Onderzoek en diagnose bij CML

Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.

Naar colofon
Opslaan

Heb je symptomen die kunnen passen bij chronische myeloïde leukemie, ga dan naar je huisarts. CML is zeldzaam. De kans dat je klachten door CML komen is daarom klein. De huisarts zal eerst allerlei vragen stellen om een idee te krijgen wat er aan de hand kan zijn. Ook zal hij je lichamelijk onderzoeken. 

Het kan zijn dat de huisarts besluit om ook je bloed te onderzoeken. Het laboratorium kijkt dan naar de verschillende bloedcellen en vooral naar de witte bloedcellen. 

Toont het bloedonderzoek aan dat er te veel en te jonge witte bloedcellen zijn, dan is verder onderzoek nodig. Dit bestaat uit: 

Blijkt uit het beenmergonderzoek dat je leukemie hebt, dan is het belangrijk om te weten om welke vorm het gaat. Daarvoor is ook DNA- en chromosomenonderzoek nodig.

Met het chromosomenonderzoek bekijkt de arts of je het Philadelphia-chromosoom hebt. Het DNA-onderzoek vult de gegevens van het chromosoomonderzoek aan. 

Aanvullend onderzoek

Vaak is verder onderzoek nodig. Daarmee stelt de arts vast hoever de ziekte zich heeft verspreid. Zo kan hij bepalen welke behandeling het meest geschikt is.

 De volgende onderzoeken zijn mogelijk:

  • aanvullend lichamelijk onderzoek: de arts zal je altijd lichamelijk onderzoeken en onder andere kijken naar:
    - een gezwollen milt
    - blauwe plekken
    - bloedingen op de huid
    - tandvleesbloedingen
  • extra bloedonderzoek: hiermee krijgt de arts meer informatie over het functioneren van organen, zoals de lever of de nieren. Ook geeft het informatie over de bloedstolling.

Colofon

Met medewerking van:

illustratie-arts-vrouw

Drs. Anita Griffioen

Hematoloog, Spaarne Gasthuis

illustratie-arts-man

Dr. Jeroen Janssen

Hematoloog, Amsterdam UMC (locatie VUmc)

Gemaakt door KWF Kankerbestrijding, de redactie van kanker.nl

Laatste update: februari 2013