Incognito, 14 januari 2016
Pruik op. Hop naar de expositie. In de Beurs van Berlage. Laatste dag dat het kon. Twaalf lange uren had ik geslapen, eindelijk voelde ik me weer mens. Ik had de uitnodiging gekregen van een vroegere schoolgenote en vriendin die ook met werk op de show stond. Zij was mij dit kaartje persoonlijk komen brengen samen met haar heerlijke dochter en ook daarom ik wilde perse gaan. Dus: op de fiets, alle grachten kruisen, steeds meer toeristen ontwijken, laatste steegje door friemelen, Damrak oversteken, fiets parkeren op het Beursplein, ingang zoeken en naar binnen. Mijn schoonzus bij de balie gelukkig nieuw jaar wensen en een opsteker ontvangen over de pruik, ik zag er goed uit! Dat had ik even nodig. Zij was de eerste bekende.
Nietsvermoedend stapte ik naar binnen. Eerst maar eens naar rechts. Gek, ik ga altijd eerst naar rechts als ik ook naar links kan. Geen idee waarom. Grote zaal. Ik kreeg het meteen een beetje benauwd. Dat gebeurt bijna altijd. Vol verwachting ga ik naar een groepsexpositie en meestal wordt me dan bij de eerste aanblik al duidelijk of het hier gaat om verkoop of om werk naar mijn hart, of om beide. Hier ging het over beide, maar ik vreesde dat het aandeel werken waar ik echt waardering voor zou kunnen hebben niet heel groot zou zijn.
Ik heb een ambivalente houding ten opzichte van kunst. Dan druk ik me voorzichtig uit. Ik ben opgeleid tot beeldhouwer. Eerst aan een “gewone” academie. Daar heb ik zogezegd het vak geleerd. Ik had een hele goede leraar die mij op een spoor heeft gezet waar ik eigenlijk niet meer vanaf ben gegaan. Ik leerde dat het materiaal dat zich in mij bevond via het materiaal dat juist buiten mij lag, tot uitdrukking moest komen. Ik leerde om te kijken. Zowel naar binnen, om grip te krijgen op mijn innerlijke noodzaak, als naar buiten. Buiten: dat was enerzijds het materiaal waar ik intuïtief voor koos, en anderzijds fenomenen, situaties, gebeurtenissen die me opvielen en die sterke aanwijzingen vormden, klankkasten, voor de eerder genoemde noodzaken. Iets raakte mij en het waarom gaf sterke aanwijzingen voor de te volgen stappen in het maakproces. Ik leerde dat het voor mij in kunst gaat om het universele, het multi-interpretabele, via het persoonlijke van de eigen innerlijke noodzaak van de maker, wat dus altijd min of meer botst. Het is een paradox die veel kunstenaars niet leren beheersen.
Daarna kwam ik terecht op een post-academie. Een behoorlijk elitaire bedoening, maar ik voelde me danig vereerd. Om te zijn aangenomen, om die voorrechten te genieten. Maar in plaats van optimaal gebruik te maken van de sociale mogelijkheden die het verblijf op zo’n plek biedt, (banden smeden met begeleidende, gevestigde kunstenaars en galeriehouders, vriendschappen sluiten met mede-deelnemers) sloot ik me op in mijn atelier. Doodsbenauwd voor dat contact juist. Gevestigde kunstenaars die op atelierbezoek kwamen liet ik nog wel toe, maar zelf op bezoek gaan bij mijn jaargenoten; ik kon het niet. Het samenkomen van zoveel verschillende met kracht tot uitdrukking gebrachte percepties van kunst (want het zat natuurlijk vol met getalenteerde kunstenaars die allemaal zelfbewust hun kunstje en hun zegje deden) kon ik niet gelijktijdig in mij laten bestaan. Er was teveel verwarring. Ik verdronk bijna.
Terug naar de Thisartfair. Naar het nu, dat dacht ik althans. Maar dat viel tegen. Tegen de klok in lopend, terug in de tijd, dreigde ik telkens tegen mensen aan te botsen met wie ik geen appeltjes wilde schillen. Een gebrouilleerde vriendin van een vriendin, een vroegere docent door wie ik een hekel kreeg aan schilderen maar vooral: meerdere meneren met wie ik of het bed had willen delen, of dat ook daadwerkelijk had gedaan, maar telkens was er in de ont- of afwikkeling het een en ander niet helemaal goed verlopen. Mijn hele bezoek veranderde in bloedserieus verstoppertje. Ik had me al verstopt onder mijn pruik, de gedachte aan confrontaties met die bekenden en de herinneringen aan gênante situaties onthuld te zien in hun gezichten, opgeteld bij het mogelijke besef hunnerzijds dat ik een pruik droeg, onverdraaglijk.
Pas veel later realiseerde ik me dat ik ook zonder pruik verstoppertje zou hebben gespeeld. Ik verstopte me niet alleen voor andere mensen, ik verstopte me vooral voor mezelf. Voor mijn eigen sociale weerzin en onhandigheid met de hulp van pruik en kanker. Incognito.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Mijn blogs verschijnen ook op mijn site. Bij alle menu-onderdelen (behalve home) rechts te vinden als berichten op: www.lichterik.nl