Als werken na kanker niet (goed) lukt 

Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.

Naar colofon
Opslaan

Het kan zijn dat het niet meer lukt om je werk te doen zoals je gewend was. Dat kan frustrerend zijn, maar biedt soms ook nieuwe mogelijkheden. Wat kun je doen?

Lees op deze pagina over:

Veelvoorkomende redenen dat werken niet goed lukt

Dat werken niet goed (meer) lukt, kan te maken hebben met lichamelijke of psychische klachten door kanker of de behandelingen, zoals:

  • langdurige vermoeidheid
  • geheugen- en concentratieproblemen (‘chemobrein’)
  • minder goede conditie
  • angst voor terugkeer van kanker
  • verwerkingsproblemen (gevoelens van rouw, angst, depressie)
  • minder goed tegen stress kunnen
  • neuropathie: pijn, tintelingen of een doof gevoel in je handen en voeten

Als je lichamelijke beperkingen hebt, kan werken ook lastiger worden. Bijvoorbeeld niet lang kunnen staan of minder goed kunnen zien.

Wat kun je doen als werken niet goed lukt?

Er zijn verschillende dingen die je kunt doen als werken minder goed gaat dan je misschien had gehoopt:

  • Heb je een werkgever, overleg dan met je leidinggevende en vertel dat je graag contact wilt met de bedrijfsarts.
  • Informeer je collega’s hoe het gaat. Wat lukt wel? Wat is lastig? Probeer samen naar oplossingen te zoeken. Hiermee creëer je begrip en verminder je de kans op irritaties. Tip: overleg eerst even met je leidinggevende. Bereid het gesprek met je collega’s eventueel voor met de bedrijfsarts. 
  • Bedenk wat je nodig hebt om je werk zo goed mogelijk te kunnen doen. Bijvoorbeeld: een rustige werkplek, vaker thuiswerken, ander werk of meer pauzes. Overleg daarna met je leidinggevende wat er mogelijk is.
  • Vraag advies van een bedrijfsarts consulent oncologie (BACO).
  • Vraag advies aan een arbeidsdeskundige, ergotherapeut of aan een maatschappelijk werker. Goed om te weten: je krijgt maximaal 10 sessies ergotherapie vergoed vanuit de basisverzekering. Je hebt hiervoor wel een verwijzing nodig van je huisarts, bedrijfsarts of behandelaar in het ziekenhuis.
  • Meld je (deels) ziek als (nieuwe) aanpassingen niet helpen.
  • Probeer te accepteren dat het tijd kost om te herstellen van kanker. Het gaat vaak met vallen en opstaan.

Lees ook:

Krijg je weinig begrip? Vraag de bedrijfsarts om hulp

Misschien hebben je collega’s, leidinggevende en/of werkgever geen of weinig begrip voor je situatie. Vaak komt dat omdat ze niet goed weten dat de behandeling van kanker gevolgen kan hebben. Soms spelen er ook andere dingen mee.

Overleg dan met de bedrijfsarts. Vraag of hij of zij met je werkgever kan gaan praten. Vaak zorgt dit voor meer begrip. Bekijk ook: communiceren met je collega’s als je kanker hebt.

Veranderen van werk of baan

Soms lukt re-integreren in je oude baan niet. Het kan zijn dat je daardoor van baan moet veranderen.

Misschien vind je dat moeilijk, omdat je daardoor op een ander niveau moet werken. Of niet het werk kunt doen wat je passie heeft, of waarvoor je bent opgeleid. Je kunt er somber, verdrietig of boos van worden.

Het kan helpen om niet te focussen op terugkrijgen van wat je had, maar te onderzoeken hoe de ziekte jou veranderd heeft. Een poh-ggz, maatschappelijk werker of een psycholoog kan je hierbij begeleiden.

Samen kunnen jullie bijvoorbeeld onderzoeken hoe de ziekte je veranderd heeft en wat je nu belangrijk vindt. Misschien heb je eigenschappen van jezelf ontdekt, die je graag wilt inzetten. Ander werk kan ook een kans zijn voor persoonlijke groei.

Als werken na kanker echt niet meer gaat

Het kan zijn dat werken echt niet meer lukt. Of dat het je zoveel stress oplevert, dat de balans in je leven helemaal zoek is. Dan besluit je misschien om te stoppen met je werk.

Afscheid nemen van je werk kan heel moeilijk zijn. Je kunt boos, angstig of verdrietig zijn. Of je eenzaam en nutteloos voelen. Misschien val je in een zwart gat.

Het kan ook zijn dat stoppen een opluchting voor je is. De druk valt weg en er is weer ruimte voor iets nieuws.

Wat kun je doen?

  • Zorg dat je je werkende leven goed afsluit/afrondt.
  • Bespreek je gevoelens met je familie en vrienden, je huisarts, praktijkondersteuner van de huisarts, psycholoog of maatschappelijk werker.
  • Zoek naar een nieuwe manier van leven en werken die past bij wie je nu bent. Ga bijvoorbeeld na of je als vrijwilliger actief kunt zijn.
  • Zoek een coach die je kan helpen je leven op een andere manier in te vullen.
  • Zet de financiële gevolgen op een rijtje voor nu en later. Je kunt daar hulp bij krijgen, bijvoorbeeld van een financieel adviseur.
  • Realiseer je dat je niet zomaar al het vrijwilligerswerk kan en mag doen. Overleg dat zo nodig met het UWV. Anders word je misschien gekort op je uitkering.
  • Praat met lotgenoten. Die vind je via de lotgenotenzoeker op kanker.nl, via de patiëntenorganisatie of in een IPSO centrum voor leven met en na kanker.

Colofon

Met medewerking van:

Foto Desiree Dona

Desiree Dona

Klinisch arbeidsgeneeskundige oncologie, Radboudumc

Foto Fenna van Ommen

Fenna van Ommen

Onderzoeker afdeling Arbeid en Gezondheid, Amsterdam UMC

Linkedin

Foto Josephine ter Steeg

Josephine ter Steeg

Bedrijfsarts consulent oncologie, Amsterdam UMC

Linkedin

Foto Marieke Jacobs

Marieke Jacobs

Bedrijfsarts consulent oncologie, Radboudumc

ervaringsdeskundigen-mensen

Mensen die kanker hebben (gehad)

NFK werkgroep Werk en kanker

foto Renée van Garderen

Renée van Garderen

Arbeidsdeskundige, RVG Re-integratie

Linkedin

Gemaakt door de redactie van kanker.nl

Laatste update: augustus 2023