De vijfde operatie en zesde operatie
In de zomer van 2011 wordt ik opgeroepen voor mijn vijfde operatie, in de VU te Amsterdam, voor het aanbrengen van een Pharynx plastiek. Vroeg in de morgen meld ik mijzelf op de afgesproken afdeling en enige uren later is het dan zo ver. De vijfde operatie.
De operatie verloopt goed en eenmaal uit de narcose lig ik weer opnieuw aan de morfine pomp en ervaar ik opnieuw de vreselijk pijn in mijn mond en keel. De volgende dag mag ik weer met ontslag naar huis om thuis verder te herstellen.
Alles in mijn mond zwelt op, zodat ik niet meer door mijn neus kan ademen. Ik kan alleen vloeibaar voedsel nuttigen en koude dranken. In de loop van de weken neemt de pijn af en de wond geneest goed. Mijn spraak is optimaal goed alleen ik kan niet meer door mijn neus ademen. De arts verteld dat dit de komende tijd moet verbeteren en we wachten het een half jaar af. Na een half jaar, in het voorjaar van 2012, kom ik opnieuw op het spreekuur van de plastisch chirurg in de VU. Het ademen gaat nog steeds niet goed door mijn neus. De arts legt uit dat het altijd moeilijk is om de juiste maat van de plastiek te kunnen bepalen tijdens een operatie. Hij maakt hem liever te breed dan te smal, omdat er wel altijd iets is af te halen in de breedte en eenmaal te smal kan er niets meer aangezet worden. Hij stelt voor een correctie aan de plastiek aan te brengen door deze te versmallen, zodat er meer ruimte komt in de verbinding tussen mijn keel- en neusholte. Hierdoor zou ik dan weer door mijn neus kunnen ademen. Ik stem toe. In juni 2012 word ik opnieuw opgeroepen voor de zesde, correctie, operatie.
Een week voordat ik mijzelf mag melden in de VU slaat de paniek toe. Ik ontdek een nieuwe plek in mijn gehemelte die er bijna, weliswaar veel kleiner, net zo uitziet als de vorige tumor. Ik neem direct contact op met het hoofd/halsteam in Almaar. De oncoloog van het hoofd/halsteam in Alkmaar is op dat moment met vakantie. Mijn huisarts besluit hier niet op te wachten en stuurt mij in naar het AVL in Amsterdam. Een stressvolle periode breekt aan. De oncoloog in het AVL adviseert de correctie operatie in de VU uit te laten stellen, totdat bekend is wat de nieuwe plek precies is. De oncoloog is positief. Hij verteld dat het bijna niet mogelijk is dat er, langer na een jaar, nog een recidief op dezelfde plek terug komt. Er worden biopten afgenomen, een echo van de lymfklieren gemaakt, een mri onderzoek gedaan en er wordt bloed afgenomen. Na twee weken kan ik terug komen voor de uitslag.
De uitslag en conclusie is een ontsteking in het slijmvlies van mijn gehemelte, welke absoluut niet kwaadaardig is. De oorzaak is dat mijn gehemelte gevoelig is geworden, door de operaties en het vele littekenweefsel dat er daardoor is ontstaan. Een grote opluchting. De oncoloog geeft toestemming om de correctie aan de plastiek uit te laten voeren door de plastisch chirurg in de VU.
In augustus 2012 word ik opnieuw opgenomen in de VU en wordt de correctie aan de plastiek aangebracht door middel van een zesde operatie.
Ook na deze operatie is de pijn ondraaglijk. De volgende dag ga ik naar huis voor verder herstel. Alle slijmvliezen zwellen op en de hechtingen knappen los in mijn keel. De plastiek schiet aan een kant los en het spreken is weer net zo slecht als voorheen. Paniek. De arts verteld dat ik moet vertrouwen op het herstel van mijn lichaam. Dat hij niet kan ingrijpen nu en dat we moeten afwachten wat mijn lichaam zelf gaat doen als de slijmvliezen zijn geslonken.
Ik neem rust en wacht in spanning af. Na 6 weken wordt mijn spraak beter. Mijn lichaam hecht zelf de plastiek weer vast. Er blijft echter een vernauwing aan de linkerzijde van mijn keel bestaan. Waardoor het ademen weliswaar is verbeterd maar bij licht lichamelijke inspanning is mijn neusademhaling niet meer toereikend. De arts staat in dubio wat nu het beste is. Accepteren of nog een correctie uitvoeren? Het riscico is dat de plastiek dan te smal zal zijn en dan zijn totale functie zal verliezen en ik weer terug bij af ben. Na een consult bij de kno arts, welke een scopie uitvoert, wordt bevestig dat de plastiek aan de linker zijde van mijn keel, de verbinding tussen mijn keel/neusholte afsluit. Waardoor ik als het ware door een rietje adem en toch nog bij moet ademen via mijn mond.
Er wordt advies gevraagd in Nijmegen in het Radboutziekenhuis. Deze komen tot dezelfde conclusie. De plastiek zou nog smaller kunnen worden gemaakt maar dan is het riscico te groot dat alles weer terug bij af is voor wat betreft het drinken, eten en vooral spreken. De arts zegt dat mijn spraak toch het visitekaartje is en een sociaal negatief karakter kan krijgen als we dat hiermee, met een volgende correctie, weer zouden verspelen. Ik denk er over na en kom tot het besluit om het te laten voor wat het is. Ik kan eten, drinken en goed spreken. Ik zal mijzelf een nieuwe manier aan moeten wenden om in balans te komen met ademen bij de inspanning en activiteiten die ik doe in mijn dagelijks leven en bij het slapen. Ik ben van ver gekomen het is goed zoals het is.
