Hét telefoontje
Met Anja de Jong, goedemiddag. Dag mevrouw de Jong U spreekt met ……(naam huisarts).
BAM!
Als je meegedaan hebt met het bevolkingsonderzoek en je wordt dan 5 dagen later gebeld door je huisarts, weet je direct: fout! Want zeg nu zelf. Een huisarts belt je niet op om over het weer te praten. Mijn dokter vertelt me dat er “iets” gezien is op de foto’s en dat dit verder onderzocht moet worden.
Binnen een week onderga ik op de mammapoli allerlei onderzoeken en aan het eind van de dag zit ik –samen met mijn zus- bij de chirurg voor de uitslag. “Mevrouw, er zijn foute cellen gevonden en u moet geopereerd worden binnen nu en vier weken”. Met een pakket informatie en een afspraak voor de volgende week, mocht ik naar huis om het “rustig te laten bezinken”.
Het aparte was dat het niet onverwachts kwam. Ik had vanaf het moment dat ik de controle in “de bus” had een soort onderbuikgevoel van: het is niet goed. Nee, ik voelde niets, had geen enkele aanleiding om zoiets te denken. Maar het was dat beroemde of beruchte onderbuikgevoel. Alleen, als het dan bevestigd wordt, komt het alsnog hard binnen.
Die woorden: foute cellen die bleven maar rond jengelen in mijn hoofd. Ook de vraag: het is wel véél allemaal. Ga ik dit volhouden en hóe ga ik dit volhouden, was een gedachte die me niet losliet. Ik ben nl. ook bezig met een vrij pittig revalidatietraject vanwege mijn sarcoïdose en nu komt dit er ook ineens bij.
Geen vragen van: waarom? Misschien komt dat nog, dat weet ik niet. Nee, het was echt alleen: hóe ga ik dit doen? Hóe past dit ook nog in het revalidatietraject? Kan dit wel tegelijk? Enz. Enz.
En toen kwam er ’s-avonds een mailtje van een vriendin met daarin de o.a. volgende zin:
Ik moest alleen net aan een Bijbeltekst denken en hoop dat je er wat aan hebt: God is getrouw: Hij zal niet toelaten dat u verzocht wordt boven wat u aankunt, maar Hij zal met de verzoeking ook de uitkomst geven om die te kunnen doorstaan. (1 Korintiërs 10:13)
Dit was en is God’s antwoord op mijn vragen. God gebruikt mensen en Hij is er bij en zal voor mij zorgen. De dagen erna werd ik overstelpt met kaarten, bloemen, boeken, telefoontjes, bezoekjes en zoveel liefde dat ik alleen “maar” verwonderd kan zeggen:
Foute cellen? Ja. Maar we hebben een GOEDE GOD.
(deel 2 volgt morgen)
3 reacties