In de knoop, uit de knoop.
En toen……..
had ik zomaar ineens een warboel gemaakt van mijn levensdraad. In de knoop zat ik.
Toen ik nog behandelingen kreeg werd mijn draad netjes strak gehouden door afspraken, gesprekken en schijnveiligheid. Vooral dat laatste zorgde ervoor dat het allemaal geestelijk te behappen bleef. Het gevoel dat, áls er echt iets mis zou zijn, het wel opgemerkt zou worden. Hoezo echt iets mis. Hallo! Er is al iets vreselijk mis. Kijk! Schijnveiligheid. Je vergeet gewoon dat het al mis is omdat je in de medische draaimolen zit. Toen de draaimolen ineens stilstond en ik uit moest stappen, bleef ik rondjes draaien.
Rondjes draaien met mijn levensdraad. Ik probeerde er wel een mooi bolletje van te maken in een mooi kleurtje, maar het werd een grijs en zwarte warboel. Ik deed ermee wat ik gewend was. Patroontjes breien. Af en toe keihard aan de draad trekken omdat er wéér een knoopje inzat. Strak en slordig werd mijn breiwerk. Een broddellap waarbij je de breipennen steeds krampachtiger vasthoudt én met zwetende handen het draadje nog harder uit de knoop probeert te trekken. Ik had ook geen tijd meer om sociaal te willen zijn. Ik moest mijn lapje afkrijgen voordat het te laat zou zijn.
Mijn hele leven moest ik in één lapje zien te krijgen. Alles geregeld tot het laatste steekje aan toe. Dat lapje, vol met rationele patroontjes om maar tastbaar te blijven als ik dood was. Iets nalaten.
Was ik zo doorgegaan dan had ik inderdaad iets nagelaten. Ik had nagelaten om de echte Petra te laten zien. Ik had nagelaten om echt contact te maken. Het enige wat ik zou nalaten was een gedachte aan een Petra die het naliet om te leven.
Oude patronen werken vaak goed als je tijd van leven hebt. Je hebt dan nog alle tijd om ze te doorbreken. Ze zijn veilig en vertrouwd. Je kan er eventjes mee door, zonder “gek” te worden. Overlevingspatroontjes. Fijn om ze te hebben, niet fijn om ze te gebruiken als inzet voor je laatste levensjaren.
In de knoop zat ik dus. Het werd duidelijk bij de fysio. Zij dacht nog aan beschadiging van de radiotherapie. Ik was in eerste instantie totaal overrompeld. Huh, raar ik kan mijn arm niet meer goed omhoog krijgen. Ineens besefte ik me dat ik al drie maanden pijn had en daarom mijn arm ook niet meer zoveel gebruikte. Het zette mij aan het denken. Stresspijn. Teken dat het helemaal niet goed ging. De patroontjes die ik gebruikte gingen tegen mij werken.
Daarna ging het in een rap tempo. Met hulp van mijn haptonoom herkende ik ineens de oude, nu niet handige, patronen in mezelf. Stress en verdriet om wat ons overkomt kwam eruit, met bakken tegelijk. Heel vermoeiend, maar er komt weer ruimte. Ruimte om oude patronen te veranderen en echte gesprekken te voeren. Het is hard werken, maar ik voel me er duizend keer beter bij.
De knopen in mijn schouder en nek zijn inmiddels verdwenen. Dankzij Rik, die me op pad stuurde naar een schoonheidsspecialiste die hij kende, ben ik knoopvrij ( en ik heb een gezicht dat voelt als een babyhuidje, fijne bijkomstigheid ). Ik ben sinds drie dagen eindelijk pijnvrij! Zij heeft alle tijd genomen om de knopen te ontrafelen en was daarbij een fijn echt mensenmens.
Sporten bij de fysio voelt ook fijn. Het vermindert de lamlendige moeheid. Mijn doel is om 5 km te kunnen hardlopen. Tja, ik weet het. Voordat ik kanker kreeg zou iedereen me hierom hartelijk hebben uitgelachen, ik mezelf ook.
Het hebben van kanker is niet leuk, maar het is wat het is. Dat was een uitspraak van mij, in mijn oude patroontje. Nu durf ik te zeggen dat het hebben van kanker én het besef dat het ongeneeslijk is een regelrechte onmenselijke klote zooi is. En dat ik er best mag zeggen dat ik er moeite mee heb om te leven met het etiket “ongeneeslijk”.
Ik ben keihard bezig mijn levensdraad weer uit de knoop te krijgen. Ik word daarbij geholpen door mijn naaste- en verre omgeving. Nog steeds verwonder ik mij erover dat er zoveel mensen zijn die intens met mij (ons) meeleven. Ook toen ik in de warboel zat en ik voor niks en niemand tijd en aandacht had.
Weet dat het meeleven mij (en ons) helpt om de knopen te ontrafelen. De breipennen heb ik weggegooid. Ik probeer nu een vrolijke sliert te punniken : - )
Hopelijk een hele lange, zodat iedereen daar later z'n eigen lapje van kan maken.
4 reacties
Liefs Mathilde
Liefs,
Buikpijntjes
Groet,
Peter Heine
communitymanager Kanker.nl