Wat vooraf ging

Op mijn 15e kreeg ik voor de eerste keer die rot ziekte. Het Hodgkin lymfoom. Hiervoor ben ik een jaar behandeld in het Sophia kinderziekenhuis. Het leven na kinderkanker heb ik ingewikkeld gevonden. Toen ik de diagnose Hodkgin kreeg was al snel mijn naïviteit op gezondheid verdwenen. Er begon zich een bepaalde drive in mij te ontstaan; ik wilde zo ontzettend graag een goede fundering voor mijn verdere leven creëren. In rap tempo werkte ik de mijlpalen af: studie, werk, huis, kinderen. Tijd en ruimte voor een adempauze gaf ik mezelf niet. Haast had ik, een onbewust maar voortdurend aanwezige haast. Pas na de geboorte van Lias in 2019 leerde ik langzaam de tijd en ruimte aan mijzelf te geven. Een bijzonder proces waarin ik leerde om mezelf als suvivor van kinderkanker te erkennen en om deze erkenning van mijn naasten te vragen. Ik leerde om aardiger voor mijzelf te zijn. Het lukte mij om mij te verzoenen met mijn geschiedenis en om mijn angst om de kwetsbaarheid van mijn lijf te parkeren. De geboorte van Noué was mijn laatste puzzelstukje van dit proces. De haast verdween, ik kon rust vinden in en om mijn lijf. Die rust gaf rust.

Voor even.

Kort na deze periode vond ik opnieuw een knobbel. Hij zat weer in mijn nek, de angst was meteen terug. Noué was pas zes weken oud, het zal toch niet?!

Na verschillende onderzoeken en een operatie blijkt mijn angst werkelijkheid geworden te zijn. Schildklierkanker.

Ik ben 29. Moeder van twee kinderen en ik heb schildklierkanker. Wéér kanker. Hoe dan.