Beenmergonderzoek
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofon
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofonBij beenmergonderzoek neemt de arts met een punctie wat beenmerg weg uit de achterkant van het bekken of uit het borstbeen.
De arts verdooft hiervoor je huid en het botvlies. Daarna prikt hij met een speciale holle naald door het bot tot in het beenmerg. Daaruit zuigt hij een kleine hoeveelheid merg op. Hierdoor voel je (kort) een venijnige pijn. En meestal een eigenaardig, trekkerig gevoel.
Het beenmerg ziet eruit als bloed.
Met eenzelfde naald verwijdert de arts ook een stukje bot met daarin het beenmerg. Zo is de kans groter dat hij kwaadaardige cellen vindt. Het verwijderen van een stukje bot heet een biopsie.
De patholoog beoordeelt de cellen en het botbiopt onder de microscoop. Hij stelt onder andere vast hoeveel abnormale cellen er zijn en wat het type ervan is.