9: Kuren, kuren en nog ns kuren.

Mijn pruik valt in de smaak,  zowel thuis als bij alle vrienden en familie.  Maar ook mijn kale hoofd ziet er hardstikke stoer uit.  Middelste zoon,  die erg opzag tegen de confrontatie met een kale moeder, is trots op me en complimenteert me regelmatig. 

Ik krijg 4 AC kuren,  elke drie weken.  De misselijkheid valt reuze mee,  wel heb ik een enorme eetlust,  ik weet alleen niet waar ik zin in heb.  Vooral soep vindt ik lekker en daar wordt me dan ook veel van gebracht.  Lieve moeder,  zus en vriendin komen regelmatig even wat eten brengen,  een knuffel geven,  soep koken of de was opvouwen.   De eerste week na een kuur voel ik me moe en lusteloos,  naarmate de kuren vorderen,  wordt dat steeds erger.  Na de vierde kuur ben ik echt een week niet van de bank te slepen.  Daardoor krijg ik last van mn rug en dat gaat natuurlijk weer lekker in je hoofd met je op de loop.  'ik zal toch geen uitzaaiïngen hebben....?' 

Er is ondertussen heel wat afgeprutst met mijn PAC,  er wordt telkens geprobeerd hem aan te prikken. Voor de derde kuur zelfs onder röntgen-doorlichting, maar het lukt niet. Telkens krijg ik mijn chemo door een infuus in mn arm,  gelukkig gaat dit prikken nog wel goed.  Vóór de vierde kuur krijg ik een afspraak bij de chirurg in Emmen, dezelfde die ook mijn PAC heeft geplaatst. Zij gaat kijken wat er mis is,  of hij nog wel goed werkt.  Dan blijkt,  waarschijnlijk door het zachte weefsel waar hij in ligt en alle geduw en getrek eraan,  dat hij bijna op de kop ligt. Hij wordt een stukje verplaatst en vastgezet.  De vierde kuur kan probleemloos aangeprikt worden. 

Na deze vier kuren volgt een serie van twaalf lichtere kuren,  die ik elke week zal krijgen.  Mn lichaam moet wel ff bijkomen van de eerste vier hoor,  jeetje wat een aanslag op je lijf.  Gelukkig voel ik me,  afgezien van die eerste week lamlendig,  redelijk goed.  Ik kan prima mn huishouden bijhouden,  ik werk af en toe een paar uurtjes.  Op mn werk mag ik  komen en gaan wanneer ik wil,  dat is erg prettig.  Als ik even de energie heb en behoefte aan afleiding,  ga ik even werken.  Gezellig bij mn collega's,  lekker tussen de bloemen en planten,  daar put ik weer hele nieuwe energie uit. 

Naarmate  de behandeling vordert en ik me over het algemeen redelijk goed voel,  ebt de aandacht van vrienden en familie een beetje weg.  Dat vind ik eerlijk gezegd best lastig,  maar ik besef ook dat ik,  als ik straks helemaal beter ben,  ook weer 'gewoon' door moet.  Dan taalt waarschijnlijk niemand meer naar mijn ziekte,  ik kan er maar beter aan wennen.  Van sommige mensen valt de betrokkenheid wel heel erg tegen, maar andersom zijn er ook mensen uit onverwachte hoek,  die me een bloemetje sturen of een kaartje of een app-je.  De aandacht en het kunnen doen van mn verhaal, ervaar ik als prettig en het lucht op. Af en toe heb ik het hardstikke moeilijk,  vooral als het gaat over mijn verwijderde borst.  Daar heb ik het meeste problemen mee,  ik vindt nog steeds dat het er verschrikkelijk uitziet.  Ik ben er ook al wel over uit,  dat ik niet zo verder door het leven wil,  ik wil een borstreconstructie,  weet alleen nog niet hoe en wanneer.  Eerst maar eens door deze kuur-periode,  dan zien we wel verder.