Leverecho, thoraxfoto en botscan

De mammacare verpleegkundige heeft alles weer keurig gepland. Eerst de thoraxfoto van de longen en direct aansluitend de leverecho. De operatie is nog geen twee weken geleden en ik heb moeite om mijn arm in de juiste stand te leggen bij de echo. Gelukkig is de radioloog erg aardig en vertelt hij me direct dat hij niets afwijkends kan vinden aan de lever. Het ziet er allemaal prima uit. ‘Eindelijk een keer goed nieuws’, stamelde ik. Even later loop ik met een glimlach naar buiten waar Frans op mij zit te wachten.

De volgende dag gaan we naar het Rijnstate ziekenhuis in Arnhem voor de botscan. We zitten in een troosteloze wachtkamer. Het wachten duurt eindeloos, omdat er voor ons een klein jongetje is dat erg bang is en hartverscheurend huilt. Eindelijk mag ik dan naar binnen voor mijn injectie met radioactieve vloeistof. Het is een beetje morbide. De verpleegkundige haalt een loden doosje tevoorschijn met daarin een grote injectienaald die rechtstreeks in een ader in mijn linkerarm wordt gestoken. De radioactieve vloeistof moet nu eerst twee uur inwerken en dan moeten we terug komen voor de botscan.

We krijgen het advies mee niet te dicht bij elkaar te gaan zitten. Ik ben tenslotte radioactief. Ik moet minimaal anderhalve liter water drinken en dat moet ik lozen op een speciaal daarvoor bestemd toilet. We gaan naar buiten, want het is heerlijk weer en ik wil liever frisse lucht opsnuiven dan die muffe ziekenhuis geur. Maar we kunnen niet al te ver weg, want ik moet telkens plassen van al het drinken. Ik overweeg nog even om het buiten in de natuur te doen, maar dat kan ik echt niet maken met die radioactieve plas. Het is een raar idee dat het radioactieve materiaal zich nu door mijn lichaam aan het verspreiden is, terwijl ik er niets van merk.

De botscan zelf duurt bijna een uur, waarbij ik doodstil moet liggen en er een grote, zoemende plaat om mijn hoofd, borst en buik gonst. De harde plank waar ik op lig is erg smal, zodat ik mijn armen niet kwijt kan, maar die worden in een soort dwangbuis gelegd, zodat ze toch kunnen rusten. Om de boel wat op te leuken hebben ze fleurige foto’s van bloemen boven mijn hoofd geprojecteerd, maar het meest van de tijd lig ik met mijn ogen dicht te soezen.

We eten een ongezonde maaltijd in het ziekenhuis en komen helemaal brak thuis.