Luisteren naar mijn lichaam
Ik besef heel goed dat alles wat ik in mijn leven doe en heb gedaan, mogelijk is gemaakt door mijn lichaam. Mijn lichaam dat altijd in dienst staat van mij, zodat ik kan doen wat ik wil doen en kan meemaken wat ik mee wil maken. Ik besef dat, nu mijn lichaam het zo zwaar te verduren heeft, de tijd is aangebroken dat ik in dienst mag staan van mijn lichaam. Dat ik nu mijn lichaam optimaal mag ondersteunen in de strijd tegen borstkanker.
Daarom probeer ik in de vorm van een meditatie iedere dag mijn lichaam te bedanken voor wat het voor mij doet. Ik begin de meditatie met de woorden: lief lichaam, dank je wel voor alles wat je voor mij doet. Ik bewonder je kracht en vitaliteit, je vermogen om te herstellen, vernieuwen en regenereren. Ik hou van je. Dank je wel. En dan bedank ik één voor één alle lichaamsdelen en probeer te visualiseren wat ik graag zou willen. Ik zeg bijvoorbeeld: lieve stralende ogen, dank je wel dat ik zowel dichtbij als veraf helder kan zien. Of dank je wel sterk, vitaal en liefdevol kloppend hart. Ik probeer ook in te voelen hoe een orgaan zich voelt op dat moment en het bijvoorbeeld gerust te stellen als het nerveus is of het extra energie te sturen als het moe is. Als ik last heb gehad van bijvoorbeeld brandend maagzuur visualiseer ik dat het klepje van de maag alleen open gaat om eten van boven door te laten, maar dicht blijft zitten voor alles wat van beneden naar boven wil gaan.
Ik weet dat in visualisatie een grote kracht schuilt. Topsporters leren soms bepaalde technieken door te visualiseren. Uit onderzoek komt naar voren dat bij visualisatie, waarbij je de handeling in gedachten uitvoert, dezelfde delen van de hersenen in de scan oplichten als wanneer je de handeling daadwerkelijk fysiek uitvoert. Blijkbaar worden dezelfde signalen doorgegeven.
Ik voel me in ieder geval heel goed bij deze meditatietechniek die ik zelf heb bedacht.
Verder gaat een groot deel van de tijd op aan persoonlijke verzorging, zoals lekker douchen, mijn huid insmeren met verzorgende olie, voetenbadjes met zout, stoombaden met kamille, ogen druppelen, gorgelen met zout water, rekoefeningen, voetmassage, oefeningen om het lymfevocht af te voeren, dagelijkse wandelingen en natuurlijk goed eten. Dat alles is bijna een dagvullend programma. Zeker als je bedenkt dat ik soms zo moe ben dat ik er wel een half uur over doe om moed te verzamelen om op te staan en naar het toilet te gaan.
De vermoeidheid is er niet altijd. Soms voel ik ineens een bommetje energie – waarschijnlijk stuurt iemand me op dat moment wat extra energie of een healing – en kan ik ineens weer van alles. Het is dan een valkuil om die energie direct weer op te gebruiken door dingen te gaan doen. Als ik moe ben is het soms het beste om me daar aan over te geven en lekker op bed te gaan liggen. Een andere keer merk ik dat ik me juist fitter ga voelen door in beweging te komen. Ik blijf het een lastige balans vinden. Dit doet me denken aan de wijze woorden van mijn oncoloog: ‘Rusten is geen therapie, maar als je lichaam er om vraagt, is het verstandig er aan toe te geven’.
Laatst liep ik in het bos en voelde me weer even energiek. Op de terugweg, niet eens zo ver van huis, ging ineens het lichtje uit en had ik moeite om thuis te komen. Het was een regenachtige dag en het was al bijna donker. Natuurlijk was ik zoals gewoonlijk mijn mobieltje vergeten en ik dacht bij mezelf: ‘dit is niet erg slim’, maar ja er was nu niets meer aan te doen. Ik moest thuis zien te komen. Telkens even rustend liep ik voetje voor voetje richting ons huis in mijn onflatteuze regenpak, toen ineens uit het donker een overbuurman met zijn hond opdoemde. Hé zei hij: ‘wat heb jij nu toch allemaal aan?’ Ik antwoordde dat ik het me niet kon permitteren om nat te regenen. ‘Heb je gezondheidsklachten dan?’ ‘Ja’, antwoordde ik weer, ‘ik krijg nu chemo.’ ‘Ja, ja ik weet er alles van’, zei hij, ‘moe, kale kop, misselijk. Ik ben ex-darmkanker patiënt.’ En zo schuifelden we, al pratend in het donker, ongemerkt door de regen huiswaarts. Een mooie ontmoeting.