Colposcopie bij afwijkend uitstrijkje
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofonZitten er afwijkende cellen in je uitstrijkje, dan kan dit een voorstadium van baarmoederhalskanker zijn (CIN). De gynaecoloog onderzoekt de baarmoederhals dan verder. Dit onderzoek heet een colposcopie.
De gynaecoloog doet het onderzoek met een colposcoop. Dit is een aangepaste microscoop.
Hoe gaat een colposcopie?
Je ligt op een speciale stoel met je benen in de beensteunen. De gynaecoloog plaatst een speculum (eendenbek) in je vagina. De colposcoop staat voor je. De gynaecoloog maakt de baarmoedermond nat met azijnzuur of met een soort jodium. Hierdoor zijn afwijkingen goed te zien. Daarna kijkt hij of zij de hele baarmoedermond goed na.
Biopsie
Tijdens dit onderzoek neemt de gynaecoloog met een kleine tang 1 of meer stukjes weefsel weg uit de afwijking. Dit heet een biopsie. Door de biopsie ontstaat er een wondje dat kan bloeden. De gynaecoloog kan het wondje stelpen door het aan te stippen met zilvernitraat. Je kunt nog een paar dagen na het onderzoek wat bloedverlies hebben.
Een colposcopie kan vervelend zijn. Maar een verdoving of narcose is normaal gesproken niet nodig. Als je erg tegen het onderzoek op ziet, bespreek dit dan met je arts.
Uitslag van de colposcopie
De patholoog onderzoekt het weefsel dat bij de biopsie is weggenomen onder de microscoop.
Er zijn 5 uitslagen mogelijk:
- Alles is goed, er zijn geen afwijkingen
- CIN1: lichte afwijking
- CIN 2: matige afwijking
- CIN3: ernstige afwijking
- Baarmoederhalskanker: in dit geval is er meer onderzoek nodig.
Lees verder over CIN 1, 2 en 3 en over de behandeling van CIN.