De operatie verloopt goed en eenmaal uit de narcose lig ik weer opnieuw aan de morfine pomp en ervaar ik opnieuw de vreselijk pijn in mijn mond en keel. De volgende dag mag ik weer met ontslag naar huis om thuis verder te herstellen.
Alles in mijn mond zwelt op, zodat ik niet meer door mijn neus kan ademen. Ik kan alleen vloeibaar voedsel nuttigen en koude dranken. In de loop van de weken neemt de pijn af en de wond geneest goed. Mijn spraak is optimaal goed alleen ik kan niet meer door mijn neus ademen. De arts verteld dat dit de komende tijd moet verbeteren en we wachten het een half jaar af. Na een half jaar, in het voorjaar van 2012, kom ik opnieuw op het spreekuur van de plastisch chirurg in de VU. Het ademen gaat nog steeds niet goed door mijn neus. De arts legt uit dat het altijd moeilijk is om de juiste maat van de plastiek te kunnen bepalen tijdens een operatie. Hij maakt hem liever te breed dan te smal, omdat er wel altijd iets is af te halen in de breedte en eenmaal te smal kan er niets meer aangezet worden. Hij stelt voor een correctie aan de plastiek aan te brengen door deze te versmallen, zodat er meer ruimte komt in de verbinding tussen mijn keel- en neusholte. Hierdoor zou ik dan weer door mijn neus kunnen ademen. Ik stem toe. In juni 2012 word ik opnieuw opgeroepen voor de zesde, correctie, operatie.
Een week voordat ik mijzelf mag melden in de VU slaat de paniek toe. Ik ontdek een nieuwe plek in mijn gehemelte die er bijna, weliswaar veel kleiner, net zo uitziet als de vorige tumor. Ik neem direct contact op met het hoofd/halsteam in Almaar. De oncoloog van het hoofd/halsteam in Alkmaar is op dat moment met vakantie. Mijn huisarts besluit hier niet op te wachten en stuurt mij in naar het AVL in Amsterdam. Een stressvolle periode breekt aan. De oncoloog in het AVL adviseert de correctie operatie in de VU uit te laten stellen, totdat bekend is wat de nieuwe plek precies is. De oncoloog is positief. Hij verteld dat het bijna niet mogelijk is dat er, langer na een jaar, nog een recidief op dezelfde plek terug komt. Er worden biopten afgenomen, een echo van de lymfklieren gemaakt, een mri onderzoek gedaan en er wordt bloed afgenomen. Na twee weken kan ik terug komen voor de uitslag.
De uitslag en conclusie is een ontsteking in het slijmvlies van mijn gehemelte, welke absoluut niet kwaadaardig is. De oorzaak is dat mijn gehemelte gevoelig is geworden, door de operaties en het vele littekenweefsel dat er daardoor is ontstaan. Een grote opluchting. De oncoloog geeft toestemming om de correctie aan de plastiek uit te laten voeren door de plastisch chirurg in de VU.
In augustus 2012 word ik opnieuw opgenomen in de VU en wordt de correctie aan de plastiek aangebracht door middel van een zesde operatie.
Ook na deze operatie is de pijn ondraaglijk. De volgende dag ga ik naar huis voor verder herstel. Alle slijmvliezen zwellen op en de hechtingen knappen los in mijn keel. De plastiek schiet aan een kant los en het spreken is weer net zo slecht als voorheen. Paniek. De arts verteld dat ik moet vertrouwen op het herstel van mijn lichaam. Dat hij niet kan ingrijpen nu en dat we moeten afwachten wat mijn lichaam zelf gaat doen als de slijmvliezen zijn geslonken.
Ik neem rust en wacht in spanning af. Na 6 weken wordt mijn spraak beter. Mijn lichaam hecht zelf de plastiek weer vast. Er blijft echter een vernauwing aan de linkerzijde van mijn keel bestaan. Waardoor het ademen weliswaar is verbeterd maar bij licht lichamelijke inspanning is mijn neusademhaling niet meer toereikend. De arts staat in dubio wat nu het beste is. Accepteren of nog een correctie uitvoeren? Het riscico is dat de plastiek dan te smal zal zijn en dan zijn totale functie zal verliezen en ik weer terug bij af ben. Na een consult bij de kno arts, welke een scopie uitvoert, wordt bevestig dat de plastiek aan de linker zijde van mijn keel, de verbinding tussen mijn keel/neusholte afsluit. Waardoor ik als het ware door een rietje adem en toch nog bij moet ademen via mijn mond.
Er wordt advies gevraagd in Nijmegen in het Radboutziekenhuis. Deze komen tot dezelfde conclusie. De plastiek zou nog smaller kunnen worden gemaakt maar dan is het riscico te groot dat alles weer terug bij af is voor wat betreft het drinken, eten en vooral spreken. De arts zegt dat mijn spraak toch het visitekaartje is en een sociaal negatief karakter kan krijgen als we dat hiermee, met een volgende correctie, weer zouden verspelen. Ik denk er over na en kom tot het besluit om het te laten voor wat het is. Ik kan eten, drinken en goed spreken. Ik zal mijzelf een nieuwe manier aan moeten wenden om in balans te komen met ademen bij de inspanning en activiteiten die ik doe in mijn dagelijks leven en bij het slapen. Ik ben van ver gekomen het is goed zoals het is.
1 reactie