Tattoeagepuntjes
Ik heb me suf gerekt en gestrekt deze week. Ieder even uur heb ik trouw mijn oefeningen gedaan. Ik hoop dat het genoeg is om vandaag de scan te kunnen maken. Ook in de wachtkamer van het Arti stretch ik nog even mijn arm. De arts die net aan komt lopen, zegt lachend: ‘dat zien we graag, heel graag’. Omdat mijn arm veel verder kan bewegen dan een week geleden, vindt hij het geen probleem dat ik niet het vocht uit mijn borst heb laten verwijderen.
Met ontbloot bovenlijf mag ik plaatsnemen op een harde plank, waarbij mijn armen in een hoek van negentig graden boven mijn hoofd moeten liggen. Mijn armen worden hierbij in steuntjes vast gezet en ik krijg de vraag of ik dit een half uur kan volhouden. Ik knik stoer dat het wel gaat lukken. De CT-scan is nodig om een exact bestralingsplan te maken dat tot op de millimeter nauwkeurig is. Ik moet alle volgende keren exact op dezelfde manier gaan liggen. Om dit voor elkaar te krijgen, zetten ze tatoeagepuntjes op en rond mijn borsten die dienen als oriëntatiepunten om de bestraling precies goed af te stellen. Het zetten van de tatoeages gebeurt met een soort pen, die een venijnige steek geeft. De verpleegkundige doet er heel luchtig over, zo van, nu nog even de tatoeagepuntjes zetten, maar het valt me vies tegen hoe zeer het doet. De tattoos staan blijvend in mijn lijf gegrift, maar gelukkig zijn ze heel klein. Je moet heel goed kijken om ze te zien.