OPtriAL-studie (Longkanker)

  • Gesloten voor deelname sinds 05-09-2023

Dit onderzoek is inmiddels gesloten voor deelname. Indien er informatie beschikbaar is over onderzoeksresultaten dan wordt dit getoond onder het kopje onderzoeksresultaten.

Doel onderzoek

Deze studie onderzoekt wat de beste techniek is om pijn te behandelen na een kijkoperatie waarbij een deel van de long wordt verwijderd. Bij deze operatie is het belangrijk dat er goede pijnstilling wordt toegediend zodat de patiënt zo snel mogelijk uit bed kan, goed kan door ademen en kan hoesten met zo min mogelijk pijn.

De onderzoekers willen de resultaten gebruiken om een landelijke richtlijn op te stellen. Deze richtlijn moet ervoor zorgen dat in de toekomst alle patiënten die een kijkoperatie van de long ondergaan waarbij een deel van de long wordt verwijderd, goede pijnstilling krijgen en daarbij een beter herstel ervaren.

Onderzoeksresultaten

Aantal deelgenomen patiënten

In totaal hebben 450 patiënten aan deze studie meegedaan.

Verwachte termijn resultaten

De eerste onderzoeksresultaten worden verwacht op 10 december 2024.

Toelichting

L.N. Spaans, et al. Optimal postoperative pain management after VATS lung resection by thoracic epidural analgesia, continuous paravertebral block or single‑shot intercostal nerve block (OPtriAL): study protocol of a three‑arm multicenter randomised controlled trial. BMC Surgery (2022) 22:330.

Optrial website

Wordt er geloot?

Ja. Deelnemende patiënten worden door loting verdeeld in verschillende groepen. Alle groepen worden met elkaar vergeleken. Patiënten weten vooraf niet in welke groep ze terechtkomen.

Behandeling

Deelnemende patiënten worden door loting verdeeld in 3 groepen. Deze groepen worden met elkaar vergeleken. Patiënten weten voor de operatie in welke groep zij terecht komen.

Geschiktheidsonderzoek
Of de patiënt kan deelnemen aan deze studie, wordt bepaald door de chirurg waarmee de patiënt een gesprek heeft voor de operatie. De chirurg vraagt of de patiënt vaak pijn heeft (chronische pijn) en of hij of zij daarvoor sterkte pijnstillers gebruikt. Indien de patiënt deze geneesmiddelen dagelijks neemt, dan kan hij/zij niet meedoen aan dit onderzoek. Indien de patiënt aangeeft allergisch te zijn of door persoonlijke factoren niet in aanmerking komt voor één van pijnstillingstechnieken die worden onderzocht, dan kan de patiënt ook niet meedoen aan dit onderzoek.

Pijnbehandeling tijdens de operatie
Door loting wordt bepaald welke pijntechniek de patiënt tijdens de operatie gaat ontvangen. Een derde van de proefpersonen krijgt een ruggenprik, een derde krijgt continue plaatselijke pijnstilling en een derde krijgt eenmalige plaatselijke pijnstilling. Voor patiënten is een patiënteninformatie filmpje gemaakt en deze is te vinden op de home pagina van de website.

Groep 1: Ruggenprik
De ruggenprik wordt voor de operatie en voor de narcose door een ervaren anesthesioloog (narcotiseur) uitgevoerd. Tijdens deze verrichting is de patiënt wakker. De huid op de rug wordt met een prik verdoofd en vervolgens wordt met een ruggenprik en met behulp van een holle naald een dun slangetje ingebracht in de rug (tussen de wervels). De naald wordt verwijderd en het slangetje wordt vastgeplakt. Hierop wordt een pomp aangesloten die zorgt voor continue toediening van pijnstilling. Hierbij kan het gebied vanaf de borstkas naar beneden tot de bovenbenen verdoofd worden. Om deze reden krijgt de patiënt een blaaskatheter en mag de patiënt niet zonder begeleiding uit bed. Het slangetje wordt meestal na 3 dagen verwijderd, waarna de patiënt zo nodig pijnstilling in de vorm van tabletten krijgt of via het infuus in uw arm.

