28.09.2018

Hoe gaan we deze dag doorkomen. Ik stel voor om in ieder geval heel veel Bobby’s gin te kopen. Of we hebben vanmiddag iets vreselijk te vieren of ik ga me volledig bezatten.

We nemen de tram naar het ziekenhuis. Er is een redelijke kans dat het onverantwoord is om straks nog achter te stuur te zitten. We zitten in de wachtkamer en hebben het allebei niet meer van de zenuwen. En dan zien we in een flits de verpleegkundige voorbij rennen en ze duikt een kamer in. Jaïr en ik kijken elkaar aan, ons hart staat stil en we denken precies hetzelfde. Niet veel later worden we door de oncoloog naar binnen geroepen. De verpleegkundige zit binnen, in een splitsecond kruizen onze blikken elkaar en schudt ze heel even met haar hoofd. Ik weet genoeg. Vang vlagen op over uitzaaiingen in lymfeklieren, ruggenwervel en lever, meedoen aan een studie, 10% die na 4 jaar nog stabiel is, icecap. En ik kan maar 1 ding denken: ik ga dood. Ik. 38 jaar. Moeder van een mannetje van 4. Als we aankomen bij het onderdeel ‘hoe nu verder’ geeft de verpleegkundige aan dat ze weer verder moet. Ik geef haar een hand en zeg sarcastisch “ik ben klaar met jou. Ik hoef jou niet meer te zien”.  Elke keer als ik haar zie, is er slecht nieuws. Ze is de freaking duivel!

M’n bloeddruk wordt gemeten. De oncoloog wil even voelen en ik moet op de weegschaal. Werkelijk??? Je hebt me net verteld dat ik doodga en dan zet je me ook nog op de weegschaal?? Wat is dit voor een marteling?!

Ik vraag aan de dokter of er dingen zijn die ik wel of juist niet moet doen. Helpt het bijvoorbeeld als ik vanaf nu heel stil blijf zitten? Maar niks zal helpen. Een beetje gezond en gevarieerd eten moet ik. Maar vooral zorgen dat ik me goed voel en zoveel mogelijk geniet. Ik zeg tegen haar dat ik me ga bezatten vandaag. “Doe dat maar” zegt ze.

Ik heb met papa en mama afgesproken dat ze Abel uit school halen en meenemen naar huis. Ik heb tegen ze gelogen. Gezegd dat we het gesprek met de oncoloog pas om 16.30 uur vanmiddag hebben. Ze hebben minstens zoveel spanning als ik en ik zou niet weten hoe ze anders op het schoolplein kunnen staan in de wetenschap dat hun dochter op dat moment hoort of ze nog te behandelen is. Het is 15.30 uur en ik bel ze op. “Pap, zijn jullie al onderweg?” “We stappen net in de trein” antwoordt hij. “Oke, stap snel uit en kom maar naar ons”. Ik kan ze dit toch niet over de telefoon vertellen?! Thuis aangekomen gaat Jaïr eerst naar binnen en zet Abel met ipad en koptelefoon op z’n kamer. Daarna ga ik naar binnen. Ik huil niet eens. Ben in shock. Ik bel Marieke. Zij en andere zus Sandrine komen zo ook naar ons toe en nemen papa en mama mee terug.

Er komt een appje binnen van m’n moeder. Van de zenuwen heeft ze ‘m per ongeluk naar mij gestuurd i.p.v. naar haar eigen zus. “Het is uitgezaaid bij Elske” staat er, met allemaal huilend-van-het-lachende-smileys erachter. Huilende poppetjes dacht ze. Ik moet er vreselijk om lachen en stuur ‘m door aan m’n vriendinnen.

Hoewel ik liever een andere uitkomst had gehad, ben ik ook opgelucht dat de onzekerheid voorbij is. Als die nog langer had geduurd, was ik daar wel aan dood gegaan.

De appjes stromen binnen. Mensen zeggen dat ik sterk ben en dit gevecht aankan. Gevecht?? Een gevecht is een partij tegen iemand uit dezelfde gewichtsklasse, van ongeveer hetzelfde niveau, met duidelijke regels en een eindtijd, waar je allebei een soort van kans maakt om te winnen. Dit is geen gevecht! Dit is gewoon keihard in elkaar gebeukt worden, niet wetende uit welke hoek, niet wetende waarmee, niet wetende hoe lang, maar wel in de wetenschap dat je zal verliezen.