Bestraling bij baarmoederkanker

Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.

Naar colofon
Opslaan

Bestraling kan bij baarmoederkanker een behandeling zijn na de operatie. Heel soms is bestraling mogelijk in plaats van een operatie. Als je uitzaaiingen hebt van baarmoederkanker in andere organen kan bestraling helpen om klachten te verminderen.

Lees op deze pagina over:

En over:

Wat is bestraling?

Bestraling is de behandeling van kanker met straling. Het doel is kankercellen te vernietigen en tegelijk gezonde cellen zoveel mogelijk te sparen.

Bestraling is een plaatselijke behandeling: het deel van het lichaam waar de tumor zit of eerst zat wordt bestraald. Een ander woord voor bestraling is radiotherapie.
 

Bestraling na de operatie bij baarmoederkanker

Soms adviseert de arts na de operatie nog bestraling om de kans kleiner te maken dat de tumor terugkomt.

Of de arts bestraling adviseert, hangt af van het stadium van de ziekte en van ongunstige factoren zoals: 

De arts bespreekt met je welk soort bestraling in jouw situatie het beste is:

  • alleen inwendige bestraling 
  • alleen uitwendige bestraling
  • eerst uitwendige bestraling en daarna inwendige bestraling

Als de tumor buiten de baarmoeder is gegroeid (stadium 3), kan het zijn dat je de bestraling tegelijk krijgt met 2 kuren chemotherapie (in de 1e en 4e week), gevolgd door nog 4 kuren chemotherapie na afloop van de bestraling. De behandeling heet dan chemoradiatie. 

Ook kan het zijn dat je bestraling en chemotherapie na elkaar krijgt, of dat je alleen chemotherapie of alleen bestraling krijgt. 

Welke aanvullende behandeling de arts in jouw situatie adviseert, hangt vooral af van de soort baarmoederkanker die je hebt, en je verdere gezondheid en leeftijd.

Bestraling in plaats van een operatie bij baarmoederkanker

Is je conditie niet goed genoeg voor een operatie, dan kijkt het behandelteam aan de hand van de MRI-scan en het weefselonderzoek welke behandelingen er mogelijk zijn. 

Heb je een stadium 1 tumor die relatief oppervlakkig groeit en endometrioïd type graad 1 (-2) is, dan kan inwendige bestraling een optie zijn. Soms krijg je eerst anti-hormonale therapie. Hiermee is de tumor vaak lange tijd klein te houden. Als de tumor toch weer gaat groeien, kun je alsnog bestraling krijgen. 

Heb je een dieper groeiende tumor die agressief is (graad 3 of niet-endometrioïd type)? Dan heeft uitwendige bestraling de voorkeur. Vaak krijg je daarna ook nog inwendige bestraling. 

Bestraling bij uitzaaiingen van baarmoederkanker

Bij uitgezaaide baarmoederkanker kan bestraling helpen om klachten te verminderen. Het kan bloedverlies verminderen of stoppen. Ook kan het helpen bij pijn door botuitzaaiingen. Meestal word je een paar keer uitwendig bestraald.

Hoe gaat uitwendige bestraling na de operatie?

Uitwendige bestraling is bestraling van buiten door de huid heen. De straling komt uit een bestralingstoestel. De radiotherapeutisch laborant voert de bestralingen uit. 

Voordat de behandeling met bestraling begint, krijg je een CT-scan op de afdeling radiotherapie. De CT-scanner maakt een 3-dimensionale afbeelding van het deel van het lichaam waar de tumor zit. Met de informatie van de CT-scan kan de arts een bestralingsplan maken. Daarom heet deze scan een plannings-CT.

De arts bestraalt het gebied waar de tumor heeft gezeten. En het gebied waar misschien nog achtergebleven kankercellen zitten:

  • het weefsel dat rondom de baarmoeder zat
  • de lymfeklieren in het bekken
  • het bovenste deel van je vagina

Meestal duurt een bestralingsbehandeling 4 tot 6 weken. Je wordt 5 keer per week bestraald. Per keer krijg je een aantal minuten een dosis straling. Voor uitwendige bestraling hoef je niet opgenomen te worden.

Krijg je uitwendige bestraling na de operatie? Dan begint de bestraling meestal 4 tot 6 weken na de operatie.

Bestraling bij kanker

Deze video laat zien hoe uitwendige bestraling in zijn werk gaat.

Hoe gaat inwendige bestraling?

Bij een inwendige bestraling wordt het bovenste (diepst gelegen) deel van je vagina van binnenuit bestraald. Een andere naam voor inwendige bestraling is brachytherapie (brachy betekent dichtbij).

