En toen werd ik door de molen gehaald

Op 16 december 2016 ontdekte ik, tijdens het maken van een tentamen, een bobbel in mijn hals. Een noodkreet gierde heel kort door mijn lijf, maar al snel ging ik terug naar de orde van de dag; een tentamen moest gehaald worden. (En of die gehaald is! 5,7 in the pocket!)

Waar ik hiervoor vaak signalen vanuit mijn lichaam negeerde, ondernam ik dit keer (thank god) meteen actie. Een bezoekje aan de huisartsenpost stond gepland. ‘De bobbel is een vergrote schildklier. Waarschijnlijk is de werking hiervan niet goed’, werd er gezegd. ‘Ik kan daar nu vrij weinig mee doen, je moet een afspraak maken bij je huisarts om bloedonderzoek te laten uitvoeren.’ Zo gezegd, zo gedaan. Een paar dagen daarna bleek dat mijn bloed niks afwijkends vertoonde; mijn schildklier werkte naar behoren. Dan wordt er overgegaan op vervolgonderzoeken; een echo met eventueel een punctie.

30 december had ik een afspraak bij de Radioloog in het Albert Schweitzer Ziekenhuis voor de echo en een eventuele punctie. Zenuwachtig was ik, want een punctie waarbij ze met een (vrij grote) naald in je hals gaan prikken en vervolgens cellen opzuigen, dat leek me toch niet zo prettig.

Ik stapte een donker kamertje in en mocht liggen op een lekkere ‘tandartsstoel’. De Radioloog begon met het smeren van koude, zachte gel (ja, die gel die ze gebruiken bij echo’s voor zwangere vrouwen). Uiteindelijk vroeg ze of ik op de hoogte was van een punctie die afgenomen werd. ‘Ja, zei ik. Maar dat is toch alleen als de bobbel meer dan 1 cm is?’ ‘Klopt, alleen ik schat jouw bobbel op minstens 3,7 cm, dus die punctie is zeker nodig.’

Uiteindelijk viel de punctie reuze mee. Het vervelende was alleen de plek waar de punctie werd afgenomen, zo dicht bij je gezicht en naast je luchtpijp. Wat vooral een naar gevoel gaf was het feit dat er besloten was om meteen nog een extra punctie af te laten nemen gezien de grootte van de bobbel. Daarnaast vroeg de radioloog hoe oud ik was en wanneer ik de volgende afspraak had (waar ik dan de uitslag van de punctie zou krijgen). “Ik ga aangeven dat er spoed achter moet worden gezet, want ik vind de bobbel wel erg groot en je bent nog zo jong” zei de radioloog. En BOEM, daar was het; het gevoel dat er iets drastisch mis was. Een vreselijk, paniekerig, onzeker en onwetend gevoel kan ik je vertellen. En dat gevoel is ook nooit meer weggegaan.

Om de dag nog beter te maken, werd ik ongeveer twee uur later gebeld door de receptioniste van het ziekenhuis. De radioloog had daad aan haar woord gegeven en de afspraak werd inderdaad vervroegd. ‘Ik wil wel even duidelijk aangeven dat de uitslag nog niet bekend is hoor! Maar we hopen natuurlijk wel op het beste..’ zei de receptioniste nog. En daar rolde de tranen over m’n wangen.. ja, ik wist het zeker, dit is foute boel. Terwijl, achteraf gezien, dit was een receptioniste, zij wist waarschijnlijk totaal niet waar het over ging, maar probeerde toch wat te zeggen. Dat ‘proberen wat te zeggen’ zorgde bij mij voor nog meer wanhoop. Het afwachten begon..

Op 5 januari 2017 had ik vervolgens een afspraak bij de Internist voor de uitslag van de punctie. De Internist vertelde dat er uit de punctie geen voldoende bewijs was wat kwaadaardigheid van het gezwel kon uitsluiten. Ze gaf aan dat we nu twee opties hadden; We konden drie maanden wachten om dan vervolgens weer een punctie af te nemen in de hoop dat er dan wel duidelijkheid zou zijn of ze konden het gezwel (en daarmee de rechterkant van mijn schildklier) operatief verwijderen en het op kweek zetten. De Internist adviseerde mij om het operatief te laten verwijderen. Ik moet eerlijk bekennen dat ik het vermoeden had dat de arts meer wist dan dat ze tegen mij zei. Ze was veel aan het stotteren en stamelen. Wanneer ik bijvoorbeeld aan haar vroeg waarom ze adviseerde om het operatief te laten verwijderen, gaf ze als antwoord dat dat beter was omdat zo mijn onzekerheid werd weggenomen. Ik kon me niet voorstellen dat een medisch team zou kiezen voor verwijdering van de helft van een orgaan om een patiënt zijn onzekerheid weg te nemen. Ik was er dan ook van overtuigd dat zij meer wist over mijn gezwel dan dat ze aan mij vertelde.

Dit was overigens mijn gevoel en ik wil hier niet mee zeggen dat het daadwerkelijk zo was dat de arts meer wist dan dat ze tegen mij zei. Artsen zijn helden en ik wil dan ook geen kwaad woord spreken, maar ik schrijf dit puur vanuit mijn gevoel.

Maar goed, feit bleef dat ik een gezwel in m’n schildklier had en dat ik die weg wilde hebben. Het gezwel begon namelijk steeds meer op mijn luchtpijp te drukken en ik kreeg daardoor moeite met ademen en slikken. Een operatieve verwijdering was dus nodig.

En toen stond het vast. Ik zou geopereerd worden. Mijn allereerste operatie. Überhaupt de allereerste keer dat ik in een ziekenhuis zou liggen. En dit alles op donderdag 19 januari 2017.

Wil je meer lezen over mijn strijd tegen schildklierkanker? Volg dan mijn blogs via www.atoughcookie.nl