Groep 2: Continue plaatselijke pijnstilling
Deze techniek wordt door een ervaren longchirurg aan het begin van de operatie uitgevoerd als de patiënt onder narcose is. Continue plaatselijke pijnstilling betekent dat er constant pijnstilling wordt gegeven door middel van een dun slangetje dat onder narcose via de rug naast de wervels wordt ingebracht. Dit slangetje ligt ter plaatse van de zenuwen van het operatiegebied. Na de operatie wordt er een pomp aangesloten op het slangetje voor continue toediening van pijnstilling in het operatiegebied. Het slangetje wordt meestal na 2 dagen verwijderd, waarna de patiënt zo nodig pijnstilling in de vorm van tabletten krijgt of via het infuus in uw arm.

Groep 3: Eenmalige plaatselijke pijnstilling
Deze techniek wordt door een ervaren longchirurg aan het einde van de operatie uitgevoerd als de patiënt onder narcose is. Bij eenmalige plaatselijke pijnstilling wordt onder narcose eenmalig een pijnstillend medicijn ter plekke van de zenuwen van het operatiegebied toegediend met een spuit. Deze injecties worden op 8 verschillende zenuwen tussen de ribben toegediend. Deze pijnstillingstechniek werkt ongeveer 6-12 uur. Daarna krijgt de patiënt pijnstilling in de vorm van tabletten of via het infuus in de arm.

Er hoeft bij groep 2 en 3 geen blaaskatheter na de operatie geplaatst te worden en er zijn geen beperkingen om uit bed te gaan.

De behandeling wordt gestopt als

  • De behandelend arts vindt dat de nadelige gevolgen voor de patiënt groter zijn dan de mogelijke voordelen.
  • De patiënt zelf besluit te stoppen.

Bijwerkingen

Iedere behandeling kan bijwerkingen hebben. Mogelijke bijwerkingen/complicaties van dit onderzoek zijn:

Ruggenprik
Bij deze techniek kunnen de volgende bijwerkingen/nadelige effecten optreden:

  • pijn tijdens het aanprikken
  • lage bloeddruk
  • moeilijkheden met plassen
  • ontsteking van het gebied waar op de rug geprikt wordt
  • bloeding of zenuwbeschadiging (zeer zeldzaam)

Continue plaatselijke pijnstilling
Bij deze techniek kunnen de volgende zeer zeldzame complicaties optreden: bloeding of ontsteking van het gebied waar geprikt wordt.

Eenmalige plaatselijke pijnstilling
Bij deze techniek kunnen de volgende zeer zeldzame complicaties optreden: bloeding of ontsteking van het gebied waar geprikt wordt.

Extra belasting voor patiënt

  • Mogelijke bijwerkingen of zeldzame complicaties bij de gebruikte pijnstillingstechnieken.
  • De patiënt is extra tijd kwijt aan het invullen van vragenlijsten (15-30 minuten per keer).

Onderzoeksgegevens

Wetenschappelijke titel

Optimal postoperative Pain management After Lung surgery (OPtriAL): multi-centre randomised trial

Website

Ga naar studie website

Kankersoort

  • longkanker, niet-kleincellig

Fase trial

IV

Maximaal aantal patiënten

450

Initiatiefnemers

Máxima Medisch Centrum

Coördinatoren

Drs. L. Spaans, Maxima Medisch Centrum

Goedkeuring

Het onderzoek naar deze nieuwe behandeling is getoetst door een erkende medisch-ethische toetsingscommissie. Deze heeft geoordeeld dat het verantwoord is om de medewerking van patiënten te vragen. Voor meer informatie zie: CCMO 

Vermelding in trialregister:

  • Nederlands Trialregister (NTR): NL9243

Meer informatie

Nederlandse titel:
OPtriAL: optimale postoperatieve pijnbehandeling na longchirurgie

Kijk op OPtriAL-voor patiënten voor nog meer patiënteninformatie over dit onderzoek.

Datum laatste controle

27-03-2024

Aanmelden voor deze trial

Wil je meedoen aan deze trial? Bespreek dit dan met je arts. Hij of zij kan beoordelen of je in aanmerking komt. Ook kun je inhoudelijke vragen over de trial met je arts bespreken.

Tip: Neem in elk geval de naam van de trial mee naar je arts.