Hiervoor brengt de radiotherapeut-oncoloog een cilinder of een ‘ring’ in je vagina. In de cilinder of ring wordt later via een toevoerslangetje een kleine bestralingsbron gebracht. Die geeft straling af op de plek van het litteken van de operatie. De bestraling duurt ongeveer 15 tot 20 minuten.

Het plaatsen van de cilinder of ring kan zonder plaatselijke verdoving of narcose. Meestal brengt de arts een verzachtende gel in. 

Meestal krijg je 3 keer een inwendige bestraling. Soms krijg je de inwendige bestraling als een ‘boost’: een extra bestraling op het littekengebied, na uitwendige bestraling. Dan is 1 tot 2 keer inwendig bestralen vaak voldoende. 

Inwendige bestraling maakt de kans kleiner dat de tumor terugkomt in de top van de vagina.

blog over inwendige bestraling baarmoederkanker

Bijwerkingen van bestraling bij baarmoederkanker

Door de bestraling beschadigen ook gezonde cellen in het bestraalde gebied. Daardoor kun je last krijgen van bijwerkingen. De radiotherapeut zal de gevolgen uitgebreid met je bespreken.

Bij uitwendige bestraling kun je last krijgen van:

  • vermoeidheid
  • vaker aandrang hebben voor ontlasting
  • buikkrampen 
  • zachtere ontlasting, soms met diarree. Je krijgt voedingsadviezen om lichter verteerbaar te eten en eventueel medicijnen 
  • vaker moeten plassen, soms gevoeligheid bij het plassen 
  • soms: uitval van (een deel van) je schaamhaar

Bij inwendige bestraling kun je korte tijd last krijgen van:

  • vaker moeten plassen, soms gevoeligheid bij het plassen 
  • wat sneller aandrang hebben voor ontlasting
  • vermoeidheid 

Krijg je de inwendige bestraling tijdens of kort na een uitwendige bestraling? Dan kun je ook last hebben van de bijwerkingen van de uitwendige bestraling. Door de 2 bestralingen samen kan de vagina ook droger zijn, en minder soepel aanvoelen.

Gevolgen van bestraling bij baarmoederkanker

De bestraling kan ook bijwerkingen geven die veel langer aanhouden, die pas na afloop van de behandeling ontstaan of blijvend zijn.

Van deze klachten kun je nog langer last hebben:

  • sneller of meer plotseling aandrang hebben voor ontlasting, winderigheid
  • vaker moeten plassen, kleinere beetjes plassen, meer moeite hebben om je plas op te houden
  • gevoeligheid voor blaasontsteking

In deze gevallen kan het zinvol zijn om bekkenbodemoefeningen te doen. Vraag hiernaar bij je arts. 

Deze klachten kunnen later ontstaan en soms blijvend zijn:

  • Lymfoedeem. Hierdoor kun je zware, vermoeide of pijnlijke benen krijgen. De kans op lymfoedeem is groter als je een operatie hebt gehad waarbij je lymfeklieren verwijderd zijn. Lees meer over lymfoedeem.
  • Door uitwendige bestraling: vaak moeten plassen, je plas minder goed kunnen ophouden of niet goed uit kunnen plassen. Vaak heb je dan ook meer kans op een blaasontsteking. Lees meer over plasklachten en omgaan met urineverlies.
  • Door uitwendige of inwendige bestraling: het bovenste deel van je vagina (bij het littekengebied) wordt droger en wat stugger. Een glijmiddel kan helpen bij het vrijen.
  • Door uitwendige in combinatie met inwendige bestraling: het bovenste deel van je vagina kan stugger worden. Ook kan er soms verkleving en littekenvorming ontstaan. Je vagina kan hierdoor nauwer en korter worden, wat vrijen lastiger of pijnlijk kan maken. Voordat de behandeling begint, legt de radiotherapeut uit wat je kunt doen om vernauwing van je vagina te voorkomen of te beperken. Ook krijg je een speciale folder mee met adviezen. 

Colofon

Met medewerking van:

Foto Cor de Kroon

Dr. Cor de Kroon

Gynaecoloog-oncoloog, LUMC

LinkedIn

Logo Stichting Olijf

Olijf

Patiëntenvereniging

Website

illustratie-arts-vrouw

Prof. dr. Carien Creutzberg

Radiotherapeut, LUMC

Illustratie vrouwen

Vrouwen die baarmoederkanker hebben (gehad)

Gemaakt door de redactie van kanker.nl

Laatste update: juni 2021