Klaar voor de operatie

20 december ‘19

De opname

’s Ochtends vroeg moet ik me melden. Eerst voor een radiologisch onderzoek. Daar word met blauwe kleurstof de poortwachtersklier in kaart gebracht. Dan hoor ik dat ik om 1 uur in de OK verwacht word. Ik moet dus nog een hele poos nuchter blijven. Uiteindelijk wordt het half 3 voordat ik naar de OK gebracht word. Om half 6 ben ik weer terug op de afdeling en een uur later heb ik trek in een boterham.

Die nacht krijg ik pijn in mijn linkerbeen. Ik denk dat ik niet goed gelegen heb tijdens de operatie. Hopelijk gaat het morgen beter.

Ik slaap niet veel. Ik krijg nog steeds een beetje zuurstof toegediend sinds de operatie. Mijn borst zit aardig ingepakt. En ook de oksel is verbonden. ‘s Ochtends poedel ik me maar wat in de badkamer. Douchen lijkt me nog niks met die verse wonden, dat komt thuis wel weer. Ik heb niet zoveel last van de operatiewonden, maar mijn been blijft zeuren.

Ik verwacht dat de chirurg of de zaalarts nog wel langs zal komen om iets te vertellen over de operatie. Maar er komt niemand. Uiteindelijk is er een verpleegkundige die vraagt wanneer ik naar huis ga. Ik kijk haar even niet-begrijpend aan. Er is niemand die heeft gezegd dat ik weg mag. Er is ook nog niemand geweest die naar mij of naar de wond heeft gekeken. Wel word ik van de zuurstof gehaald.

Even later vraagt ze weer hoe laat ik naar huis ga. Hoezo hoe laat? Moet ik mezelf dan ontslaan uit het ziekenhuis? Omdat ik erop aandring controleert de verpleegkundige nog snel de wond en dan ga ik mijn buurvrouw bellen of ze me op wil halen. Ik wil hier weg, naar de geborgenheid van mijn eigen huis.