Het is oké om er niet hetzelfde mee om te gaan

Dinsdagavond 9 november 2021 probeerde Arjan herhaaldelijk contact met mij te maken. Hij gaf mij regelmatig een knuffel, zoen of een warme blik. Hij verzorgde de kinderen, zorgde voor het eten en liet mij verder mijn ding doen. Ik kon niet veel meer dan kijken naar hen. Ik aanschouwde hun warme interacties en onderging de tallozen kusjes en knuffels die ik die avond kreeg. Eerlijk? Die warmte was prettig maar op de een of andere manier benauwde het mij ook. Ik weet niet precies waarom ik dit zo voelde. Ik was weer het middelpunt van een gezin geworden. Mijn eigen gezin. Mijn fijne veilige plek. Het voelde niet oké, deze jaren hadden in het teken van mijn kinderen moeten staan.

 

10 november, een dag na het krijgen van de uitslag. Arjan en ik maken ruzie. Uit onmacht. We voelen beide ontzettend veel onmacht.

 

Ik had iets van hem nodig en het lukte mij niet daarom te vragen waardoor ik het niet kreeg. Omdat wij in onze relatie al menig hobbel hebben gehad hebben Arjan en ik de afgelopen jaren veel van en met elkaar mogen leren. Ik ging er daarom vanuit dat Arjan zou weten wat ik nodig had. Niet eerlijk van mij. We kennen elkaars copingstrategieën; Arjan vermijdt het liefste en ik wil over alles praten. Best tegenstrijdig. En hoewel deze situatie weer anders is weten Arjan en ik deze strategieën steeds weer samen te laten komen.

 

Ja soms maken we door alle spanningen en stress even ruzie. We geven elkaar vervolgens rust en ruimte om er daarna samen weer over te kunnen praten. We doen het vast niet perfect maar we zien elkaar en vinden elkaar op deze manier altijd weer terug.