En dan staat de wereld even stil... Deel 63

Donderdag 20 september 2018

Om 2:00 uur pruttelt mijn moeder nog steeds. Anders dan dat kan ik de ademhaling van mijn moeder niet omschrijven. Waar haar aanraken gisteren rustgevend op haar werkte, zetten we daar vannacht haar vechtmodus mee aan. De situatie lijkt ongewijzigd. Mijn vader besluit om op de bank in de serre te gaan liggen. Ik zoek het overleg met  de vrijwilliger van Leendert Vriel en mijn vriend. Ik vind het eigenlijk onmenselijk om mijn vader met zijn 75 jaar op een 2 persoonsbankje te laten gaan slapen. De situatie verslechterd, maar is al geruime tijd stabiel. Ik overleg met mijn vader dat hij naar bed gaat. Als de situatie verder verslechterd zal ik hem wekken. Hierop vertrekt mijn vader naar boven.

Rond 4:00 uur lijkt de situatie van mama nog steeds stabiel. De wetenschap dat dit mogelijk een lange dag zal worden maakt dat mijn vriend en ik ons allebei neerdroppen op een bankje in de serre. We hebben het nog even over het geluid wat de ademhaling van mijn moeder produceert. Het klinkt ons zo bekend in de oren, maar kunnen het niet plaatsen. Ineens is mijn vriend er achter. “Amygdala, ze klinkt als een koffiezetapparaat waar het laatste water door pruttelt.” Warempel, dat is het. Door het geluid hieraan te koppelen wordt het ineens een stuk minder angstaanjagend en zelfs rustgevend. Na deze constatering doen we een poging wat slaap te pakken. Als de situatie anders wordt zijn we maar 10 passen bij mama vandaan.

Als ik net begin in te dommelen hoor ik een stem die ik niet direct kan plaatsen. Ik open mijn ogen en zie een mannenfiguur in de woonkamer zitten die niet op mijn vriend lijkt. Als ik op de bank naast mij kijk, blijkt dit te kloppen. Mijn vriend is net begonnen met een cursus zagen. Ik hijs me van de bank en zie tot mijn grote verbazing mijn zoon aan het bed van oma zitten. Hij verteld dat hij nauwelijks tot niet heeft geslapen en nu niet meer kan slapen. Hij is maar naar beneden gegaan. Ik vraag hem of dit wel de plek is waar hij wil zijn. Dat hij wat mij betreft ook in onze woonkamer dan wel op zijn slaapkamer op de iPad mag. Mijn zoon reageert resoluut. “Nee, ik wil bij oma zijn.” ”Dan is het goed jongen. Maar trek wel even een vest aan als je wil.”  Ik kroel hem door zijn haar, geef hem een zoen en een knuffel en draai me weer om richting de bank.

Om 6:00 uur word ik gewekt door de vrijwilliger van de Leendert Vriel. De situatie lijkt zich te wijzigen. De ademhaling wordt oppervlakkiger dan dat hij was. Ik hijs me van de bank. Ik zie dat mijn zoon nog steeds bij mijn moeder is. Hij heeft zich inmiddels verdiept in een spel op zijn iPad. De vrijwilligster heeft een pot koffie gezet. Niet veel later zit ik aan het bed van mijn moeder met een kop koffie in de hand. Eigenlijk ben ik met stomheid geslagen. Hoe kan het dat iemand die zo’n slecht gestel heeft, waarvan het lichaam zoveel klappen heeft gehad de afgelopen 16 maanden, zo sterk kan zijn. Wilskracht is een groot goed, maar wat ik hier zie en mee maak klopt niet met hetgeen ik over de ziektegeschiedenis van mijn moeder weet.

