Meedenkende (en levende) artsen. Ze bestaan!
Zelfs ik ontkom er niet aan. Een blog schrijven over de medische kant van het hebben van kanker. Er is iets aan het verschuiven in mijn leven. De lichamelijke kwaaltjes voegen zich naadloos bij het emotionele aan. Het is duidelijk dat pijn uiteindelijk veel doet met je emoties. Ik merk dat ik mezelf moet oppeppen om niet als een stuk chagrijn door de dag te hobbelen. Het laatste wat ik wil is de hele dag op iedereen hier in huis lopen fitten en foeteren. Heb ik erge pijn dan probeer ik de “ pfff, wat ben ik zielig, dus mag ik onredelijk zijn” bui maar te doorleven zonder iemand tegen het zere been te schoppen. Dat gaat redelijk, want tot nu toe ben ik de enige hier in huis met zere benen. Dus lieve huisgenoten, ik doe mijn best om jullie niet als een stuk vuil te behandelen : ) en ik besef dat dát soms niet helemaal lukt. Gelukkig beseft iedereen rondom me, dat het geen onwil is mijnerzijds én balen ze er ontzettend van dat ik überhaupt pijn heb. Dat moet ook een vreselijk machteloos gevoel zijn. Toekijken hoe iemand anders probeert om de pijn “weg” te denken (en in mijn geval, weg te lopen)
Dinsdag was ziekenhuisdag. En inderdaad het werd, geheel onvoorzien, een hele DAG.
Een ct-petscan stond op het programma, met daarna een afspraak met mijn longarts.
Het fijne van een ct-petscan is dat je nuchter moet zijn. Dus geen eten en drinken meer na 5 uur ’s morgens. Nu heb ik dus de enorme mazzel dat ik sowieso rond 2 uur wakker word. Zo ook maandagnacht. Dikke prima dit keer. Na een uur rondjes te hebben gelopen rond het aanrechtblok, werd de pijn weer dragelijk. Beetje in mijn hoog/laag bed hangen en uitzending gemist kijken. Afleiding in de vorm van een documentaire van Louis Theroux, met een zeer toepasselijk onderwerp. Hoe gaan de artsen en patiënten in een gerenommeerd Amerikaans ziekenhuis om met de dood. Een heel bijzondere documentaire. Heel anders dan ik erin sta dus. Ik heb met verbazing zitten kijken en me proberen in te leven in de 2 patiënten die zelf de keuzes konden maken. Doorbehandelen tot je erbij neervalt, dat was hun keuze. Kostte wat kost blijven leven, vechten en de dood negeren. Aan de ene kant snap ik het wel. Natuurlijk wil iedereen zo lang mogelijk op deze aardkloot blijven. Je wilt geen afscheid nemen, maar om de laatste maanden zo ziek als een hond in een ziekenhuis door te brengen , zou voor mij geen optie zijn. Uiteindelijk ga je toch dood, dat is helaas de realiteit als je in de laatste fase van je ziekte bent aangeland. (http://www.npo.nl/louis-theroux-la-stories-edge-of-life/07-08-2014/VPWO… )
Enfin, ik was dus ruim op tijd wakker om me voor 5 uur nog even vol te proppen met broodjes roomboter en paté. Nadat ik mijn maag vol had geladen heb ik nog lekker tot half 8 kunnen slapen.
Netjes op tijd, dit keer geen enkel oponthoud, heb ik me gemeld bij de afdeling nucleair.
In no time werd ik volgeladen met contrastvloeistof en begon het uur stilliggen. Een uitdaging op zich. Liggen is nu net het probleem. Oordoppen in, woord.nl aan en proberen de pijn te verbannen. Ik heb nog nooit zo vaak op de klok gekeken. Tergend langzaam gingen de minuten voorbij. Maar ik heb het gered om als een etalagepop zo stil op het bed te liggen.
De scan was niet echt een probleem. Duurde maar 20 minuten én met eten in het vooruitzicht, was dat goed te doen. Kwist niet hoe snel ik naar het restaurant moest om eten te scoren. Na de lunch moesten we richting longarts. Dit keer met Henk van de golfkar. Een aangetrouwde neef, die als vrijwilliger in het ziekenhuis werkt. Beetje heen en weer crossen met een golfkarretje. Als een koningin zat ik naast hem. Rik werd verbannen naar de achterbank. We hebben nog even fijn zitten kletsen over koetjes en kalfjes. Gezellig.
