Markeren

Sinds de dag dat mijn man zijn diagnose kreeg ( slokdarmkanker stadium IV) zet ik elke maand een streepje op een grote berkenboom, die staat op de hei waar ik soms wandel met de hond. Er staan inmiddels bijna 50 streepjes.

Waarom ik indertijd op het idee kwam om dit te doen, weet ik niet goed. Afstrepen, door middel van het aanbrengen van markeringen (die elk staan voor een bepaalde tijdseenheid, zoals 1 dag, 1 week of 1 maand) gebeurt meestal in verband met het bewust toeleven naar een bekend moment in de toekomst. Bijv. om het vorderen van de duur van een gevangenisstraf weer te geven, of om de tijd te markeren als je wacht tot iemand terugkomt op de afgesproken dag.

Wat ík doe – een streepje zetten voor iedere maand die mijn man leeft na die verschrikkelijke diagnose, nu ruim vier jaar geleden– is natuurlijk vreemd, want het eindaantal strepen is onbekend en hoe meer streepjes, hoe beter.

Vorige week heb ik de berkenboom weer bezocht. Het was een heel bijzonder moment, want in het AvL hadden we een dag eerder een geweldige uitslag gehad. Volslagen onverwacht, want mijn man was maanden ziek en ellendig geweest, had pijn gehad, was afgevallen. We hadden geleefd in de vaste overtuiging dat het lot zich toch opnieuw tegen ons had gekeerd. Dat het er een keer van moest komen. Dat we ons weer moesten voorbereiden op het ergste.

Niet dus. De stralende lach van de oncologe, de scanbeelden en de waarden vertelden een ander verhaal. Een verhaal om de Kerst mee in te gaan, en het nieuwe jaar !

Bij het zetten van weer een nieuwe streep op de berkenboom, vorige week, vroeg ik me voor het eerst af of ik niet eens met dat markeren op moet houden, ook al omdat de stam van de boom nogal ‘vol’ raakt.

Maar dat durf ik toch niet.