Bestraling bij merkelcelcarcinoom

Een merkelcelcarcinoom reageert bijna altijd goed op bestraling. Bestraling is mogelijk: 

• na de operatie
• in plaats van een operatie 
• om de ziekte te remmen en klachten te verminderen

Bestraling na de operatie

Bestraling kan een extra behandeling zijn na een operatie. Bij een kleine tumor is bestralen na de operatie niet altijd nodig.

Bestraling gebeurt om eventueel achtergebleven kankercellen kapot te maken. De arts bestraalt de plek waar de tumor heeft gezeten. Bij een uitzaaiing naar de lymfeklieren, bestraalt de arts het gebied waar de de verwijderde lymfeklieren hebben gezeten.

Meestal zijn 25 bestralingen nodig. Je krijgt dan 5 dagen in de week enkele minuten bestraling. De totale behandeling duurt 5 weken. Soms zijn iets meer bestralingsbehandelingen nodig.

Bestraling in plaats van een operatie

Misschien wil je geen operatie. Of is een operatie niet goed mogelijk. Dan kan de tumor meestal bestraald worden. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij een tumor op het ooglid, de neus, het oor of de lip. Zo’n tumor is vaak moeilijk helemaal te verwijderen.

Bestraling om de ziekte te remmen en klachten te verminderen

Is het merkelcelcarcinoom uitgezaaid naar andere delen van het lichaam, dan kunnen die plekken bestraald worden. Doel is de ziekte te remmen en klachten te verminderen. 

Bestraling is de behandeling van kanker met straling. Het doel is kankercellen te vernietigen en tegelijk gezonde cellen zoveel mogelijk te sparen. De bestraling gebeurt plaatselijk: alleen op het deel van je lichaam van de tumor of uitzaaiingen. Een ander woord voor bestraling is radiotherapie. 

De straling komt uit een bestralingstoestel. De straling gaat van buitenaf door je huid heen. De radiotherapeut bepaalt nauwkeurig de hoeveelheid straling en de plek waar je wordt bestraald.