Bestraling bij anuskanker

Bij anuskanker wordt bestraling vaak gecombineerd met chemotherapie. Het heet dan chemoradiatie. Lees de informatie over chemoradiatie bij anuskanker.

Bestraling zonder chemotherapie is ook een behandeling bij anuskanker. Bij kleinere tumoren is alleen bestraling soms voldoende. Het doel van de bestraling is om de kankercellen te doden. Bijna altijd wordt de tumor snel kleiner door de bestraling en verdwijnt hij helemaal. Lees onderaan deze pagina hoe bestraling werkt. 

In het ziekenhuis hoor je welke klachten je door de bestraling kunt krijgen.

Een aantal bijwerkingen van bestraling bij anuskanker: 

• Pijn en jeuk aan de anus.
• Diarree en vaker naar de wc moeten. 
• Vermoeidheid.
• Slijm- en bloedverlies via de anus.
• Vaker moeten plassen, soms met een branderig gevoel. Dit komt doordat de plasbuis en een deel van de blaas vaak in het gebied liggen dat wordt bestraald.
• Een rode of donkerder kleur van de huid van de anus, de bilnaad of in de liezen. De huid kan uiteindelijk ook stuk gaan. 
• Haaruitval in de schaamstreek, vaak is dit tijdelijk.
• Op de lange termijn: minder controle over de ontlasting, verlies van ontlasting, winderigheid en heel soms ook bloedverlies uit de anus.
• Op de lange termijn kan de huid wit worden omdat het pigment verdwenen is. 
• Problemen met seks.

Het verschilt per persoon welke klachten je krijg en hoe lang je er last van hebt. Klachten na de bestraling kunnen tot 2 jaar na de behandeling blijven. Sommige klachten zijn blijvend. Lees uitgebreide informatie over klachten na de bestraling op kanker.nl.    

Bij ernstige klachten als de huid van de anus chronisch beschadigd is, kan  hyperbare zuurstoftherapie verlichting geven. Hierdoor kan de huid mogelijk sneller genezen. Niet iedereen kan hyperbare zuurstoftherapie krijgen. Het is een langdurige en ook belastende behandeling. Vraag je arts om meer informatie of lees verder op kanker.nl.   

Bestraling is de behandeling van kanker met straling. Het doel is kankercellen te vernietigen en tegelijk gezonde cellen zoveel mogelijk te sparen. De bestraling gebeurt plaatselijk: alleen op het deel van je lichaam van de tumor of uitzaaiingen. Een ander woord voor bestraling is radiotherapie. 

De straling komt uit een bestralingstoestel. De straling gaat van buitenaf door je huid heen. De radiotherapeut bepaalt nauwkeurig de hoeveelheid straling en de plek waar je wordt bestraald.