Ik ontvang een app van de thuiszorg. Zij is onderweg naar ons toe. Ik app de andere medewerkster dat mama de strijd nog niet verloren heeft. Om 6:45 uur wordt er op het raam aan de voorzijde van de woning geklopt. Ik loop naar de voordeur. Ik verwacht dat het de thuiszorg is. Echter blijkt het onze huisarts te zijn. Ik open de voordeur. Waarop de huisarts enigszins verbolgen zegt: “Ik dacht dat jij mij vannacht zou bellen?” “Kom binnen. Ik had je maar wat graag gebeld. Het feit is echter dat mama er nog is.” De verbazing is duidelijk van het gezicht van onze huisarts af te lezen. Als hij een kunstgebit had gehad, hadden we die in het ochtendschemer kunnen gaan zoeken. “Dat kan niet. Dat kan niet. Dit is onmogelijk.” hoor ik hem verbaast zeggen. We lopen naar de woonkamer alwaar mijn moeder nog steeds ligt te pruttelen. De huisarts zet zijn tas neer en haalt er een apparaatje uit wat hij op de vinger van mijn moeder plaatst. Onderwijl komt de thuiszorg ook binnenlopen. Het apparaatje van de huisarts geeft aan dat de hartslag van mijn moeder 120 is en dat ze een zuurstof gehalte van 52 heeft.  De huisarts is wederom met stomheid geslagen. Hij blijft herhalen dat hij het niet snapt en dat het medisch gezien onmogelijk is wat hier gebeurd. We schenken maar snel een kop koffie voor iedereen in. De huisarts verteld dan dat mensen met een zuurstof gehalte van onder de 60 niet eens meer naar het ziekenhuis gebracht worden, omdat ze dat ritje niet zullen overleven. “Met jou moeder kan je alleen nog een heel rondje rondweg van Almelo rijden en dan nog zal ze het niet opgeven. Het is medisch niet mogelijk wat ik hier meemaak. Ongelofelijk. Ongelofelijk.” De verbazing van de huisarts is oprecht. De thuiszorg geeft aan het ook allemaal uitzonderlijk te vinden. Het gaat slechter maak hoe lang het nog gaat duren is een groot raadsel. De thuiszorg geeft aan vanmiddag een hightea te hebben van een vriendin die 50 wordt. Ze zal alvast gaan overleggen wie het hier van haar kan overnemen. “Nou zoals het er nu uitziet, kan ik volgens de huisarts de aanhanger van de buurman wel gaan lenen. We plaatsten mijn moeder en haar bed daarop en gaan gezellig met je mee.” grap ik.

De huisarts vertrekt rond 7:15 uur. Ik overleg met de thuiszorg en Leendert Vriel wat te doen. De situatie is verslechterd. We kunnen niet inschatten hoe het verloop verder zal gaan. Moet ik mijn vader alvast naar beneden halen of niet. Het advies is om mijn vader in ieder geval aan te geven dat het wenselijk is dat hij zich rustig aankleed en zo naar beneden komt. Maar dat er geen sprake is van bloedspoed. De thuiszorg gaat haar ronde rijden. Als er wat is moet ik haar bellen.

Rond 7:30 uur is mijn vader beneden.  Niet veel later vertrekt de vrijwilliger van de Leendert Vriel. Ik merk aan alles dat ze het moeilijk vind om te gaan.

Als iedereen weg is zitten we geruime tijd aan het bed van mijn moeder. In volledige stilte. Wetende dat het moment van afscheid nemen steeds dichterbij komt. Het is alleen de vraag wanneer ze haar laatste adem zal uitademen.

