Mijn lieve kleine grote jongen
Lias verwerkt alles op zijn eigen manier. Hij speelt met regelmaat doktertje waarbij een ieder van ons om de beurt het lijdend voorwerp van zijn spel mag zijn. Ook vraagt hij geregeld of ik hem het boek over de dokter voor wil lezen. Hoewel het mij iedere keer confronteert met de tijd waar wij nu in zitten, lees ik het hem altijd weer geduldig voor. Zo klein als hij is, Lias begrijpt alles behoorlijk goed.
Vooral de eerste weken gaf Lias regelmatig aan dat hij ergens pijn had en daarom naar de dokter moest. Alle keren namen Arjan en ik zijn pijn serieus. We erkende de pijn, keken er naar en spraken er met hem over. Steeds beloofde we hem om de volgende dag, als de pijn dan niet over zou zijn, samen naar de dokter te gaan. We zijn geweest. Lias heeft kennis gemaakt met de dokter. Dit lijkt hem rust gegeven te hebben, hij heeft daarna niet meer dergelijke pijn gehad. Wel speelt hij nog dikwijls doktertje. Dat gegeven geeft mij juist rust en houvast. Steeds weer aanschouwen we het spel van Lias en halen daar de informatie uit die we vervolgens in de gesprekken met hem gebruiken. Middels zijn spel kunnen Arjan en ik aardig goed zien hoe Lias deze periode beleefd en dat geeft een geruststellend gevoel.