ik hoorde de man van de fabrikant nog zeggen; bij de bocht is het pijnlijk. (je ader maakt vanaf je arm een scherpe bocht naar beneden vanaf je sleutelbeen richting je hart) De pijn was vreselijk, het was bijna ondragelijk. En dan nog vragen of ik stil wil blijven liggen. Ik riep tegen de assistent dat hij zo hard in mijn voeten moest knijpen als hij kon. Zo kon ik me richten op mijn voeten in plaats van de pijn in mijn lijf. Ik kon de stent horen schuren aan de binnenkant van mijn ader.
De stent zat op zijn plek en moest nog worden uitgevouwen. Met een flinke steek en blob geluiden in mijn ader werd de stent uitgevouwen. Het ergste voor die dag zat erop.
Uitgeput werd ik naar mijn kamer gebracht. Ik kon niets meer. Ik was uitgeput. Mijn arm en alles aan de rechterkant van mijn romp deed zeer. Het enige wat ik nog kon doen was huilen. Toen Arnoud mij op mijn kamer opving startte ik met huilen en ik zou voorlopig niet ophouden. Ik wilde en kon ook niemand zien. Ik voelde me gebroken, verslagen en zo kwetsbaar.
Ik ben altijd al zeer geïnteresseerd geweest in de werking van het menselijk lichaam. Mijn longen had ik al van binnen kunnen bekijken en nu zou ik bij kennis zijn wanneer er een 'stuk kippengaas' mijn ader ingeduwd zou worden.
Mijn belangstelling had er tijdens de bronchoscopie voor gezorgd dat ik niet totaal in paniek raakte. Ik kon zien wat er gebeurde, en wilde het ook zien, waardoor ik een focus had.
Deze instelling bleek ik ook nodig te hebben bij het plaatsen van de stent. Mijn voorbereiding op de ingreep was minimaal. Het plaatsen van een stent in een ader is geen dagelijkse kost. Het bleek ook veel (professionele) belangstellende te trekken.
Ik had vooraf te horen gekregen dat de stent door mijn lies naar binnen zou gaan. Al direct bij aankomst in de OK werd verteld dat ze de stent door mijn arm naar binnen zouden brengen.
Hier brak bij mij al wat angst uit. Een stent die geplaatst moet worden vlakbij het hart is de grootste ader in het lichaam. Dit betekent dat de stent ook groot is. Dit betekent dat zo'n groot ding door mijn fijne ader in mijn arm gepropt gaat worden.
Adem in, adem uit....
een informatief gesprek hoe de ingreep ongeveer zou gaan verlopen volgde. En ik werd geprepareerd. Mijn arm gestrekt op een plank, terwijl ik op een niet zo comfortabel 'bed' lag. Aan mijn linkerzijde een aantal grote schermen waarop de röntgen te zien zouden zijn.
Naast de radioloog en zijn assistent die de ingreep zouden uitvoeren was er iemand van de producent van de stent voor advies, 2 geïnteresseerden die normaal stenten plaatsen in kransslagaders en nog een geïnteresseerde longarts. Ik voelde me een studie-object.
In het begin van de plaatsing ging het allemaal vrij rustig. Ik voelde het invoeren van de katheter, de contrastvloeistof die ingebracht werd. Mooi was te zien hoe de contrast door de ader ging en 'verdween' in het hart. Voor de beeldvorming: je ziet geen weefsel op de röntgen, dus de contrast was nodig om te bepalen waar de vernauwing zat en waar het hart begint. Er is dus heel even beeld bij het inspuiten van het contrast en daarna is het beeld weer weg.
Vandaar dat er met viltstift streepjes op het beeldscherm gezet werden. Dan wisten ze waar de stent moest komen te zitten. Dit betekende ook dat ik absoluut niet mocht bewegen omdat de streepjes dan niet meer op de juiste plaats zouden staan.
Er werden verschillende katheters in de ader geduwd. De een om afstanden te meten, de ander om de stent mee op te voeren.
Omdat de stent erg groot was moest er een soort mof in mijn arm geduwd worden. Het voelde alsof ze de boel steeds verder probeerde op te rekken. Alsof ze een gat van een centimeter moesten hebben.
Ik durfde ook niet naar rechts te kijken waar ze de boel in mijn arm aan het duwen waren. Ik was bang dat wanneer ik het zou zien ik compleet in paniek zou raken. Want hoe is het om bewust te zien dat ze iets je arm in aan het duwen zijn, wat 1 erg pijn doet en 2 voor je gevoel echt niet gaat passen.
Dus mijn blik bleef op de schermen.
Het naar binnen schuiven van de stent voelde alsof er een rasp door mijn ader geduwd werd. Ik hoorde de man van de fabrikant nog zeggen; bij de bocht is het pijnlijk. (je ader maakt vanaf je arm een scherpe bocht naar beneden vanaf je sleutelbeen richting je hart) De pijn was vreselijk, het was bijna ondragelijk. En dan nog vragen of ik stil wil blijven liggen. Ik riep tegen de assistent dat hij zo hard in mijn voeten moest knijpen als hij kon. Zo kon ik me richten op mijn voeten in plaats van de pijn in mijn lijf. Ik kon de stent horen schuren aan de binnenkant van mijn ader.
De stent zat op zijn plek en moest nog worden uitgevouwen. Met een flinke steek en blob geluiden in mijn ader werd de stent uitgevouwen. Het ergste voor die dag zat erop.
Uitgeput werd ik naar mijn kamer gebracht. Ik kon niets meer. Ik was uitgeput. Mijn arm en alles aan de rechterkant van mijn romp deed zeer. Het enige wat ik nog kon doen was huilen. Toen Arnoud mij op mijn kamer opving startte ik met huilen en ik zou voorlopig niet ophouden. Ik wilde en kon ook niemand zien. Ik voelde me gebroken, verslagen en zo kwetsbaar.
----------------------------------------------
Voordat ik ziek werd was ik werkzaam als leiderschapscoach. Ik merkte in mijn eigen verwerkingsproces dat het lastig was juiste begeleiding te krijgen. Omdat ik voel dat ik andere (ex)kankerpatiënten kan helpen heb ik mijn praktijk omgegooid. Ik richt mij nu helemaal op coaching na kanker.
---------------------------------------------
4 reacties
Het is wel een groot nadeel wanneer je een ingreep krijgt die bijna nooit voorkomt....