Myelofibrose (MF) is een zeldzame aandoening van het beenmerg. Myelum betekent beenmerg. Fibrose betekent woekering van bindweefsel.
Bij deze ziekte maakt het beenmerg eerst meer, en later steeds minder bloedcellen aan. Dat komt doordat het beenmerg langzamerhand wordt verdrongen door bindweefsel.
Woekering van bindweefsel (fibrose)
De toename van bindweefsel is het gevolg van een ongecontroleerde groei (woekering) van bepaalde cellen: de megakaryocyten. Dit zijn de voorlopercellen die verantwoordelijk zijn voor de aanmaak van bloedplaatjes (trombocyten).
De afwijkende megakaryocyten stimuleren op hun beurt weer andere cellen (fibroblasten) om bindweefsel aan te maken.
Verloop van myelofibrose
Beginstadium: nog geen fibrose in het beenmerg
In de beginfase van myelofibrose is het aantal bloedplaatjes in het bloed meestal sterk verhoogd. Ook het aantal witte bloedcellen in het bloed kan verhoogd zijn. Er is dan nog geen fibrose (woekering van bindweefsel) in het beenmerg.
Deze beginfase heet prefibrotische myelofibrose.
Gevorderd stadium: steeds meer bindweefsel in het beenmerg
Het beginstadium gaat langzaam over in de klassieke myelofibrose. De hoeveelheid bindweefsel in het beenmerg neemt steeds verder toe. De bloedcellen worden meer en meer uit het beenmerg verdreven. Daardoor ontstaat er een tekort aan normale bloedcellen: rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes.
In het bloed worden eerst vooral onrijpe en misvormde rode bloedcellen aangetroffen. Later ontstaat ook een tekort aan normale witte bloedcellen en bloedplaatjes.
Bij myelofibrose proberen andere bloedvormende organen zoals de lever en de milt de gebrekkige bloedaanmaak in het beenmerg te compenseren. Vooral de milt kan daardoor sterk vergroot raken.
Lees meer over de symptomen per stadium.