Informatie over de anus

De anus is de uitgang van de darmen. Via de anus verlaat de ontlasting het lichaam. 

Het verschil tussen de endeldarm en de anus

De endeldarm is het laatste stuk van de dikke darm. Op een bepaalde plek stopt de endeldarm en begint de anus. Dit is op de plek waar de inwendige kringspier begint. De anus is enkele centimeters lang. De precieze lengte verschilt per persoon. 

Het weefsel aan de binnenkant van de endeldarm bestaat uit kliercellen. Kliercellen heten ook wel adenocellen. De cellen aan de binnenkant van de anus zijn plaveiselcellen.    

De arts vertelt waar de tumor precies zit, of dat in de anus is of in de endeldarm. Soms is dat niet helemaal duidelijk omdat de tumor precies op de overgang zit. Endeldarmkanker is een andere soort kanker dan anuskanker. Lees de informatie over endeldarmkanker op kanker.nl.

Hoe werkt de anus?

Wanneer de endeldarm vol is met ontlasting, komt er druk te staan op de anus. Je voelt dan aandrang om naar de wc te gaan. De kringspieren zorgen ervoor dat de ontlasting niet gelijk de anus uitkomt. Er zijn twee soorten kringspieren: de inwendige en de uitwendige kringspier van de anus. Artsen gebruiken ook wel het woord sfincter voor kringspier. 

Als je aandrang voelt, komt dit omdat de binnenste kringspier ontspant. De ontlasting blijft nog wel in het lichaam. Pas als de uitwendige kringspier ontspant, komt de ontlasting door de anus naar buiten. De uitwendige kringspier kun je zelf (actief) aanspannen. Dit is een belangrijke spier om de ontlasting op te houden.  Ook de bekkenbodemspieren helpen mee om de ontlasting op te houden.