Voorjaar

Mei 2020

Het sociale leven komt voorzichtig op gang

Wat wordt het saai om alleen maar thuis te zijn, om niet meer met vrienden af te spreken. Het koor ligt stil, de kerk ligt stil, niet naar kantoor… Alleen voor de hoognodige boodschappen ga ik de deur uit. Maar het heerlijke voorjaar maakt veel goed. Ik geniet ervan om buiten te zitten met een boek. Om een praatje te maken met voorbijgangers. En ik ben blij met de lading bloeiende plantjes die een vriendin komt brengen.

Het ziekenhuis voert alleen nog telefonische controles uit. Op zich prima, maar ik mis het het face-to-face-contact toch wel.

En dan is het eindelijk zover: de kapper mag weer beginnen. Ik knap er echt van op om sinds januari weer eens bijgewerkt te worden. Dat voelt goed.

En – hoera – het zwembad opent weer voorzichtig de deuren. Die eerste baan zwemmen na vier maanden, of eigenlijk heb ik sinds half december niet meer echt gezwommen, het is super! Mijn conditie is om te huilen, maar dat doe ik echt niet, veel te blij dat ik weer langzaam in beweging kom. Die eerste weken lijkt het water net stroop, maar koppig probeer ik steeds een baantje erbij te tellen.

In de loop van de laatste weken ontdek ik weer iets vreemds aan mijn borst. Hij is hard en pijnlijk, rood en dik. De mammacareverpleegkundige wil het graag even zien en verwijst me regelrecht door naar een oedeemtherapeut waar ik een week later terecht kan. Daar zat ik echt op te wachten.

Maar eerst vier ik mijn verjaardag ‘s morgens samen bij mijn moeder. En ’s middag komen mijn buurvrouwen en een vriendin langs bij mij in de tuin. En zo rollen we het pinksterweekend en weer een nieuwe maand in…