Dit onderzoek is inmiddels gesloten voor deelname. Indien er informatie beschikbaar is over onderzoeksresultaten, dan wordt dit getoond onder het kopje 'onderzoeksresultaten'.
Chemotherapie heeft als bijwerking dat het de werking van beenmerg remt. In beenmerg worden witte bloedcellen aangemaakt. Deze witte bloedcellen zorgen voor afweer tegen infecties. De groeifactor G-CSF, ook bekend onder de naam pegfilgrastim (1), versnelt juist de aanmaak van witte bloedcellen in beenmerg.
Onderzocht wordt wat het verschil is in koorts en/of infectie wanneer patiënten de groeifactor G-CSF alleen tijdens de eerste 2 kuren chemotherapie krijgen, in plaats van G-CSF tijdens alle kuren.
Merknaam
(1) Neulasta®
Resultaten
Eventuele vervolgstappen n.a.v. studie
Er is aanvullend gekeken of er een beschermend effect is van eerdere chemotherapie of van G-CSF profylaxe op het aantal witte bloedcellen bij de volgende chemotherapiekuur. Bij de groep patiënten die behandeld werd met G-CSF profylaxe tijdens alle chemotherapiekuren trad een langzame daling van witte bloedcellen en neutrofielen op. Bij de groep met G-CSF alleen in de eerste twee chemotherapiekuren trad er vanaf kuur 3 een abrupte forse daling op. Kortom er is geen beschermend effect van chemotherapie of G-CSF profylaxe.
Verwijzing naar officiële publicatie
De onderzoeksresultaten zijn gepubliceerd in The Journal of Clinical Oncology.
Primary granulocyte colony-stimulating factor prophylaxis during the first two cycles only or throughout all chemotherapy cycles in patients with breast cancer at risk for febrile neutropenia. J Clin Oncol. 2013 Dec 1;31(34):4290-6. Epub 2013 Apr 29.
Cost effectiveness of primary pegfilgrastim prophylaxis in patients with breast cancer at risk of febrile neutropenia. J Clin Oncol. 2013 Dec 1;31(34):4283-9. Epub 2013 Oct 28
Deelnemende patiënten ondergaan de chemotherapie die gebruikelijk is in hun situatie. In het algemeen zijn dit 6 kuren, elke 3 weken. Deelnemende patiënten worden door loting verdeeld in 2 groepen. Deze groepen worden met elkaar vergeleken. Patiënten weten tijdens het onderzoek niet in welke groep ze zitten.
G-CSF wordt 24 tot 36 uur na de chemotherapie toegediend via een injectie. Dit gebeurt bij de deelnemende patiënten thuis.
De behandeling wordt gestopt als
Iedere behandeling kan bijwerkingen hebben. Mogelijke bijwerkingen van het onderzoek naar deze nieuwe behandeling zijn:
G-CSF
Halverwege de kuur wordt het bloed een keer extra gecontroleerd.
Prof. dr. V.C.G. Tjan-Heijnen (Academisch Ziekenhuis Maastricht) en de Borstkanker Onderzoek Groep (BOOG).
Het onderzoek naar deze nieuwe behandeling is getoetst door een erkende medisch-ethische toetsingscommissie. Deze heeft geoordeeld dat het verantwoord is om de medewerking van patiënten te vragen. Voor meer informatie zie: CCMO
Registratienummer trialregister
NCT00536081
Nederlandse titel
Het uit voorzorg toedienen van G-CSF tijdens de eerste 2 chemotherapiekuren of tijdens alle chemotherapiekuren bij patiënten met borstkanker en een verhoogd risico op koorts bij een te laag aantal witte bloedcellen (neurotropenie). (2-2-6 STUDIE).
Extra informatie
Kijk op BOOG voor medische achtergrondinformatie over dit onderzoek.
Wil je meedoen aan deze trial? Bespreek dit dan met je arts. Hij of zij kan beoordelen of je in aanmerking komt. Ook kun je inhoudelijke vragen over de trial met je arts bespreken.
Tip: Neem in elk geval de naam van de trial mee naar je arts.