Lymfoedeem
Langzaam aan is het er in geslopen: pijn aan mijn arm. Het is een naar trekkend gevoel. Mijn arm voelt dik en zwaar aan. Mijn borst is veranderd in een warme, gloeiende bol met een verdikte huid en er zit een harde schijf rondom de twee littekens. Dit noemen ze de late gevolgen van radiatietherapie. De klachten ontstaan meestal een half jaar na de laatste bestraling, maar helaas is het bij mij al iets eerder begonnen. De oncoloog heeft ernaar gekeken en me verwezen naar een lymfoedeem therapeut. Ik had eigenlijk verwacht dat hij zou vinden dat het wel mee viel, maar dat was niet zo. Hij wierp één blik op mijn borst en zei toen: ‘ik zie het al, uw huid is rood en opgezet en uw arm is dik, waarschijnlijk zijn dit de nawerkingen van de bestraling. Gaat u er maar vanuit dat het nog erger wordt. Lymfoedeem is chronisch en gaat bijna nooit vanzelf over’.
Ik was niet alleen verbaasd over zijn reactie, maar vooral over die van mijzelf. Ik voelde me wel een paar dagen down en enigszins depressief door het bericht dat het lymfoedeem aan mijn arm misschien wel de rest van mijn leven bij me zou blijven, maar ik was niet boos en ik ging ook niet in verzet. Ik had niet de neiging om actie te ondernemen om maar zo snel mogelijk van het lymfoedeem af te komen, daarentegen bemerkte ik een voor mij vreemd soort berusting, dat bijna aanvoelde als onverschilligheid. Kortom, ik accepteerde dat ik lymfoedeem had en verspilde geen energie met boos zijn. Een opzienbarende omschakeling voor mij.
In het borstkanker magazine had ik gelezen over hyperbare zuurstoftherapie. Een therapie die wordt ingezet bij radiatieschade en waarbij goede resultaten worden behaald. Je neemt plaats in een tank met overdruk en krijgt onder hoge druk 100% zuurstof toegediend. Door de hoge druk kan de zuurstof doordringen in het beschadigde weefsel en zorgen voor de aanleg van nieuwe kleine haarvaatjes. Het is een belastende therapie, omdat je gedurende zes tot acht weken vijf dagen per week twee uur per dag in de tank moet plaats nemen en je van de therapie erg moe kunt worden. Mijn oncoloog staat er niet afwijzend tegenover en dat is belangrijk, want van hem heb ik een verwijzing nodig, mocht ik deze therapie willen gaan doen. De hyperbare zuurstoftherapie is nu te belastend en kan niet worden gecombineerd met chemotherapie. Eerst dus maar de lymfoedeem therapie proberen.
Samen met Frans heb ik een lijfopstelling gedaan, waarbij ik contact heb gemaakt met mijn borst en mijn lymfestelsel. Ik kreeg het beeld van de afgebrande kerncentrale in Tsjernobyl. Pas later viel bij mij het kwartje, dat Tsjernobyl ook te maken heeft met schade door radioactiviteit, net zoals bij mijn borst en lymfestelsel. Alles in mijn borst en lymfe is kapot gemaakt door de bestraling. Ik zag enorme puinhopen, kapotte stellages en lekkende vaten. Het bericht wat mijn lichaam gaf was dat reiki, dolfijnenhealingen en lymfedrainage therapie kunnen helpen de klachten te verzachten, maar geen structurele oplossing bieden. Het blijft behelpen. De hyperbare zuurstoftherapie is een harde, maar structurele oplossing, omdat door de hoge druk alles wordt schoongemaakt, alsof het terrein door een explosie wordt schoon geblazen. Dit vraagt echter veel van het lichaam en de tijd is er nu nog niet rijp voor. Het lichaam moet eerst de tijd krijgen om de chemotherapie te verwerken en daarvan alle afvalstoffen af te voeren, anders zou het volkomen verstopt en overwerkt raken. Volgend voorjaar zou een goede tijd zijn om met de hyperbare zuurstoftherapie te starten.
Voor de lymfeoedeem therapie kan ik kiezen uit een therapeut van het ziekenhuis of mijn tennismaatje, een erkend lymfoedeem therapeut die me net na de operatie al goed op weg heeft geholpen met gerichte oefeningen voor mijn arm. Uiteindelijk kies ik voor de therapeut van het ziekenhuis, omdat deze het dichtst bij zit. In mijn oude conditie zou ik er niet over nagedacht hebben en direct voor mijn tennismaatje hebben gekozen, maar in deze situatie is afstand ineens belangrijk. Hoewel het misschien maar een kilometer verder is, lijkt de afstand onoverbrugbaar op dagen dat ik moe ben. Ik weet gewoon niet of ik er kan komen. Natuurlijk kan ik telkens iemand vragen om me te brengen, maar dat regelwerk vraagt weer energie en energie is kostbaar. Ik kies dus voor het ziekenhuis, dat is zo dichtbij, dat kan ik kruipend nog wel halen.
De lymfoedeem therapeute is vriendelijk en oogt ervaren. Ze neemt eerst een uitgebreide anamnese af en dan begint een zachte massage, die bedoeld is om de huidlagen die in mijn borst als een dikke plak op elkaar geperst zitten, zachtjes van elkaar los te maken, zodat er ruimte komt tussen de weefsels en er weer ragfijne kanaaltjes gevormd kunnen worden om het vocht af te voeren. Het lichaam moet nieuwe wegen vinden en aanleggen om het vocht af te voeren. Via de voorkant is alles stuk gemaakt, daarom wordt het lichaam met zachte strelingen gestimuleerd een afvoer via de schouderbladen en de nek te maken. De therapeut rekt ook mijn borstspier die door de bestraling erg is ingekort. Ze vertelt dat ik de oefeningen voor de afvoer van lymfevocht moet gaan zien als tandenpoetsen, het hoort gewoon bij de dagelijkse lichaamsverzorging en moet een routine worden.
Ze vertelt ook dat de therapie erg veel teweeg brengt in het lichaam en dat ik moet rekenen op een middagje rusten op bed. Samen komen we tot een goed schema: dinsdag, woensdag en donderdag voor herstel van de chemo, vrijdag, zaterdag en zondag voor herstel van de lymfoedeem therapie. De komende tijd zal ik wel extra moe zijn, maar dat heb ik er graag voor over. Ik heb het gevoel dat het werkt. De arm is minder zwaar en pijnlijk en de gezwollen ‘tennisbal’ onder mijn oksel is bijna verdwenen.