Murphochonder

En weer ging ik naar de huisarts. Ik voelde me een beetje bezwaard, dat wel. Ik hoorde de arts in gedachten al “Daar komt ze” zingen op de muziek van Clouseau’s “Daar gaat ze” . Ik voelde me een hypochonder. Dat op zich is al een idiote gedachte. Immers je hebt al een ernstige ziekte, dus hypochondrie slaat nergens op. Je bent eigenlijk een hypochonder die gelooft in de wet van Murphy

Een Murphochonder of zoiets.

Ik mocht “lastmeters” in vullen tijdens de chemokuren en een paar maand na de laatste chemokuur. Je “last “ wordt gemeten als je nog volop aandacht krijgt. Aardige verpleegkundigen komen dan even bij je zitten. Er even voor zorgen dat kan relativeren. Na het beantwoorden van de vragen eindig je de lijst met het inkleuren van een thermometer. Aan de hand van die thermometer wordt bekeken of je in aanmerking komt voor hulp bij het dragen van jouw “last”. Juist omdat ik in de periode veel contact had met artsen, verpleegkundigen en mede “last” gevoelige personen, kwam ik nooit verder dan kleuren tot streepje 2. Gewoon omdat ik het te sneu vond voor de thermometer ontwerper om er niets mee te doen.

Dan kom je in het “wait and see” protocol. Helemaal geen lastmeters meer. Geen thermometers om in te kleuren, geen verpleegkundigen die helpen met het relativeren en/of het wegvegen van je tranen. Voor jezelf wordt het “do and see”. Vooral dingen gaan doen en kijken waar je tegenaan loopt. Terwijl het medische front aan het afwachten is ben je zelf van alles en nog wat aan het doen, denken, proberen. Als ik het “wait and see” beleid op mezelf had toegepast, was mijn bank nu doorgezakt vanwege mijn vele extra kilo’s en had ik al duizenden scenario’s voor het eind der tijden gezien.

Ik moest mijn eigen thermometer gaan tekenen. Elke dag weer een nieuwe. De “last” wisselt constant. Ik zocht antwoorden bij wat mij emotioneel bezighoudt of beantwoordt vragen die puur over lichamelijk ongemak gaan. Soms schuiven die twee in elkaar. Dan zorgen lichamelijke onzekerheden voor emotionele reacties en andersom.

Een zoektocht naar wat je nodig hebt om de thermometer niet naar gevaarlijk hoge waarden te stuwen begint.

Ik heb voornamelijk in mijn eigen omgeving gezocht en ben dingen gaan regelen. Eerst de “last” wegen om te voelen of ik er niet onder zou bezwijken om daarna oplossingen te vinden. Buiten de officiële instanties om. Gewoon omdat ik soms acuut iets geregeld wilde hebben en het liefst zo dichtbij als mogelijk.

Eerlijkheidshalve moet ik zeggen dat ik ook niet op de hoogte was van alle mogelijkheden die er waren. Sinds ik mijn twitteraccount weer nieuw leven in heb geblazen weet ik beter. Ontelbaar mooie initiatieven, verenigingen, stichtingen, groepen, inloop- en aanschuif- mogelijkheden. Je moet het maar weten.

Er zijn dus genoeg “eerste hulp bij pech ” mogelijkheden voor kankerpatiënten.

Ik heb, voor mijn lichamelijke pijntjes, kwaaltjes en bijbehorende zorgen, een soort ehbo praatpaal in de vorm van huisartsen. Ook dit keer had ik weer

een arts zonder enige “daar heb je weer zo’n murphochonder “ gedachte. Weer de erkenning voor mijn ongerustheid. Weer begrip.

Nu moet ik alleen nog leren te geloven dat ik echt geen murphochonder ben in hun ogen.

Nb. Eigenlijk zou er ergens een centrale lijst met mogelijkheden moeten zijn , waar mensen zoals ik (die hun eigen thermometer moeten maken en vervolgens ervoor moeten zorgen dat de temperatuur niet teveel oploopt) in één oogopslag kunnen zien wat er mogelijk is. En geloof mij. De mogelijkheden zijn enorm.