Stamceltransplantatie bij CML
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofonEen stamceltransplantatie is bij CML bijna nooit nodig. De ziekte is met medicijnen goed onder controle te houden. Is er toch een stamceltransplantatie nodig, dan is dat een transplantatie met donorcellen.
Stamceltransplantatie met donorcellen
Een transplantatie met stamcellen van een donor heet een allogene stamceltransplantatie. Het kan alleen als er een donor beschikbaar is. Bij voorkeur is dat een verwante donor: een broer of zus van de patiënt. Is dat niet mogelijk, dan zoekt de arts via de donorbank naar een geschikte niet-verwante donor. Een andere mogelijkheid is een transplantatie met navelstrengbloed van een donor.
Verminderd risico op terugkeer leukemie
Een allogene stamceltransplantatie vermindert het risico op terugkeer van leukemie. De donorcellen kunnen namelijk de eventueel nog aanwezige leukemiecellen opruimen. Dit heet Graft-versus-leukemie-effect: het transplantaat van de donor tegen de leukemie van de patiënt. Graft-versus-leukemie geeft meer kans op genezing.
Graft-versus-host-ziekte
Maar er is ook een nadeel van de allogene stamceltransplantatie: omgekeerde afstoting. Dit heet de Graft-versus-host-ziekte: het transplantaat tegen de gastheer-ziekte. Hierbij vallen afweercellen uit het getransplanteerde donorweefsel organen en weefsel van de patiënt aan. Dat is een ernstig probleem bij stamceltransplantaties met donorcellen. Veel patiënten krijgen ermee te maken. Soms in een milde vorm, maar soms ook met dodelijke afloop.
Medicijnen om de afweer te onderdrukken
Je moet lange tijd medicijnen gebruiken die de afweer onderdrukken. Dit zorgt ervoor dat de donorcellen beter opgenomen worden in je lichaam en gaat de aanvalsreacties tegen. Na een tijd went het transplantaat van de donor aan zijn gastheer, jij als patiënt. Dan vermindert het risico op aanvallen op je lichaam.