PAM-studie (Borstkanker)

  • Gesloten voor deelname sinds 11-09-2019

Dit onderzoek is inmiddels gesloten voor deelname. Indien er informatie beschikbaar is over onderzoeksresultaten dan wordt dit getoond onder het kopje onderzoeksresultaten.

Doel onderzoek

Deze studie onderzoekt of het volgen van een beweegprogramma van 6 maanden invloed heeft op het verminderen van cognitieve problemen. Veel vrouwen hebben, na behandeling van borstkanker met chemotherapie, last van cognitieve problemen (bijvoorbeeld geheugen- en concentratieproblemen). Momenteel is hier nog geen effectieve behandelmethode voor.

Onderzoeksresultaten

Aantal deelgenomen patiënten

In totaal hebben 181 patiënten aan deze studie meegedaan.

Toelichting

De eerste resultaten van de PAM studie zijn inmiddels gepubliceerd in het medische tijdschrift “Breast Cancer Research”.

In de PAM studie keken we naar het effect van beweging op de cognitie, ofte wel het denkvermogen. Met name onderzochten we het functioneren van het geheugen bij patiënten die behandeld zijn voor borstkanker.

Opzet PAM studie

In totaal namen 181 vrouwen, met cognitieve klachten na chemotherapie voor borstkanker, deel aan de studie. Deze groep is door loting opgesplitst in twee groepen: de beweeggroep en de controlegroep. De beweeggroep ging vier keer per week een uur sporten, de controlegroep deed dit niet. Iedereen is twee keer naar het UMC in Utrecht gekomen voor verschillende metingen. We hebben de resultaten van de twee groepen met elkaar vergeleken.

In de publicatie in Breast Cancer Research staan niet alle metingen die we hebben gedaan. In het artikel gaat het met name over cognitie, fysieke fitheid en ervaringen die de deelneemsters zelf hebben gemeld. Denk aan vermoeidheid, kwaliteit van leven en angst en depressieve klachten. Andere resultaten, met name de resultaten van de MRI scan, brengen we op een later moment naar buiten.

Resultaten

Het sportprogramma bleek goed vol te houden voor de deelneemsters in de beweeggroep. Zij misten gemiddeld genomen weinig trainingen.

Met de (online) cognitieve tests hebben we wat betreft het cognitief functioneren geen belangrijke verschillen gezien tussen de twee groepen. De deelneemsters van de beweeggroep hadden zelf wel het gevoel dat hun cognitief functioneren na de beweeginterventie verbeterde. Daarnaast zagen we dat de deelneemsters in de beweeggroep fysiek fitter waren geworden, minder vermoeid waren, een verbeterde kwaliteit van leven rapporteerden en minder depressieve klachten ervaarden ten opzichte van de andere deelneemsters. Let op, voor alle resultaten geldt dat we hebben gekeken naar de hele groep. Individueel kunnen de effecten anders zijn.

We hebben ook nog apart gekeken naar deelneemsters die bij het eerste bezoek aan het UMC in Utrecht vertelden dat zij veel vermoeidheidsklachten hadden. In deze groep zagen we door de beweeginterventie ook een verbetering op een aantal cognitieve testen. Het zou dus kunnen dat er voor patiënten die ongeveer twee tot vier jaar na de diagnose vermoeidheidsklachten en cognitieve klachten hebben, sporten nog meer positieve effecten heeft.

Wordt er geloot?

Ja. Deelnemende patiënten worden door loting verdeeld in verschillende groepen. Alle groepen worden met elkaar vergeleken. Patiënten weten vooraf niet in welke groep ze terechtkomen.

Behandeling

Deelnemende patiënten worden door loting verdeeld in 2 groepen. Deze groepen worden met elkaar vergeleken. Patiënten weten voor het onderzoek niet in welke groep ze terechtkomen.

De PAM studie duurt zes maanden.

Groep 1: Beweeggroep: vier uur sporten per week, waarvan:

  • Twee keer per week één uur training bij een fysiotherapeut in de buurt.
  • Twee keer per week één uur wandelen (Nordic of Power Walking).

Groep 2: Controlegroep:

  • Patiënten gaan tijdens de studie niet extra sporten en houden dus hun huidige beweegpatroon aan.
  • Patiënten krijgen na afloop van de studie een beweegprogramma aangeboden.

De behandeling wordt gestopt als

  • De onderzoeker/behandelend arts vindt dat de nadelige gevolgen van het onderzoek voor de patiënt groter zijn dan de mogelijke voordelen.
  • De patiënt zelf besluit te stoppen.

Bijwerkingen

Aan dit onderzoek zijn geen extra bijwerkingen (of risico’s) verbonden.

Extra belasting voor patiënt

  • Aan het begin en het eind van de studie dienen patiënten naar het UMC Utrecht te komen voor een aantal metingen.
  • Het ziekenhuisbezoek bestaat uit het invullen van een aantal vragenlijsten, het afnemen van bloed, een MRI-scan van de hersenen en een fietstest.

Onderzoeksgegevens

Wetenschappelijke titel

Effect of physical exercise on cognitive function after chemotherapy in patients with breast cancer

Website

Ga naar studie website

Kankersoort

  • borstkanker

Fase trial

III

Maximaal aantal patiënten

180

Initiatiefnemers

Julius Center, UMC Utrecht, UTRECHT

Coördinatoren

L. Witlox, UMC Utrecht
E.W. Koevoets, UMC Utrecht en Antoni van Leeuwenhoek (AVL) / NKI
E.M. Monninkhof, UMC Utrecht

Goedkeuring

Het onderzoek naar deze nieuwe behandeling is getoetst door een erkende medisch-ethische toetsingscommissie. Deze heeft geoordeeld dat het verantwoord is om de medewerking van patiënten te vragen. Voor meer informatie zie: CCMO

Vermelding in trialregister:

Meer informatie

Nederlandse titel
Effecten van lichamelijke training op cognitie van vrouwen die behandeld zijn voor borstkanker met chemotherapie: de PAM studie

Kijk op Julius centrum PAM studie voor nog meer patiënteninformatie over dit onderzoek en om contact op te nemen met de onderzoekers.

Datum laatste controle

10-02-2023

Aanmelden voor deze trial

Wil je meedoen aan deze trial? Bespreek dit dan met je arts. Hij of zij kan beoordelen of je in aanmerking komt. Ook kun je inhoudelijke vragen over de trial met je arts bespreken.

Tip: Neem in elk geval de naam van de trial mee naar je arts.