Het werd het kortste consult ooit. Niks nieuws te zien op de scan. Longen zagen er nog hetzelfde uit en er waren in mijn romp geen rare plekken te zien. Dus, een mri was noodzakelijk om te kijken waar die pijn vandaan komt. De snelste optie was aldus de longarts, de eerste hulp. Spoedopname.
Tja, en dan heb je ineens een bandje om je pols en word je, als je niet uitkijkt, eigendom van het ziekenhuissysteem. Zittend in de behandelkamer, zaten we elkaar aan te kijken. Beiden dachten we hetzelfde. Dit kon wel eens een lange dag worden.
Verschillende opties waren mogelijk volgens de arts. Mocht na de MRI blijken dat er een zenuw klemzat, dan zou ik met spoed geopereerd worden ( ik was not amused). Daar begon ik al iets tegen te sputteren. Even uitgelegd dat ik toch echt dan eerst naar huis moest. Overleggen met mijn kinderen en familie. Even samenzijn. Met mijn geluk en mijn niet reanimeren verklaring J weet je immers maar nooit hoe iets afloopt. En ondertussen mocht ik weer geen eten en drinken hebben.
Na de onderzoeken werd ik vrij snel in de MRI tunnel gegooid. Bouwvakkers koptelefoon op tegen het lawaai, armen boven het hoofd en gaan. Dit keer heb ik even gekeken. Zo’n tunnel is best wel ruim en is groen verlicht. Het lijkt een beetje op die bloempotten waar verlichting inzit. Wit plastic met daarachter verlichting. Na een paar keer heen en weer door de tunnel te zijn gegaan mocht ik weer, per rolstoel, richting eerste hulp.
Weer wachten, maar dit keer met een dienblad vol brood voor me. Opluchting, geen operatie dus.
De artsen kwamen gelukkig vrij snel. Er was niets vreemds te zien op de MRI, dus moet er verder gezocht worden waar die pijn en uitval nu vandaan komt. Is de oorzaak bekend dan kan de pijn beter bestreden worden. Logisch. Dus Peet moest opgenomen worden, zodat ze woensdag een “lumbaal ruggenprik” kon ondergaan. Vocht rondom de wervels wegzuigen om te laten controleren op kankercellen. Mochten die aangetroffen worden, dan kan er door middel van bestraling iets aan de pijn worden gedaan.
Allemaal heel logisch en adequaat, maar Peet barstte in tranen uit en hield haar zere poot stijf. “ Ik blijf hier geen nacht logeren voor een ruggenprik”. Uitgelegd hoe belangrijk het voor mij/ons is dat ik niet onnodig weg ben van thuis. Mijn tijd is beperkt en ik wil zo min mogelijk in een ziekenhuis rondhangen. Zelf de optie aangedragen om me gewoon een bed te geven op de verpleegafdeling en me dan met verlof te laten gaan. Beide artsen vonden dat een goed plan en heel fijn, ze begrepen dat ik niet zat te wachten op een overnachting. Meestal gaven patiënten dat niet aan en door mijn uitleg snapten ze precies waarom ik naar huis wilde. Ze zouden er alles aandoen om me naar huis te laten gaan, met de afspraak voor een spoed lumbaal punctie op zak.
Het hele verlof verhaal werd niet geaccepteerd door de verpleegafdeling, dus werd er gezocht naar een andere slinkse manier om mij naar huis te laten gaan. Uiteindelijk hebben ze een constructie bedacht waarbij ik me morgen om 9 uur moet melden voor een herbeoordeling op de eerste hulp J. De punctie vindt dan plaats op de eerste hulp en wordt gedaan door een van de artsen die zo actief met ons mee hebben gedacht. Chapeau voor de neurologen van de eerste hulp. Opgelucht en met nieuwe medicijnen tegen de pijn konden we eindelijk naar huis.
Op de terugweg eten opgehaald bij mijn zus en rond half 7 stapten we de voordeur weer binnen, beiden zo gaar als boter. Home sweet home en we zien wel hoe de lumbaal punctie gaat. Nog 5 uurtjes en dan ben ik er al vanaf en mag ik de rest van de dag plat op bed doorbrengen, onder het genot van veel cafeïne houdende dranken. Dan schijnt de hoofdpijn die ik krijg minder te worden. Daar ga ik me maar goed aan houden. Ik wil toch echt wel naar Lowlands. Al is het maar op een Low tempo J
Verder ligt de glasplaat met het mozaïek op de steen. Inderdaad een raar iets. Ik stond erbij en keek ernaar en zag in een flits voor me dat iedereen daar over een tijdje staat, maar zonder mij. Weird.
Nu eerst nog maar zien of ik wat kan slapen. Ben alweer veel te lang op deze nacht.
1 reactie