‘Aandacht voor werk is belangrijk, al vanaf de diagnose’

Vroeger werd tegen een werknemer met kanker nogal eens gezegd: ‘Je kunt niets meer’. Nu is het uitgangspunt steeds meer: ‘Kijk vooral wat je nog wel kunt en wilt’. Dat is de ervaring van bedrijfsartsconsulent oncologie Cobi Oostveen. “Vanaf de diagnose moet er ook aandacht zijn voor werk. Neem bij het opstellen van een behandelplan in een ziekenhuis al de gevolgen mee van een behandeling voor het werk wat iemand doet.”

Tekst: Eduard Herkes, januari 2022

Cobi OostveenGoedbedoelde verwaarlozing noemt Cobi het, om werknemers met kanker maar met rust te laten. “Dat is echt de beeldvorming van vroeger. Een werkgever die tegen zo’n werknemer zegt: wat vervelend voor je, laat alles maar uit je handen vallen, blijf thuis en richt je op de behandeling. Of: werken als je kanker hebt, dat moet je iemand niet aan willen doen. Gelukkig raakt deze opvatting steeds meer achterhaald.”

Sinds 2012 is Cobi bedrijfsartsconsulent oncologie. Ze begeleidt werknemers met kanker, én de werkgevers en collega’s. Ze verzorgt workshops voor werkgevers, thema-avonden voor patiënten en bijscholing voor professionals rond het thema ‘kanker en werk’. “Er is nog steeds verkeerde beeldvorming over kunnen werken met en na kanker.”

Aandacht voor werk vanaf het begin

De kunst is om vanaf de diagnose ook aandacht te hebben voor werk. “Stel centraal wat werken betekent voor de patiënt, ga hierover in gesprek. Hoe eerder je begint met de ondersteuning, hoe beter. Want vergeet niet dat mensen in de eerste fase van een behandeltraject nog veel kunnen. Ze worden pas ziek door bijvoorbeeld een chemokuur of door bestraling. Juist in die eerste fase is het vaak nog mogelijk om naar het werk te gaan. Of om bijvoorbeeld een paar uur per week nog wat werk te doen. Veel mensen vinden dit prettig, omdat ze zich even geen patiënt voelen.”

Het is belangrijk dat een werkgever probeert de werknemer erbij te houden, in gesprek gaat en vraagt wat hij of zij nodig heeft. “Een mooi voorbeeld: ik begeleidde iemand bij wie twee jaar geleden een ongeneeslijke vorm van kanker was vastgesteld en die minder dan een jaar te leven zou hebben. Hij wilde heel graag blijven werken. Zijn leidinggevende en collega’s gaven aan: we gaan er alles aan doen zodat jij kunt blijven werken. Zo kon hij zijn werktempo aanpassen aan zijn energie en kreeg hij extra pauzes.”

‘Met de steun van collega’s en werkgever sta je echt met 1-0 voor.’
 

Met 1-0 voor

De betreffende collega heeft zo nog twee jaar kunnen werken. Daarbij werd er ook voldaan aan de verplichtingen van verzuimbegeleiding, zoals vastgelegd in de Wet verbetering poortwachter. Na een keuring door het UWV kreeg hij een uitkering. En ook daarna is hij blijven werken, met passend werk. “Het is belangrijk om bij zo’n traject ook collega’s te betrekken. De werknemer mag, maar hoeft niet te vertellen wat hij of zij precies heeft. Maar het is vooral van belang dat collega’s weten hoe ze hem of haar kunnen ondersteunen. Want met de steun van collega’s en werkgever sta je echt met 1-0 voor.”

Zelf beslissen

Via ‘Stel je vraag aan een professional’ op kanker.nl kun je vragen stellen over werk en kanker. Daar komen heel diverse vragen binnen: over re-integratie, over een werkgever die geen begrip heeft, over rechten en plichten. Zo vroeg een vrouw of ze bij een sollicitatiegesprek moet vertellen dat ze kanker heeft. Dat is niet verplicht. Mijn advies is dan: begin aan die baan, en vertel het later. Belangrijk is vooral dat je dit zelf beslist.”

Een nieuwe versie van jezelf

“Ik zeg vaak: na kanker word je nooit meer de oude, maar wel een nieuwe versie van jezelf, die van waarde is voor je werkgever. Het accent moet liggen op wat je nog wel kunt, en dat gebeurt gelukkig steeds meer.”

Tips van Cobi:

  • Heb aandacht voor werk vanaf het begin
  • Bespreek, bij het opstellen van het behandelplan, de impact op het werk ook met je behandelaar
  • Werken tijdens de behandelingen mag, als het kan en als je wilt
  • Hou zelf de regie, maar zorg dat je daarbij wel vanaf het begin ondersteuning krijgt van je leidinggevende en de bedrijfsarts