Iets voor half negen geeft mijn vader aan dat hij toch even zijn ontbijt gaat klaar maken en dat hij er zo weer is. Mijn vader haalt wat fruit uit de schuur en staat niet veel later in de keuken wat te rommelen. Ik zit aan het bed van mijn moeder. Ineens stopt het pruttelen van mijn moeder en veranderd haar ademhaling in een hele rustige hoog zittende ademhaling. Ik kijk mijn vriend aan en vraag hem direct mijn vader op te gaan halen. Enkele seconden later zit ik samen met mijn vader aan het bed van mijn moeder. Mijn Zoon zit iets verder in de woonkamer en is de interesse in zijn iPad verloren

De ademhaling verloopt rustig. Mijn vriend zit tegenover mij. Hem zie ik tellen hoeveel seconden er tussen de ademhalingen van mijn moeder zit. In de kom van de hals van mijn moeder zie ik een adertje kloppen. Die hou ik maar in de gaten. Dat is het enige teken waar we in de adempauzes aan kunnen zien of ze er nog is of niet. 40 seconden, helemaal niets. Dan volgt een ademhaling. 60 seconden, helemaal niets. Dan volgt er een ademhaling. 40 seconden, helemaal niets. Dan volgt een ademhaling. Enkele seconden later: een lichte inademing gevolgd door een zucht. Het adertje in haar hals lijkt gestopt te zijn met kloppen.

Ik zoek de pols van mijn moeder om de hartslag te voelen. Op het moment dat ik daar mee bezig ben, hoor ik een stemmetje in mijn hoofd wat zegt: “Amygdala daar voelden ze gisterenavond ook al geen pols meer.”

Ik sta op en leg mijn vingers op de plek in mama haar hals alwaar ik als laatste haar hartslag nog zag.  Ik kijk mijn vader aan en zeg tegen hem: “Papa, ze is er niet meer.”  Het is 8:32 uur. Deze betekenis van deze woorden dringen langzaam tot ons door. Wat opvalt is de serene rust die we op dat moment bij ons dragen. Ik laat het hoofdeinde van mijn moeders bed naar beneden zakken. Ik weet dat er een rol onder de kin van mijn moeder gelegd moet worden. Mama ligt echter op haar rechterzijde. Ik zal haar hoofd moeten vastpakken en haar recht moeten leggen. Terwijl ik zo voorover sta en weet wat me te doen staat loopt het angstzweet over mijn rug. Ik pak voorzichtig haar hoofd en onderwijl denk ik ”Waag het niet om weer te gaan ademen, mama. Waag het niet.”  Ik leg haar hoofd recht op het kussen en verplaats haar enigszins zodat ze recht ligt. Ik leg een rol onder haar kin en sluit haar ogen. “Dag lieverd.”

 

En dan, dan staat de wereld even stil… Donderdagochtend 20 september 2018, 8:32 uur. Mama is er niet meer. De kanker heeft haar overwonnen.

6 reacties

Gecondoleerd met het verlies van je moeder en heel veel sterkte met de verwerking.

Laatst bewerkt: 10/10/2018 - 18:46

Gecondoleerd voor jullie allemaal, Vandaag precies drie weken verder na het overlijden van je moeder......het zal niet meevallen om de draad “gewoon” op te pakken na deze intensieve maanden.

Sterkte.

 

 

Laatst bewerkt: 11/10/2018 - 08:29

Gecondoleerd. Je hebt het zo treffend verteld. Ik vind het (persoonlijk) mooi dat je moeder stierf in bijzijn van jullie, zonder de hulptroepen. Heel veel sterkte!

 

Laatst bewerkt: 11/10/2018 - 11:18

Dag Amygdala,

Ik heb bewondering voor jou - voor hoe je je moeder, samen met je vader, zoon en vriend, tijdens haar ziekbed en in haar laatste levensfase hebt begeleid, verzorgd, van haar hebt gehouden. Jíj trok deze zware kar. En daarbij heb je ook nog tijd heb gevonden om de woorden te vinden voor wat je hebt meegemaakt, gevoeld, en dat op te schrijven. Wat zal het een enorm gemis zijn om zonder je moedertje verder te moeten gaan, de draad van je (eigen) leven weer op te pakken. Ik wens je daar heel veel sterkte bij. Koester de mooie herinneringen aan je moeder.

Warme groet,

Carolina 

Laatst bewerkt: 12/10/2018 - 11:04